Herhalen unité 1

Bonjour!
Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui  ?

- Proefwerk plannen    --> 2 juni 
- Het rijtje van 'être'  herhalen
- De lidwoorden herhalen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour!
Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui  ?

- Proefwerk plannen    --> 2 juni 
- Het rijtje van 'être'  herhalen
- De lidwoorden herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Proefwerk unité 1
Wat moet je kunnen?
- 8 woorden vertalen van het F-N
- 8 woorden vertalen van het N-F
- Het rijtje van 'être'  kunnen toepassen in een zin
- De lidwoorden kunnen toepassen in een zin
- 5 zinnen vertalen van het N-F
Bonus:  antwoord geven op vragen + cultuur vragen

Slide 2 - Tekstslide

Proefwerk unité 1 
Hoe leer je ?    !!!!!  BEGIN OP TIJD + HERHALEN !!!!! 
- Schrijf de woordjes en zinnen een aantal keer over
- oefen vervolgens de woordjes en zinnen in studygo
- maak eventueel woordkaartjes
- laat je ouders de woordjes en zinnen overhoren
- maak de grammatica opdrachten opnieuw
- doe goed mee in de lessen!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 5 - Sleepvraag

être toepassen in een zin 
!! schrijf het rijtje van être op je proefwerkblad  !! 
Stap 1:  Wat is je onderwerp ( = eerste woordje van de zin)
Stap 2: Kijk in je rijtje van être en vul de juiste vervoeging in
Stap 3: Staat het onderwerp niet in je rijtje ?  (naam) 
                 - is het enkelvoud ==>  gebruik il/elle
                 - is het meervoud ==>  gebruik ils/elles   

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: 
1.  Nous ………………… au Maroc.     

2.  Alicia ......................... au Maroc       

3. Alicia et Maggie ................... au Maroc 

Sommes  -   est    - sont 

Slide 7 - Tekstslide

Vous ............. à l'école

Slide 8 - Open vraag

Je ............ malade

Slide 9 - Open vraag

.......... heureux (zij zijn) m.

Slide 10 - Open vraag

.......... à Amsterdam (jij bent)

Slide 11 - Open vraag

Het lidwoord  in het Frans

                             Man.             Vrouw.          Klinker/ h          MV  
De/het           Le                         La                   L'                          Les 
Een:                 Un                     Une                  x                          Des 
   
De jongen:  Le garçon                       De jongens:   les garçons 
Een jongen: un garçon                            jongens:   des garçons

Slide 12 - Tekstslide

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Lidwoorden 
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is ook alweer het stappenplan voor het invullen van een lidwoord?

Slide 14 - Open vraag

Door welke twee woorden vertaal je 'een'

Slide 15 - Open vraag

Kun je het woordje "des" in het Nederlands vertalen ?
JA
Nee

Slide 16 - Poll

Bij het meervoud, komt er achter mijn zelfstandig naamwoord een "s"
Waar
Niet waar

Slide 17 - Poll

………….. hôtel est dans le centre. (het)

Slide 18 - Open vraag

........ ami est sympa (de)

Slide 19 - Open vraag

....... amis sont sympa (de)

Slide 20 - Open vraag

...... amis sympa. (--)

Slide 21 - Open vraag

....... fille est mignonne (het)

Slide 22 - Open vraag

......... filles aiment voyager (de)

Slide 23 - Open vraag

....... fille mange du chocolat (een)

Slide 24 - Open vraag

C'est ....... bus (een)

Slide 25 - Open vraag

Ik begrijp de grammatica.
0 =ik snap het helemaal niet 10 = ik snap het helemaal
010

Slide 26 - Poll

Vul de planning voor jezelf in  ( 13 dagen - 20 min) 

Slide 27 - Tekstslide

Wat doe je tijdens Duits
* je leert voor het proefwerk!!! 

Slide 28 - Tekstslide