De was

De was
  • Controleer het wasgoed
  • Lees het etiket
  • Sorteer de was
  • Stoffen in wasmiddel
  • Werking van het wasmiddel

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De was
  • Controleer het wasgoed
  • Lees het etiket
  • Sorteer de was
  • Stoffen in wasmiddel
  • Werking van het wasmiddel

Slide 1 - Tekstslide

Controleer het wasgoed
Zakken leeg
Ritsen dicht
Donkere, bonte was of met een print binnenste buiten
Vlekken behandelen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekend dit symbool?
A
Wassen op 30 graden
B
Strijken op 30 graden
C
Drogen op 30 graden
D
Chemisch reinigen op 30 graden

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekend dit symbool?
A
Koud strijken
B
Op gemiddelde temperatuur strijken
C
Heet strijken

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekend dit symbool?
A
Niet chemisch reinigen
B
Niet bleken
C
Niet in de wasmachine
D
Niet in de droger

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekend dit symbool?
A
Niet chemisch reinigen
B
Niet bleken
C
Niet in de wasmachine
D
Niet in de droger

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekend dit symbool?
A
Chemisch reinigen toegestaan
B
Bleken toegestaan
C
Mag in de wasmachine
D
Mag in de droger

Slide 8 - Quizvraag

Sorteren
  1. Witte was: alle witte (en lichte) textiel bij elkaar
  2. Bonte was: alle gekleurde textiel bij elkaar, evt onderscheidt maken tussen licht en donker
  3. Fijne was: wasgoed gemaakt van tere, dunne stof.
  4. Wolwas: tot dertig graden wassen:  vervilten. Beste met de hand of speciaal programma
  5. Handwas: kwetsbare kledingstukken, zoals lingerie, wollen truien en zijden blouses




Slide 9 - Tekstslide

Bonte was 
Witte was
Fijne was
Wol was

Slide 10 - Sleepvraag

Stoffen in wasmiddel 
Oppervlakteactieve stoffen (wasactieve stoffen): Verwijderen het vuil uit de kleding en ze houden het vuil in het water vast. 

Zuurstofbleekmiddelen: Een bleekmiddel zorgt ervoor dat kleurstofvlekken oxideren. Ze zijn dan niet meer te zien. 

Slide 11 - Tekstslide

Stoffen in wasmiddel
Waterontharders: kalkdeeltjes uit het water kunnen op het wasgoed of op het verwarmingselement van de machine vast gaan zitten. Wasgoed gaat er grauw uitzien en het verwarmingselement kan kapot gaan. Waterontharder houdt de kalkdeeltjes zwevend.

Slide 12 - Tekstslide

Stoffen in wasmiddel
Enzymen: enzymen verwijderen bloedvlekken, een aantal voedselvlekken, vlekken door transpiratievocht en ontlasting. 


Optische witmiddelen: deze middelen laten een dun laagje op het textiel achter. Het witte wasgoed lijkt hierdoor witter.

Geurstoffen: de geurstoffen laten je was lekker ruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Handwas
Kledingstukken die niet in de wasmachine mogen, moeten met de hand worden gewassen.
Zijde: een spinsel van de zijderups

Angora: wol die afkomstig is van het angorakoniijn. Het konijn wordt geknipt of geschoren voor de wol.

Kasjmier: wol die afkomstig is van de kasjmirgeit. 



Slide 15 - Tekstslide

verwijderen bloedvlekken, een aantal voedselvlekken, vlekken door transpiratievocht en ontlasting. 
deze middelen laten een dun laagje op het textiel achter. Het witte wasgoed lijkt hierdoor witter.

halen kalkdeeltjes uit het water 
zorgt ervoor dat kleurstofvlekken oxideren. Ze zijn dan niet meer te zien. 
Verwijderen het vuil uit de kleding en ze houden het vuil in het water vast. 
Oppervlakte actieve stoffen
Waterontharders
Zuurstofbleekmiddelen
Enzymen
Optische witmiddelen

Slide 16 - Sleepvraag