Leerjaar 1 Spelling meervoudsvormen

Dinsdag 13-2-2024
Doel van de les:
  • Je weet het verschil tussen enkelvoud en meervoud.
  • Je kunt meervouden op -en en -s spellen.






1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 13-2-2024
Doel van de les:
  • Je weet het verschil tussen enkelvoud en meervoud.
  • Je kunt meervouden op -en en -s spellen.






Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen we met "meervoud"?
Leg uit en noem voorbeelden.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  1. Meervoud op -en
    stoelen, katten, beren
  2. Meervoud op -s
  3. vogels, toffees
  4. Meervoud op 's
    oma's
  5. Meervoud met een trema zee - zeeën

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Typ een woord dat in het meervoud eindigt op ...... en

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -s
1. Veel woorden eindigen in het meervoud op een  -s.
Bijvoorbeeld: vogel - vogels, bezem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - toffees 

Slide 8 - Tekstslide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op een ..... -s.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 10 - Tekstslide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op ....... 's.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:

muis - muizen
boef - boeven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:

laars- laarzen
vaas- vazen


uitzonderingen: mensen- wensen - kaarsen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 15 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 16 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 17 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 18 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Maar hoe schrijf ik dan het meervoud van zee?
A
zeeen
B
zeën
C
zeeën
D
zeen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

schrijf het meervoud op van: melodie

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud op van:
leesstrategie

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud op van:
aap

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Leren voor de toets!
Zie magister (vrijdag 16 februari).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies