Place adverb / woordvolgorde

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Welcome!

Planning:
Lessen op maandag

Vandaag: Laatste les

Morgen: Herhaling + oefentoets

Vrijdag: Oefentoets + nakijken

Maandag of Dinsdag toets

Grammar: place adverb

Adverbs zijn bijwoorden. 

Deze geven aan hoe vaak iets gebeurt.

Plaats van het bijwoord

Woorden die daarvoor gebruikt worden zijn bijvoorbeeld:

Usually, often, always, never

Plaats van het bijwoord

ALTIJD voor het hoofdwerkwoord

BEHALVE bij am/are/is/was/were dan komt het erna! 

Adverbs of frequency

Wat is de plaats van het bijwoord?

Adverbs of frequency

Position in sentence:

before the verb

--> I always eat bread for lunch.

BUT after to be

--> I am never late!

Waar plaatsen we adverbs of frequency?

1. Always I play football.
2. I always play football.
3. I play always football.
4. I play football always.

Waar plaats je een Adverb of Frequency?

1. She is always late.
2. Always she is late.
3. She is late always.
4. She always is late.

She is walking the dog (often)

She goes to the cinema. (never)

My mother wears a skirt. (always)

(frequently) We go to the malls in town.

(often) The cows are checked for illnesses.

(regularly) The kids are screened for lice.

(recently) Treasure finders have come across a sunken ship.

(never) I will go see a bad film again.

(always) The sisters are too late.

Aan de slag!

1. Werkblad

2. 

KL Unit 5 Opdr: 48, 49, 50, 52, 56, 57

TL Unit 5 Opdr: 48, 49, 50, 51, 52, 55, 56, 57, 60