herhaling deel 2

Welkom 
in deze lessonup vinden jullie enkele herhalingsvragen die horen bij paragraaf 5 en 6 van hoofdstuk 2.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
in deze lessonup vinden jullie enkele herhalingsvragen die horen bij paragraaf 5 en 6 van hoofdstuk 2.

Slide 1 - Tekstslide

Wat bedoelen we ''normaal'' met het woord ritueel?
A
Iets wat je doet
B
een handeling waar je bij praat
C
een handeling die op een bepaald moment of tijd terugkomt
D
een handeling die op de leuke momenten komt

Slide 2 - Quizvraag

Noem een dagelijks ritueel wat je zelf gebruikt?

Slide 3 - Open vraag

Als een ritueel levensbeschouwelijk word dan wordt de betekenis anders?
namelijk
A
Gebruik
B
Geloof
C
Bidden
D
Godsdienstig gebruik

Slide 4 - Quizvraag


Slide 5 - Open vraag

Rituelen
We hebben nu een paar vragen gehad over paragraaf 5 (Bladzijde 42 t/m 45).
Gingen de vragen goed dan werk je door. Heb je foutjes gemaakt dan kun je nog eens goed kijken naar deze bladzijdes om te oefenen en te leren.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk feest
Traditioneel feest
Levensbeschouwelijk feest

Slide 7 - Sleepvraag

Wat zijn de 4 kenmerken van een symbool?

Slide 8 - Open vraag

De Menora. De zevenarmige kandelaar die de ''eeuwige vlam'' wordt genoemd .
Vrede van Christus (Pax Christi) de katholieke vredesbeweging heet ook Pax Christi. Vrede voor de hele wereld met Jezus als voorbeeld.
Ohm. Dit symbool staat voor de oerklank ''AUM''. Dit is het heilige geluid wat staat voor volmaaktheid.
Symbool uit het Jodendom. Beide driehoeken hebben en betekenis. 1 verwijst naar God de andere vrewijst naar de mens.  

Slide 9 - Sleepvraag

Paragraaf 5
Met deze vragen heb  je een groot gedeelte van paragraaf behandeld. Ging dit goed?
Heb je hier wat foutjes in gemaakt dan zul je nog eens goed naar de onderdelen in paragraaf 5 (Bladzijde 44 t/m 51) moeten kijken of in je samenvatting. 

Slide 10 - Tekstslide

Paragraaf 6
Paragraaf 6 gaat het vooral over een actieve en een passieve aanhanger. Zoals we in de les hebben gezegd is een actief iemand een persoon die meewerkt en meedenkt binnen de groep. Een Passief iemand is een persoon die er wel bij hoort maar verder niets doet. 
Als je een actieve aanhanger bent van een geloof dan werk je daar ook aan buiten de kerk en niet alleen op zondag.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een actieve aanhanger?

Slide 12 - Open vraag

Einde
Je bent aan het einde beland van de herhaling van het hoofdstuk. Je gaat nu nog even kijken waar je foutjes zaten dus waar jij nog wat aandacht aan zult moeten besteden.

Heb je vragen of snap je iets niet goed dan kun je altijd een berichtje doen via teams of magister!

Slide 13 - Tekstslide