Week 6 - les 2

Bonjour!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme:

* Vocabulaire A
* Au travail: ex. 6 et 7
* Discuter D-toets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij de D-toets.



Slide 2 - Tekstslide

Le programme:

* Vocabulaire A
* Au travail: ex. 6 et 7
* Discuter D-toets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij de D-toets.



Slide 3 - Tekstslide

Vocabulaire A (p. 40)
* Lire à haute voix les mots français

Attention!
l'ami, l'amie -> mannelijke en vrouwelijke vorm
dernier/dernière -> ligt aan het woord waar het bij hoort
la semaine dernière = de vorige week
l'équipe -> vrouwelijk woord, dus une équipe 

Slide 4 - Tekstslide

Traduisez:
1. de broer is leuk
2. een vriendin
3. ik heb verloren
4. jij hebt gewonnen
5. de opa is grappig
6. het team is goed
timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Corrigez:
1. de broer is leuk = le frère est chouette
2. een vriendin = une amie
3. ik heb verloren = j'ai perdu
4. jij hebt gewonnen = tu as gagné
5. de opa is grappig = le grand-père est drôle
6. het team is goed = l'équipe est bien

Slide 6 - Tekstslide

Le programme:

* Vocabulaire A
* Au travail: ex. 6 et 7
* Discuter D-toets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij de D-toets.



Slide 7 - Tekstslide

Au travail!
* Faites ex. 5ab, 6ab et 7 (p. 13, 14, 15)
* Temps: 10 minutes
* Prêt? Apprenez voca A
6a: zet in volgorde van verleden naar toekomst
6b: zet het woord in de juiste zin
7a: zoek de antwoorden op de vragen in de tekst. 
7b: maak 3 nieuwe zinnen, pak steeds één blokje uit elke kolom.

Slide 8 - Tekstslide

Ex. 5
Ex. 5a: Léa = enthousiaste, impatiente, décue, surprise
Gabin = irrité, décu

Ex. 5b: 
1. B
2. A
3. B
4. B

Slide 9 - Tekstslide

Le programme:

* Vocabulaire A
* Au travail: ex. 6 et 7
* Discuter D-toets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij de D-toets.



Slide 10 - Tekstslide

Diagnostische toets
Wat ging goed?
- woordjes, die hebben jullie heel goed geleerd!

Wat ging minder goed?
- de grammatica (être, bezittelijk voornaamwoord, klokkijken)
- de zinnen
We gaan daar nu even mee oefenen. Je mag aantekeningen erbij houden.

Slide 11 - Tekstslide

Traduis:
jullie zijn

Slide 12 - Open vraag

Traduis:
hij is

Slide 13 - Open vraag

Remplis:
(haar) ... livres

Slide 14 - Open vraag

Remplis:
(jouw) ... école

Slide 15 - Open vraag

Remplis:
(hun) ... note

Slide 16 - Open vraag

Traduis:
Vrijdag heb ik Engels en aardrijkskunde.

Slide 17 - Open vraag

Traduis:
Wat is jullie lievelingsvak?

Slide 18 - Open vraag

We gaan hier nog meer mee oefenen in de volgende lessen!

Slide 19 - Tekstslide

Le programme:

* Vocabulaire A
* Au travail: ex. 6 et 7
* Discuter D-toets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.
* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij de D-toets.



Slide 20 - Tekstslide

La fin
Les devoirs
Faire: ex. 6ab et 7.
Apprendre: bloc A. (het staat al in Quizlet)




Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide