Commercieel beleid 2

Commercieel beleid 1
Week 2
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commercieel beleidMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Commercieel beleid 1
Week 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat is commercieel beleid?

Slide 2 - Open vraag

Commercieel beleid
Commercieel beleid is het beleid dat je gebruikt om de producten zo goed mogelijk te verkopen.

Commercieel beleid horen alle plannen die je maakt om het inkoopbeleid en verkoopbeleid in te vullen. 

Slide 3 - Tekstslide

Planning aankomend jaar
Aankomend jaar stappen wij in de wereld van het commercieel beleid. We gaan er elke periode dit jaar mee bezig. 

In de eerste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 1 en in de laatste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 2.

Slide 4 - Tekstslide

Periode 1
In periode 1 gaan we bezig met het boek commercieel beleid 1A:

De stappen in de wereld van retail,
gaan bezig met vormen van samenwerken,
en zoeken uit wat de winkelformule is. 


Slide 5 - Tekstslide

Bedrijfsplan
De theorie die je tijdens deze lessen leert pas je toe op je eigen stagebedrijf en verwerk je in je bedrijfsplan

Bedrijfsplan starten we in periode 3&4 en wordt de eindscriptie van je opleiding.

Slide 6 - Tekstslide

Agenda
Week 1: De wereld van de retail
Week 2: De wereld van de retail
Week 3: De wereld van de retail
Week 4: Samenwerken
Week 5: Samenwerken
Week 6: Winkelformule
Week 7: Winkelformule
Week 8: Winkelformule

Slide 7 - Tekstslide

Nut van deze les
Aan het einde van de les..

.. weet jij wat de organisatiestructuur is.
.. weet jij wat een inkoop en verkoopbeleid is.

Slide 8 - Tekstslide

Retail
Met retail worden bedrijven bedoeld die producten aan consumenten verkopen. 

Slide 9 - Tekstslide

Taken van retailer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Organisatiestructuur
Organisatiestructuur is de wijze waarop taken binnen een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop vervolgens afstemming tussen deeltaken tot stand is gebracht.


Slide 12 - Tekstslide

Vier varianten organisatiestructuur

lijnorganisatie

lijn-staf organisatie

projectorganisatie

matrixorganisatie


Slide 13 - Tekstslide

Lijnorganisatie & lijn-staforganisatie
Lijnorganisatie
Een lijnorganisatie kom je vaak tegen bij betrekkelijk kleine bedrijven, waar de werkzaamheden eenvoudig te organiseren zijn.
Lijn-staforganisatie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Inkoopbeleid
Bij het inkoopbeleid onderzoek je welke producten je het beste kunt kopen. 

Prijs/kwaliteit
vergelijkt leveranciers
onderzoekt op welke manier je de producten wilt inkopen

Slide 16 - Tekstslide

Verkoopbeleid
Bij het opstellen van je verkoopbeleid onderzoek je hoe je de artikelen en/of diensten die jij als retailer wilt aanbieden het beste kunt verkopen.

1. Onderzoek naar je markt doen
2. Trends en ontwikkelingen volgen
3. Concurrentie in kaart brengen
4. Commerciële cijfers berekenen
5. Winkelformule bewaken
6. Marketingbeleid bepalen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van retail?

Retailbedrijven verkopen aan..
A
bedrijven
B
consumenten
C
zowel bedrijven als consumenten
D
overheidsinstellingen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen retailers en de detailhandel?

Slide 19 - Open vraag

Verschil
Het verschil tussen detailhandel en retail is dat detailhandel volgende de definitie 
alleen artikelen verkoopt en 
retailers kunnen artikelen en/of diensten verkopen. 

Slide 20 - Tekstslide

Retail ondernemingen
In de retail kom je verschillende ondernemingen tegen. Je hebt de kleinere zelfstandige ondernemer met een eigen winkel, je komt grote bedrijven tegen die in bijna iedere plaatst wel een winkel hebben, maar er zijn ook retailers die geen vaste winkel hebben.

Slide 21 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een retailer die geen vaste winkel heeft.

Slide 22 - Open vraag

Ambulante handel
De handel zonder vaste locatie die plaatsvindt in openbare ruimten, bijvoorbeeld een markt. 

Slide 23 - Tekstslide

Kleinwinkelbedrijf
Zelfstandige retailers met een eigen winkel en minder dan 50 werknemers worden kleinwinkelbedrijf genoemd.

Slide 24 - Tekstslide

MKB
MKB staat voor midden- en kleinbedrijf. Hieronder vallen alle bedrijven met minder dan 250 werknemers. 

Zijn niet alleen bedrijven in de retail!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Waarvoor staan de letters MKB?

Slide 27 - Open vraag

Wil jij liever werken in een klein of groot bedrijf?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Klein vs Groot
Klein bedrijf is vaak gezelliger, meer verschillende taken en meer verantwoordelijkheid.

Groot bedrijf meer doorgroei mogelijkheden, specialistische taken en minder verantwoordelijkheid.

Slide 30 - Tekstslide

Grootwinkelbedrijf
Binnen de retail met meer dan 100 werknemers. Ook retail bedrijven die zeven of meer winkelfilialen hebben behoren bij het grootwinkelbedrijf. 

Slide 31 - Tekstslide

Grootwinkelbedrijf
Wordt meestal centraal aangestuurd vanuit een hoofdkantoor.

Producten kunnen goedkoper worden ingekocht en er zijn distributiecentra. 

Slide 32 - Tekstslide

Samenwerken met grootwinkelbedrijven
Voor zelfstandige ondernemers kunnen de kans krijgen om gebruik te maken van een grootwinkelbedrijf.

Franchising: 
Een commerciële samenwerking om de winkelformule meer bekendheid te geven en de omzet te laten groeien.

Slide 33 - Tekstslide

Verkoopkanalen
Naast dat je retail bedrijven op grootte kunt indelen, kan je ze ook indelen op de manier waarop ze producten verkopen. 

Je kunt schoenen verkopen via een schoenenzaak, op de markt, in een sportzaak of via een webshop

Verkooppunten is een verkoopkanaal.

Slide 34 - Tekstslide

Verkoopkanaal: Fysieke winkel
Supermarkt
Speciaalzaak
Warenhuis
klein warenhuis
Variety store
Mixed store
Conceptstore
Pop-upstore

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Verkoopkanaal: Webshop
Een website waar je artikelen kunt bestellen die worden thuisgezorgd of die je in een winkel kunt ophalen.

Bol.com of Coolblue

Slide 37 - Tekstslide

Verkoopkanaal: Niet-winkelvorm
Ambulante handel: Markt of de oliebollenkraam

Colportage: gevraagde en ongevraagde verkoop aan de deur of via de telefoon. Bijvoorbeeld een thuisparty.

Slide 38 - Tekstslide

Verkoopkanalen naast elkaar
Steeds meer bedrijven verkopen hun producten zowel via een fysieke winkel als via een webshop

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Welk bedrijf verkoopt hun producten zowel online als fysiek?

Slide 41 - Open vraag

Challenge
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan).

1. Wat voor soort onderneming is het bedrijf waar je stage loopt?
2. Wat is MKB en valt jouw stagebedrijf hier ook onder?
3. Via welke verkoopkanalen kunnen de klanten de producten bij jouw stagebedrijf kopen?
4. Heeft je stagebedrijf een fysieke winkel? Zoja, welke soort en leg uit waarom.
5. Doet je stagebedrijf ook aan colportage en/of ambulante handel? 
6. Gebruikt je stage ook een website? Waarom hebben ze hier voor gekozen?

Slide 42 - Tekstslide

Challenge
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan).

1. Welke functies zijn er binnen je stage bedrijf en welke taken hebben de functies?

2. Maak een organigram van je stage bedrijf.

Slide 43 - Tekstslide