Krachten spieren

Krachten spieren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Krachten spieren

Slide 1 - Tekstslide

Welkom vandaag 
Planning vandaag
  • Vragen?
  • wetenschappelijke notaties
  • formules
  • Spieren en poster
  • Opdracht
Neem plaats  
Nodig pen en papier


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen jaar 2
  • Je kunt rekenen met de formule F=m*g
  • Je kunt rekenen met de formule
  • Je kent de eenheden van de formules
  • Je kunt rekenen met het metriekstelsel
  • Je kunt rekenen met machten van 10
  • Je kan de functie en bouw van spierstelsel uitleggen
  • Je kan de functie en bouw van bottenstelsel uitleggen
V=tS

Slide 3 - Tekstslide

Wetenschappelijke notaties
Zet het getal om in een wetenschappelijke notatie

1e getal ligt tussen 1 en 10 of        1 <getal< 10
dan tellen hoeveel  keer 10 of hoe vaak gedeeld door 10
OF tellen hoeveel de komma opschuift


9870000 wordt                                                                                             0,0567 wordt

10+waarde
10waarde

Slide 4 - Tekstslide

zwaartekracht
De aarde trekt voorwerpen aan met de zwaartekracht
Op een voorwerp van 1 kg werkt een zwaartekracht van 10 N 
Fz (N)= m (kg) x 9.81 N/kg
Massa: kg overal hetzelfde
Gewicht/Kracht: N afhankelijk waar je bent

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Nog één
Wat
Symbool
Eenheid
Snelheid
V
km/h of m/s
Tijd
t
h of s
Afgelegde afstand
S
km op m

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
Het spierstelsel

Slide 8 - Tekstslide

Aan het eind van de les weet je hoe een gewricht
  • Welke botten er in de schouder en arm zitten;
  • Welk type gewricht (scharniergewricht, kogelgewricht, rolgewricht) het ellebooggewricht is;
  • Welk type gewricht het schoudergewricht is.
  • Hoe een spier opgebouwd is, uit welke onderdelen deze bestaat;
  • Waarmee spieren aan het skelet vastzitten;
  • Welke twee spieren je nodig hebt om je arm te kunnen buigen en strekken.

Slide 9 - Tekstslide

Botten in armen en schouders
sleutelbeen
schouderblad
opperarmbeen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt een gewricht?
3 soorten
Kogelgewricht: zit in je schouder, je arm kan alle kanten op bewegen 
Scharniergewricht: verbinding tussen de ellepijp en opperarmbeen. Kan maar in 1 richting heen en weer bewegen (zoals een deur)
Rolgewricht: verbinding tussen je spaakbeen en ellepijp. Rond draaien
EllePijp aan de kant van de Pink

Slide 12 - Tekstslide

Gewrichten
Veel oefenen zodat je gewrichten soepeler bewegen.

  1. Kogelgewricht 
  2. Rolgewricht
  3. Scharniergewricht

Slide 13 - Tekstslide

Beenderen van het been
Dijbeen
Knieschijf
Kuitbeen
Scheenbeen
Voetwortelbeen
Middenvoetsbeen

Slide 14 - Tekstslide

Sterke Spieren


Slide 15 - Tekstslide

 Spieren
Leerdoelen:
Je weet
dat spieren met pezen aan het skelet vastzitten
waarvoor spieren gebruikt worden
hoe een spier werkt
hoe je de armen buigt en strekt

Slide 16 - Tekstslide

Waar zitten je spieren?
In je lichaam, onder je huid zitten +/- 600 spieren
alle spieren samen = spierstelsel
spieren zitten onder je huid
spieren zitten in organen (maag)
je hart is een spier en je tong
     ook

Slide 17 - Tekstslide

Spieren in je organen
Je hebt ook spieren in je organen. Bijvoorbeeld in de wand van je maag en je darmen. Deze spieren zorgen ervoor dat het voedsel wordt gekneed en vervoerd. Zelfs in je huid zitten spieren. Aan elk haartje zit een klein spiertje vast. Als je kippenvel krijgt, trekken die spiertjes samen. Ook je hart is een spier. De hartspier pompt het bloed door je lichaam.
Spiertje

Slide 18 - Tekstslide

Hoe werkt een spier?
Spieren bestaan uit een groot aantal spiervezels (spiercellen)
Deze spiercellen zitten in groepjes bij elkaar in een spierbundel.
De spier zit met pezen vast aan je botten
Opbouw

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

De werking van spieren
• Om je arm te buigen, gebruik je de armbuigspier (biceps). Deze is dan gespannen (kort en dik). De buigspier trekt aan het spaakbeen. Hierdoor buigt de arm.
• Om je arm te strekken, gebruik je de armstrekspier (triceps). Als deze spier aanspant, trekt hij aan de ellepijp. Daardoor wordt de arm gestrekt. 
Om een bot te bewegen heb je altijd twee spieren nodig: een buigspier en een strekspier.



armbuigspier
(biceps)
armstrekspier
(triceps)
Je ziet de spieren die je onderarm bewegen
Antagonisten

Slide 21 - Tekstslide

antagonisten
Antagonisten    Buig- en strekspier: bi- en triceps       Voel maar bij jezelf 
Spieren werken samen:
De ene spier trekt samen, de andere spier wordt uitgerekt.

Slide 22 - Tekstslide

Pezen
Om elke spierbundel zit een vlies.
Vliezen van alle bundels in een spier zijn aan het uiteinde samengegroeid tot één of meer pezen.
Spieren zitten met pezen vast aan de botten.
Dit zijn de witte delen aan het einde van de spier. 
Pezen zijn taaie, stevig en niet elastisch en kunnen zich niet samentrekken. 


Slide 23 - Tekstslide

Werking van een spier
Als je een spier aanspant, wordt hij korter en dikker. De spier trekt dan de botten naar elkaar toe.

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen jaar 2
  • Je kunt rekenen met de formule F=m*g
  • Je kunt rekenen met de formule
  • Je kent de eenheden van de formules
  • Je kunt rekenen met het metriekstelsel
  • Je kunt rekenen met machten van 10
  • Je kan de functie en bouw van spierstelsel uitleggen
  • Je kan de functie en bouw van bottenstelsel uitleggen
V=tS

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet nu
dat spieren met pezen aan het skelet vastzitten
waarvoor spieren gebruikt worden
hoe een spier werkt
hoe je de armen buigt en strekt

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
op opgaven worden uitgedeeld

Maken grafiek

Let op op de x-as komt de onafhankelijke variabele.
Bij het wegen (jaar en gewicht) van de hond, is dit
Bij de afgelegde afstand en de tijd is dit 


Slide 27 - Tekstslide