In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 7 Laat nog wat over
Slide 1 - Tekstslide
Economische groei is ....
A
Hoeveel wij meer gaan verdienen
B
Hoeveel er meer geproduceerd wordt
C
Hoeveel de overheid meer kan uitgeven
D
Hoeveel er meer gekocht wordt
Slide 2 - Quizvraag
Waardoor kan er economische groei ontstaan?
A
Stijging van de kosten
B
Er wordt minder geproduceerd
C
Er wordt meer geïnvesteerd in machines
D
De bevolking is kleiner geworden.
Slide 3 - Quizvraag
Door het gebruik van machines kun je meer producten maken zonder meer personeel aan te nemen. De arbeidsproductiviteit .....
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk
Slide 4 - Quizvraag
Vorig jaar was de totale productie 350 miljard euro en dit jaar 368 miljard euro. Met hoeveel procent is de productie toegenomen?
Slide 5 - Open vraag
Maatschappelijke kosten worden betaald door
A
De vervuilers
B
De fabrikanten
C
De belastingbetaler
D
De EU
Slide 6 - Quizvraag
Machine 1 kost € 75.000 per jaar aan onderhoud maar is niet energiezuinig. Machine 2 is wel energiezuinig maar kost € 80.000 per jaar aan onderhoud. Wel besparen zij € 1000,- per kwartaal op energiekosten. Als je alleen naar kosten kijkt voor welke machine kies je dan.
Slide 7 - Open vraag
De verkopen lopen terug
De kosten stijgen
Fabriek gaat schoner produceren
De verkoopprijs gaat omhoog
Een schonere productie kost geld
1.
2.
3.
4.
5.
Slide 8 - Sleepvraag
Om 300 liter van het product VSP te maken heb je de volgende kosten: € 3.000,- grondstoffen, € 250,- verpakking en € 650,- overige kosten. Wat kost 1 liter VSP
Slide 9 - Open vraag
Energieheffing is een voorbeeld van ....
A
milieusubsidie
B
milieubelasting
Slide 10 - Quizvraag
Door subsidie te geven op producten probeert de overheid ....
A
De aankoopprijs te verlagen voor de consument
B
De aankoopprijs te verlagen voor de producent
C
De aankoopprijs te verhogen voor de consument
D
De aankoopprijs te verhogen voor de producent
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van milieuvriendelijk gedrag
A
Ze koopt vaak kleinere verpakkingen
B
Ze gooit alles bij restafval
C
Ze koopt steeds de nieuwste I-phone
D
Repareert vaak haar spullen
Slide 12 - Quizvraag
Waarom gelden er strengere eisen voor geluidsoverlast voor het ene bedrijf t.o.v. een ander bedrijf?