1.2 English - 7B: Portfolio + 8.3 Emotions

Period 1.2 English 
 
Chapter 8: Informal talks

8.3: Emotions 
+ Portfolio

Lesson 7A
NU Engels
Bahama's
Jaipur - India
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Period 1.2 English 
 
Chapter 8: Informal talks

8.3: Emotions 
+ Portfolio

Lesson 7A
NU Engels
Bahama's
Jaipur - India

Slide 1 - Tekstslide

emotions
What's a different word for 'emotions'?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

GOALS

- you know the difference between an adjective and an adverb
- you know when to use an adjective or an adverb
- you finish your Portfolio presentation



Slide 4 - Tekstslide

About last class . . 

Grammar:

- Present simple OR present continuous 

Slide 5 - Tekstslide

I . . . a cake. Can you smell it?
A
bake
B
am baking

Slide 6 - Quizvraag

My dog . . . bones all over the garden.
A
bury
B
buries
C
is burying

Slide 7 - Quizvraag

Emotions
What emotions are the characters in this short clip dealing with? 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

That's a wonderful film.
I love the actor, he acts wonderfully.

Slide 10 - Tekstslide

GRAMMAR 
adjectives and adververbs

PowerPoint 

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

- zegt iets over een zelfstandig naamwoord 

a beautiful book
I love sweet things
the old car
Bijwoorden 

- zegt iets over een werkwoord (hoe?), bijvoeglijk naamwoord, of ander bijwoord

she writes beautifully
the sweetly spoken words 
 the incredibly old car

Slide 12 - Tekstslide

De meeste bijwoorden eindigen op –ly . Dat zijn meestal woorden die antwoord geven op de vraag: Hoe? Meestal vorm je deze bijwoorden door –ly achter een bijvoeglijk naamwoord te zetten. 
Bijvoegelijk naamwoord
(Adjective)
Adverb
(Bijwoord)
slow
nicely
nice
carefully
careful
slowly

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

ugly - in an ugly manner
pale - palely

Slide 20 - Tekstslide

Come . . . (quick) or we'll miss the bus.
A
quickly
B
quick
C
quicker

Slide 21 - Quizvraag

You did that somersault so . . . (good).
A
good
B
well

Slide 22 - Quizvraag

She's a . . . (wonderful) dancer.
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 23 - Quizvraag

They dance . . . (wonderful).
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 24 - Quizvraag

This food is awful. It tastes . . . (disgusting).
A
disgusting
B
disgustingly

Slide 25 - Quizvraag

NU Engels online 

8.3 - do: ex. 1 + 2 + grammar 40

Portfolio - check the assignment in It's 
and when it's your turn in the Teams chat



 




Slide 26 - Tekstslide