B2 verbranding vwo

B2 Verbranding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

B2 Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1.2.3 Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit.
1.2.4 Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat.
1.2.5 Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding bij organismen
Wat is er nodig?                          Wat ontstaat er?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in organismen
Longen =  opname zuurstof en afgifte
                    koolstofdioxide 
Darmen = opname voedingsstoffen en
                    verteringsproducten (brandstof)
Bloed = vervoer brandstof en zuurstof

Slide 5 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle organismen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koudbloedig & warmbloedig
Warmbloedig: Dier houdt de temperatuur altijd gelijk (vogels & zoogdieren).
Koudbloedig: Dier wisselt van temperatuur, afhankelijk van de omgeving.  (vissen, amfibiën & reptielen)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmbloedig
  • Constante lichaamstemperatuur
  • Voortdurend veel verbranding
  • Actief bij koud weer
  • Zoogdieren en vogels
  • In winter: veel voedsel nodig
  • Isolatie: vetlaag, vacht, veren
  • Trek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winterslaap
Winterrust

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koudbloedig
  • Temperatuur gelijk aan omgeving
  • Heeft een warmtebron nodig
  • Verbranding in cellen is afhankelijk van temperatuur
  • Niet actief in koud weer
  • Winterslaap, bv schildpad, vertraagde stofwisseling
  • Amfibieën, Reptielen, Vissen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koudbloedige dieren en kou
  • Koudbloedige dieren zijn in de winter niet actief.
  • Amfibieen, reptielen en vissen
  • Ze houden allemaal een winterslaap.
  • In de zomer zie je reptielen vaak 
's ochtends opwarmen in de zon. 
  • Hoe warmer het wordt, hoe actiever ze worden.
Bekijk de video in deze slide. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht bij filmpje over vleermuizen:
Vleermuizen zijn zoogdieren (warmbloedig)
In het volgende filmpje worden 6 aanpassingen genoemd waardoor de vleermuis kan overleven in de winter. Schrijf ze alle 6 in je schrift.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In een koude omgeving
- is de stofwisseling van koudbloedige dieren ....?
- is de stofwisseling van warmbloedige dieren ....?

A
koudbloedig: laag warmbloedig: laag
B
koudbloedig: hoog warmbloedig: laag
C
koudbloedig: laag warmbloedig: hoog
D
koudbloedig: hoog warmbloedig: hoog

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1: wat klopt?
waarom?
gebruik grafiek
A
dolfijn is koudbloedig
B
haai is koudbloedig
C
dolfijn is warmbloedig
D
haai is warmbloedig

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk (zet in je plenda!)
Lees B2
Maak de opdrachten volgens planning

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies