Les 2. Celorganellen

• Biologie
• MBO
• Studiejaar 1

Celorganellen

Welke celorganellen heb je onthouden?

Semipermeabel

Cytoskelet

In planten en dierlijke cellen

  

Zorgt voor de stevigheid van de cel

Is geleider voor organellen die door de cel vervoerd moeten worden

Bestaat uit 3 onderdelen

Microfilamenten (spanning cel)

Microtubuli (belangrijk bij celdeling, transport)

Intermediaire filamenten (verschillende functies)

Mitochondriën

Met behulp van zuurstof wordt uit glucose ATP gemaakt

ADP = Adenosine-di-fosfaat

2 fosfaat

ATP = Adenosine-tri-fosfaat

3 fosfaat

Celkern (nucleus)

Cellen hebben hun genetisch materiaal los in de cel of in een celkern.

Genetisch materiaal omgeven door membraan = celkern

Eukaryoot

Desoxyribonucleïnezuur

Transcriptie en translatie

DNA 

Script

Translate

Eiwit

Nog niet klaar!!

Ribosomen

Maakt eiwitten

Leest mRNA af

Zoekt aminozuur bij de code

Plakt aminozuren aan elkaar

Translatie

Endoplasmatisch reticulum

Ruw of glad

In samenwerking met de ribosomen -> eiwitten

Worden gevouwen

Centrale vacuole

Opslagplaats voor oplosbare stoffen

Stevigheid plant

Bekijk de afbeelding

Wat heeft het organisme nodig voor de fotosynthese?

Wat is het eindproduct van de fotosynthese?

Hoe komt de CO2 en de O2 het organisme in en uit?

Chloroplasten / bladgroenkorrels

Het blad

Waar vind het plaats?

Vooral in de bladeren, ook in stengel

Fotosynthese

Bestaat uit 2 gedeelten

Foto gedeelte = licht afhankelijk = lichtreacties

Synthese gedeelte = licht onafhankelijk = donkerreacties

Lichtreacties = in het granum

Donkerreacties = in het stroma

Celwand

Bestaan uit cellulose

Voor stevigheid

Officieel geen onderdeel van de cel maar van de intercellualaire ruimte

Golgiapparaat

Worden stoffen uit het endoplasmatisch reticulum verwerkt.

Klaar? Transport naar buiten de cel of in de cel

Microvilli

Microscopische uitstulpingen van cellen

Oppervlaktevergroting 

Veel in de darmen

Centrosoom

Netwerk van draden

Trekt tijdens celdeling chromosomen uit elkaar