CE tips en trucs 2022

Een kwartaal heeft:
A
3 maanden, 12 weken
B
3 maanden, 13 weken
C
3 maanden, weken wisselen
D
hangt af van een schrikkeljaar
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Een kwartaal heeft:
A
3 maanden, 12 weken
B
3 maanden, 13 weken
C
3 maanden, weken wisselen
D
hangt af van een schrikkeljaar

Slide 1 - Quizvraag

In- of exclusief btw?
ontvangsten, uitgaven
A
inclusief
B
exclusief

Slide 2 - Quizvraag

In- of exclusief btw?
opbrengsten, kosten
A
inclusief
B
exclusief

Slide 3 - Quizvraag

In- of exclusief btw?
balansposten:
A
exclusief, alles
B
inclusief, alles
C
exclusief, behalve deb, cred. en overlopende posten
D
inclusief, behalve deb, cred. en overlopende psten

Slide 4 - Quizvraag

een ander woord voor "ontvangen leverancierskrediet":
A
debiteuren
B
crediteuren
C
uitstel van betaling
D
vooruitbetaalde bedragen

Slide 5 - Quizvraag

Een andere omschrijving voor verstrekt afnemerskrediet:
A
vooruitbetaalde bedragen
B
crediteuren
C
debiteuren
D
nog te betalen bedragen

Slide 6 - Quizvraag

een belangrijk nadeel van het gebruik van kengetallen:

Slide 7 - Open vraag

belastingvoordeel bij een eigen woning met hypotheek bereken je over:
A
hypotheekschuld
B
restschuld
C
betaalde hypotheekrente
D
betaalde aflossing

Slide 8 - Quizvraag

Netto hypotheeklast bestaat uit:

Slide 9 - Open vraag

Het eigen vermogen van een NV bestaat uit:

Slide 10 - Open vraag