PTSS

Waar staat de afkorting PTSS voor?
A
plotstraumatische stressstoornis
B
posttraumatische strijdsyndroom
C
posttraumatische stressstoorniss
D
posttraumatische stressstrijd
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
DramaMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Waar staat de afkorting PTSS voor?
A
plotstraumatische stressstoornis
B
posttraumatische strijdsyndroom
C
posttraumatische stressstoorniss
D
posttraumatische stressstrijd

Slide 1 - Quizvraag

Als je PTSS hebt wat voor lange heftige reactie heb je dan?
A
lange heftige angt reactie
B
lange heftige stress reactie
C
lange heftige agressieve reactie
D
lange heftige eenzaamheids reactie

Slide 2 - Quizvraag

als je PTSS heb kan je last krijgen van misselijkheidsklachten
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor lichamelijke klachten kan je krijgen als je last hebt van PTSS?
A
hartkloppingen
B
benauwdheidsklachten
C
droge mond
D
zweten

Slide 4 - Quizvraag

wat voor soort stoornis is PTSS
A
gedragsstoornis
B
stressstoornis
C
leerstoornis
D
afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

Slide 5 - Quizvraag

welk van deze signalen die een kind af kan geven zowel op school als thuis klopt niet?
A
schuldig voelen
B
teruggetrokken houding
C
schuldig voelen
D
verminderde eetlust

Slide 6 - Quizvraag

Door PTSS kan je op latere leeftijd geen drugsverslaving krijgen alleen een alcoholverslaving
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Op welk plaatje zie je een voorbeeld van traumatherapie
A
B
C

Slide 8 - Quizvraag

wat is de grootste oorzaak van PTSS?

A
al vroeg gepest worden
B
fysiek huiselijk geweld
C
het meemaken van een zeer ernstige gebeurtenis
D
misdrijven plegen

Slide 9 - Quizvraag

welke therapie/onderzoek heeft mijn vader niet gehad voor PTSS?
A
slaaponderzoek
B
stemmingstherapie
C
traumatherapie
D
muziektherapie

Slide 10 - Quizvraag

Wat kan jij als onderwijsassistent doen wanneer je een kind met PTSS in de klas hebt?

Slide 11 - Open vraag

wat is de eerste stap die basisschool Graaf Reinald neemt wanneer een kind een leer/gedragsstoornis heeft
A
arrangeren in het school ondersteuningsteam
B
deskundigheidsadvies
C
verwijzing
D
extra ondersteuning

Slide 12 - Quizvraag