In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Criteria
1.3.1. Organen
Je beschrijft de organen van een plant, hun bouw en hun functies.
Je benoemt de onderdelen van bloemen en hun functie.
1.2.3. Onderdelen cel
Je beschrijft onderdelen van een plantencel en hun functies.
Je legt uit hoe planten hun stevigheid krijgen.
1.3.2. Weefsels
Je beschrijft verschillende weefsels en hun functies bij planten.
Slide 2 - Tekstslide
Uit welke hoofdgroepen komt de plant op de afbeelding ?
A
mossen
B
wieren
C
varens
D
Zaadplanten
Slide 3 - Quizvraag
Zaadplanten hebben geen.....
A
zaden
B
bloemen
C
stengels
D
sporen
Slide 4 - Quizvraag
Zaadplanten hebben ...
A
bloemen en wortels
B
bloemen en bladeren
C
bladeren en wortels
D
bloemen, bladeren en wortels
Slide 5 - Quizvraag
Welke is een zaadplant?
A
Zonnebloem
B
Mos
C
Varen
D
Paardenstaart
Slide 6 - Quizvraag
Sleep de kaartjes
naar de goede plek
Wortel
Bloem
Blad
Stengel
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Functies van wortels:
- opslag van voedingsstoffen
- opname van water en voedingsstoffen
- het vastzetten van de plant in de bodem
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hoe zit een bloem in elkaar?
Ga in de Portal naar
de bron Hoe zit een bloem in elkaar in de
leertaak De opbouw van zaadplanten
Bestudeer de tekst 5 minuten om straks goede antwoorden te geven!
Slide 11 - Tekstslide
Welk onderdeel van een bloem lokt insecten aan?
A
Meeldraden
B
Kelkbladeren
C
Kroonbladeren
D
Stamper
Slide 12 - Quizvraag
In welke organen van planten ontstaan zaden?
A
in de bladeren
B
in de bloemen
C
in de stengels
D
in de wortels
Slide 13 - Quizvraag
Uit welk onderdeel van de bloem kan uiteindelijk een nieuwe plant ontstaan? Kies het beste antwoord
A
De stamper
B
Het vruchtbeginsel
C
Het zaadbeginsel
D
De eicel
Slide 14 - Quizvraag
Welke onderdelen van een bloem hebben vaak mooie, opvallende kleuren?
A
De kelkbladeren
B
De stamper
C
De kroonbladeren
D
De meeldraden
Slide 15 - Quizvraag
Welk onderdeel van de bloem zie je aangewezen in de afbeelding?
A
Bloemkelk
B
Bloemkroon
Slide 16 - Quizvraag
Kroonblad
Stamper
Bloembodem
Kelkblad
Meeldraad
Slide 17 - Sleepvraag
In de afbeelding zie je een schematische doorsnede van een bloem. Schrijft de namen van de onderdelen 1 t/m 5
Slide 18 - Open vraag
Week 15
De opbouw van planten
Doe de opdrachten in de portal, delen met de docent!
Bestudeer hoe een biologische tekening gemaakt moet worden!
Tekenregels!
Welke regels zijn er bij het maken van een biologische tekening?
Het maken van een biologische tekening doe je altijd op dezelfde manier. Daardoor zijn verschillende biologische tekeningen makkelijker te vergelijken. Voor het maken van een biologische tekening zijn daarom een aantal regels opgesteld: de tekenregels. Hieronder staan de tekenregels op een rij.
Teken en schrijf altijd met een potlood.
Gebruik een hard potlood, HB of H. Zorg dat de punt scherp is.
Teken zo groot mogelijk. Gebruik de hele ruimte die je hebt.
Maak eerst een schets. Trek de lijnen dan strak en dikker. Zorg dat de lijnen netjes aansluiten.
Teken alleen wat je ziet. Als een onderdeel niet te zien is, teken je het niet.
Trek lijntjes voor de onderdelen die je wilt benoemen met een liniaal naar het vak rechts. Zorg dat de lijnen evenwijdig lopen. Als twee onderdelen vlak bij elkaar zitten waardoor de lijnen naar rechts over elkaar heen vallen, kun je eventueel een lijntje met een hoek maken. Dan ga je vanuit het onderdeel omhoog of omlaag, en daarna weer evenwijdig naar rechts aan de andere lijnen.
Benoem de onderdelen door middel van bijschriften naast de lijntjes.
Werk netjes en nauwkeurig. Je eindtekening mag geen gumvlekken of schetslijnen bevatten.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
plantencel
dierlijke cel
schimmelcel
bacterie
Slide 26 - Sleepvraag
Slide 27 - Tekstslide
Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven?