Nieren en spijsverteringsstelsel

Nieren en spijsverteringsstelsel
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Nieren en spijsverteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Waar liggen de nieren?
A
in het bekken
B
in de buikholte, aan de zijkant
C
in de buikholte, achterin
D
in het nierbekken

Slide 2 - Quizvraag

Een zorgvrager heeft verschijnselen van een blaasontsteking. Welk aspect van urine die net is uitgeplast, past het beste hierbij?
A
appelgeur
B
donkerbruin
C
troebel

Slide 3 - Quizvraag

Waar vindt filtratie van bloed plaats?
A
glomerulus
B
nierbuisjes
C
nierbekken
D
urethra

Slide 4 - Quizvraag

In de nier wordt een deel van de gefilterde vloeistof teruggeresorbeerd. Welke stoffen resorbeert de nier terug?
A
alleen water
B
water, glucose en natrium
C
ureum en creatinine

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent een positieve vochtbalans?
A
de vochtbalans is goed
B
de vochtinname is groter dan de vochtuitscheiding
C
de vochtuitscheiding is groter dan de vochtinname

Slide 6 - Quizvraag

Naar welk orgaan gaat bloed dat voedingsstoffen uit de darm heeft opgenomen het éérst?
A
de lever
B
het hart
C
de longen
D
de nieren

Slide 7 - Quizvraag

De bruine kleur van ontlasting wordt veroorzaakt door:
A
bilirubine
B
bacteriën
C
vetten
D
vezels

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van de huig?
A
afsluiten van de neushole bij slikken
B
zorgen dat micro-organismen niet vanuit de mond het lichaam binnendringen
C
afsluiten van het strottenhoofd bij slikken
D
zorgen dat het voedsel in de mond blijft

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van maagzuur?
A
afbreken van vetten
B
afbreken van eiwitten
C
afbreken van alcohol
D
doden van bacteriën

Slide 10 - Quizvraag

Wat is melena?
A
zwarte ontlasting door verteerd bloed
B
zwart braaksel door verteerd bloed
C
bloedbraken
D
feaces

Slide 11 - Quizvraag