Fascisme en Communisme na 1929

Tijd van wereldoorlogen: Fascisme en Communisme na 1929
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijd van wereldoorlogen: Fascisme en Communisme na 1929

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
  •  Wat gaan we vandaag leren?/opdracht(10 minuten)
  • Uitleg: Fascisme en communisme (20 minuten).  
  • Opdracht maken: opdracht (10 minuten) 
  • Afsluiten van de les(10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren? 
  • Aan het einde kunnen we uitleggen waarom na 1929 de populariteit van het fascisme en communisme in Europa groeide.'

  • We hebben geoefend met oorzaak-gevolg relaties. 

Slide 3 - Tekstslide

1. Herhaling
  •  Wat vonden de fascisten van democratie. 

  • Hoe was de situatie van Duitsland tijdens de crisis van de jaren 30. 

  • Waarom kon in Italië de fascisten aan de macht komen.  

Slide 4 - Tekstslide

1. Fascisme en communisme na 1929
  • Naast Italië begon ook in Duitsland en andere land begon het Fascisme te groeien.

  • Verschillende partijen zoals de NSB, BUF en PNF.

  • De meeste landen waren Democratisch, waaronder Duitsland ook wel de Weimar Republiek. 


Slide 5 - Tekstslide

2. Fascisme en communisme na 1929
  • Met de oprichting van de fascistische partij in Duitsland genaamd de NSDAP.

  •  Onder leiding van Hitler begonnen de partij de schuld te geven aan de joden en regering. 

  • Hitler wilden ook de afspraken niet nakomen van het verdrag van Versailles. 


Slide 6 - Tekstslide

3. Fascisme en communisme na 1929
  • In Nederland was de NSB actief onder de leiding van Anton Mussert.

  • Hij wilden dat Nederland groot en sterk land werd waarbij België en Luxemburg weer onderdeel werden van Nederland.   

  • Ook kwamen er naast de fascistische, maar ook communistische partijen.

Slide 7 - Tekstslide

4. Fascisme en communisme na 1929
  • Na 1929 begonnen veel communistische partijen te groeien. 

  • Dit kwam voornamelijk door vele arbeiders die hun banen verloren tijdens de wereldcrisis. 

  • De uitgebuiten en achtergestelde arbeiders moest vooraan komen te staan. 


Slide 8 - Tekstslide

5. Fascisme en communisme na 1929
  • Toch waren er veel tegenstanders tegen de communisten. 

  • Veel grondbezitters en winkelier sloten zich daarom vaak aan bij de fascisten 

  •  Zij zouden namelijk hun beschermen tegen de communisten. 

Slide 9 - Tekstslide

1. Oorzaak-gevolg
  • Toch waren er veel tegenstanders tegen de communisten. 

  • Veel grondbezitters en winkelier sloten zich daarom vaak aan bij de fascisten 

  •  Zij zouden namelijk hun beschermen tegen de communisten. 

Slide 10 - Tekstslide

1. Oorzaakgevolg
  • Oorzaken: is een verklaring van een gebeurtenis 

  • Oorzaken komen altijd voor een gevolg en kunnen meerdere gevolgen hebben. 

  • Voorbeelden van oorzaken van WO1. 



Slide 11 - Tekstslide

2. Oorzaakgevolg
  • Gevolgen: Een gevolg volgt iets wat gebeurt. De moord op prins Ferdinand leidt tot WO1. 

  • Wat waren de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog? 

Slide 12 - Tekstslide