Organismen uit vier rijken

Organismen uit vier rijken
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Organismen uit vier rijken

Slide 1 - Tekstslide

Maak jezelf startklaar!
Succesvolle leerlingen beginnen goed aan de les:

- boeken
- jas uit
- telefoons weg
- wees rustig

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: organismen leven samen

1.1 Organismen indelen
Leerdoel:
- je kunt een organisme in het juiste rijk indelen
(op basis van de cellen)

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Organismen indelen
Een organismen is een levend wezen
Zes levenskenmerken:                   



Vier rijken: 




Voeden
Groeien
Ademen
Uitscheiding
Reageren (op prikkels)
voorplanten

Plantenrijk,
Dierenrijk
Schimmelrijk
Bacterierijk

Slide 4 - Tekstslide

Determineren 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom hebben organismen Latijnse namen?
  • Carl Linnaeus
  • wetenschappelijke naam bestaat altijd uit 2 delen

  1. geslachtsnaam
  2. soortaanduiding

Elephas maximus

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Plantenrijk
Planten hebben vier organen:

  • Wortel
  • Stengel
  • Bladeren
  • bloemen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Maak jezelf startklaar!
Succesvolle leerlingen beginnen goed aan de les:

- boeken
- jas uit
- telefoons weg
- wees rustig

Slide 10 - Tekstslide

Kunnen dieren energie halen uit het zonlicht?
A
Ja, want...
B
Nee, want...
C
hun cellen hebben cytoplasma
D
hun cellen hebben geen bladgroenkorrels

Slide 11 - Quizvraag

Uit hoeveel afdelingen bestaat het dierenrijk?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 12 - Quizvraag

Waarom horen kwallensoorten bij de afdeling holtedieren?
A
leeft in het water
B
heeft een skelet
C
heeft een schelpje
D
heeft tentakels met netels

Slide 13 - Quizvraag

Waarom horen slakkensoorten bij de afdeling weekdieren?
A
heeft geen skelet
B
heeft een skelet
C
heeft een schelpje
D
heeft tentakels met netels

Slide 14 - Quizvraag

Gewervelden: wat is een verschil tussen vogels en reptielen?
A
warmbloedig/koudbloedig
B
eieren
C
ruggengraat
D
longen

Slide 15 - Quizvraag

Gewervelden: wat is een verschil tussen zoogdieren en vogels?
A
warmbloedig/koudbloedig
B
eieren
C
veren/haren
D
longen

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk
Paragraaf 1.2 
maken 4, 6, 8, 9, 11, 12, 15


Vandaag: 1.3 Dierenrijk & 1.4 Schimmel en bacterierijk

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
Herhalen vorige les
Afmaken 1.3
Uitleg 1.4 en 1.5
Maken oefentoets
Leerdoelen
Maken huiswerk

Slide 18 - Tekstslide

Indelen in 4 rijken
Organismen zijn verdeeld in 4 rijken. Het verschil zie je aan de bouw van hun cel!

Ieder organisme heeft:
  • cytoplasma
  • celmembraan

Slide 19 - Tekstslide

van cel naar organisme

Slide 20 - Tekstslide

1.3 Dierenrijk
Onderdelen van een dierlijke cel:


 


Stevigheid van dieren:

  • Celmembraan
  • Cytoplasma
  • celkern

  • Dieren cellen hebben geen celwand
  • Gewervelde dieren hebben een inwendig skelet
  • Geleedpotigen en weekdieren een uitwendige skelet

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Afdelingen van het dierenrijk

Slide 24 - Tekstslide

Schimmelrijk

Slide 25 - Tekstslide

Schimmelcel

Slide 26 - Tekstslide

Bacterie
  • Bestaat uit één cel
  • Planten zicht voort door celdeling
  • Sommige hebben aan de buitenkant van de cel lange zweepharen of korte trilharen (voor bewegen)

Slide 27 - Tekstslide

Voedsel en vermeerderen van schimmels en bacteriën 
Leven van voedingsstoffen uit afval of resten van andere organismen
Breken voedingsstoffen af tot water, koolstofdioxide en mineralen




Schimmels -> vormen sporen
Bacteriën -> doen aan celdeling


Temperatuur
Hoeveelheid water
Hoeveelheid zuurstof
Hoeveelheid voedingsstoffen
Hoeveelheid zuur

Slide 28 - Tekstslide

Spel
Maak de juiste combinaties met de kaartjes die je krijgt. 

Slide 29 - Tekstslide

afMaken
1.3 opdrachten: 1, 2, 3, 6, 10, 11

Bespreken over max 20 minuten!!

Slide 30 - Tekstslide

1.5 Voedselkringloop
Fotosynthese: proces waarbij planten de energierijke stof GLUCOSE aanmaken








Uit glucose en mineralen maken planten zetmeel, eiwitten en vetten

Slide 31 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 32 - Tekstslide

Zie nieuwsbericht
https://nos.nl/l/2400404
(kopieer en plan in een nieuw tabblad)
- Lees het bericht door
- Schrijf alle organismen op
- Maak met de organismen een voedselketen

een pijl betekent: Wordt gegeten door!

Slide 33 - Tekstslide

De vier rijken: Plantenrijk,
dierenrijk, schimmelrijk, ....
A
Bactierierijk
B
Virusrijk
C
Macrorijk
D
Eencellige

Slide 34 - Quizvraag

Het dierenrijk heeft 8 groepen. Welke hiervan is er geen?
A
geleedpotigen
B
Stekelhuidigen
C
wormen
D
vogels

Slide 35 - Quizvraag

De gewervelden zijn verdeeld in 5 groepen. Welke van onderstaande is daar geen groep van?
A
vissen
B
zoogdieren
C
vogels
D
insecten

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een orgaan?
A
Stroperig vloeistof in de cel
B
Een deel van een organismen met een eigen taak
C
De kleinste bouwsteen
D
Een deel van je lichaam

Slide 37 - Quizvraag

Noem een onderdeel van een plantencel dat een dierencel niet heeft.
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
Celwand

Slide 38 - Quizvraag

Planten hebben een celwand, wat stevigheid biedt. Wat zorgt er voor dat dieren ook stevig zijn?
A
Veel meer cellen die dichter op elkaar zitten
B
"Volle" cellen
C
Spieren
D
Een skelet

Slide 39 - Quizvraag

Hoe heet het stelsel schimmeldraden onder de grond?
A
Sporen
B
Paddenstoel
C
Zwamvlok

Slide 40 - Quizvraag

Wat hebben plantencellen wel wat schimmelcellen niet hebben?
A
Vacuole
B
Celkern
C
Celwand
D
Bladgroenkorrels

Slide 41 - Quizvraag

Welke organen heeft een plant?
A
wortels, vaten, stengel, bladeren
B
wortels,stengel, bladeren,bloemen
C
wortels,stengel,bloemen
D
wortels,bladgroenkorrels, bloemen

Slide 42 - Quizvraag

Wat is conserveren?
A
Een manier om voedsel te bewaren
B
Een manier hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten
C
Een manier om voedsel te maken
D
Een manier om bacteriën en schimmels te doden

Slide 43 - Quizvraag

In een voedselkringloop heeft alles een rol. Wat is de rol van de planten?
A
Consumenten
B
Reducenten
C
Producenten

Slide 44 - Quizvraag

Hoe heeft het proces waarbij planten glucose aanmaken?

Slide 45 - Open vraag

Welke twee stoffen heeft een plant nodig voor de fotosynthese?

Slide 46 - Open vraag

Koolstofdioxide
Water
Zonlicht
Glucose
Zuurstof

Slide 47 - Sleepvraag

Huiswerk
Maak opdrachten van 
1.4:  3, 5, 6, 8
1.5:  1 tm 7

Slide 48 - Tekstslide