Oefenen met tweetekenklanken

Tweetekenklanken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Tweetekenklanken

Slide 1 - Tekstslide

Koken doe je in de
A
kueken
B
keuken
C
kuiken
D
kiuken

Slide 2 - Quizvraag

Mannen die op het land werken, heten
A
buiren
B
beoren
C
boeren
D
biuren

Slide 3 - Quizvraag

Op het strand kun je spelen met een
A
vlieger
B
vleiger
C
vleuger
D
vlijger

Slide 4 - Quizvraag

In de kelder vind je soms
A
meuzen
B
muezen
C
miuzen
D
muizen

Slide 5 - Quizvraag

Als je er nog net niet bent, ben je er
A
beina
B
bijna
C
biena
D
buina

Slide 6 - Quizvraag

Als het mooi weer is, speel je lekker
A
buiten
B
biuten
C
bueten
D
beuten

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb een vader en een
A
meoder
B
mouder
C
moeder
D
muoder

Slide 8 - Quizvraag

Een klein kind noem je ook wel een
A
kluiter
B
klueter
C
kliuter
D
kleuter

Slide 9 - Quizvraag

Niet veel maar
A
wuinig
B
weinig
C
wienig
D
wijnig

Slide 10 - Quizvraag

Om tien uur hebben wij even
A
pauze
B
puaze
C
pouze
D
puoze

Slide 11 - Quizvraag

In Nederland betalen we met de
A
uuro
B
uero
C
euro
D
uiro

Slide 12 - Quizvraag

Een klein mannetje met een puntmuts noem je een
A
kabauter
B
kabuiter
C
kabuoter
D
kabouter

Slide 13 - Quizvraag

Als je met koek morst, krijg je
A
kreumels
B
kruimels
C
kriumels
D
kruemels

Slide 14 - Quizvraag

De schapen staan in het
A
weiland
B
wijland
C
wieland
D
weeland

Slide 15 - Quizvraag

Als je leert, maak je ook wel eens
A
fuoten
B
fauten
C
fuiten
D
fouten

Slide 16 - Quizvraag

Iets dat je niet mag doorvertellen, heet een
A
gehiem
B
gehuim
C
gehijm
D
geheim

Slide 17 - Quizvraag

De brandweer heeft een grote
A
speut
B
spuit
C
spiut
D
spuut

Slide 18 - Quizvraag

Dat huis staat op een
A
huivel
B
huevel
C
heuvel
D
heevel

Slide 19 - Quizvraag

Met mijn hand maak ik een
A
veust
B
viust
C
vuest
D
vuist

Slide 20 - Quizvraag

Ik heb een ring van
A
goud
B
gaud
C
guad
D
guod

Slide 21 - Quizvraag