8.3 emotions

8.3 Emotions
What are emotions?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.3 Emotions
What are emotions?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Pam just went through a rollercoaster of emotions. What emotions did you spot?

Slide 5 - Open vraag

Goals
- You know the difference between an adjective and an adverb.
- You know when to use an adjective or an adverb
- But first, recap!

Slide 6 - Tekstslide

He is creating a painting
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 7 - Quizvraag

He creates paintings for a living
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 8 - Quizvraag

He ....... (to walk) to school.
Make the present continuous

Slide 9 - Open vraag

Adjectives and adverbs
Adjectives means 'bijvoegelijke naamwoorden'

Een adjective zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 11 - Open vraag

Adjectives
Een adjective zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Zij heeft prachtige schoenen aan.
Wat heb jij een lelijke auto.
Wat heb jij een skere broek aan.

Slide 12 - Tekstslide

Margot wore a beautiful hat to the pie-eating contest.

Slide 13 - Open vraag

My cake should have long candles.

Slide 14 - Open vraag

The scariest villain of all time is Darth Vader.

Slide 15 - Open vraag

It smells gross in the locker room.

Slide 16 - Open vraag

Adverbs
Adverbs means 'bijwoord'







Slide 17 - Tekstslide

Wat is een bijwoord?

Slide 18 - Open vraag

Bijwoorden
Bijwoorden geven meer informatie over een werkwoord, een ander bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord .

Dat horloge is heel duur. 
Dat vind ik een bijzonder mooie film. 
Hij zingt hard. 
Hij rijdt voorzichtig.
Hij wacht heel geduldig.


Slide 19 - Tekstslide

Bijwoorden
Bijwoorden geven meer informatie over een werkwoord, een ander bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord .

Dat horloge is heel duur. That watch is very expensive.
Dat vind ik een bijzonder mooie film. I think that is a very beautiful movie.
Hij zingt hard. He sings loudly
Hij rijdt voorzichtig. He drives carefully. 
Hij wacht heel geduldig. He waits very patiently. 

Slide 20 - Tekstslide

Adverbs
Adverbs often end in -ly

Phillip sings loudly in the shower.
My cat waits impatiently for his food.
I will seriously consider your suggestion.



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

It smells really gross in the locker room.

Slide 23 - Open vraag

He sings loudly.

Slide 24 - Open vraag

They lived happily ever after

Slide 25 - Open vraag

Adverbs
Adverbs & adjectives

The woman is really pretty.
This book is more interesting than the last one.
The weather report is almost always right.

Slide 26 - Tekstslide

Adverbs
Uitzonderingen:
-le becomes -ly.  She held the baby gently. 
- medeklinker + y becomes -ily. He loses his temper easily. 
- ic becomes -ally.  The school has become problematically overcrowded.

-ly. They greeted me ......................... (friendly)




Slide 27 - Tekstslide

Adverbs
Uitzonderingen:
-le becomes -ly.  She held the baby gently. 
- medeklinker + y becomes -ily. He loses his temper easily. 
- ic becomes -ally.  The school has become problematically overcrowded.

-ly. They greeted me in a friendly manner/way. 




Slide 28 - Tekstslide

Homework
8.3:
ex. 1, 2, grammar 40, extra grammar 40, 4 

Slide 29 - Tekstslide