15 maart beroepen en werkwoorden herhaling

Planning
Herhaling beroepen
Getallen joggen
Lezen en opdrachten
Werkwoorden
Diglin
Beroepenspel
Afsluiting

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Planning
Herhaling beroepen
Getallen joggen
Lezen en opdrachten
Werkwoorden
Diglin
Beroepenspel
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

DIGLIN+

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke beroepen ken je?

Slide 4 - Woordweb

Imker

Slide 5 - Tekstslide

Welk beroep?
A
de tuinman
B
de kapper
C
de stewardess
D
de makelaar

Slide 6 - Quizvraag

Wat verkoopt een makelaar?

Slide 7 - Open vraag

Wie is dit?
A
de vuilnisman
B
de tuinman
C
de groenteboer
D
de fotograaf

Slide 8 - Quizvraag

Ik werk met water en vuur.
Wie ben ik?
A
De bakker
B
De architect
C
De agent
D
De brandweerman

Slide 9 - Quizvraag

Ik verkoop vlees. Wie ben ik?

Slide 10 - Open vraag

Zoek een foto van een piloot.

Slide 11 - Open vraag

Wie ben ik?
A
De loodgieter
B
de vuilnisman
C
de tuinman
D
de advocaat

Slide 12 - Quizvraag

Ik verkoop brood. Wie ben ik?
A
De bakker
B
De groenteboer
C
De kaasboer
D
De slager

Slide 13 - Quizvraag

Ik knip haar met een schaar.
Wie ben ik?
A
De architect
B
de makelaar
C
de kapper
D
de kok

Slide 14 - Quizvraag

Wie ben ik?
A
de automonteur
B
de vuilnisman
C
de architect
D
de makelaar

Slide 15 - Quizvraag

Wie ben ik?
A
de stewardess
B
de steward
C
de piloot
D
de schoonmaker

Slide 16 - Quizvraag

schaar
roos
heggenschaar
kapper
haar
schoffel
tuinman
kam

Slide 17 - Sleepvraag

loodgieter
kassa
groenteboer
Water
tang
winkel
douche
paprika

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video

Lezen en opdrachten

Slide 20 - Tekstslide

Lezen

Slide 21 - Tekstslide

Ze worden groot.
Ze zijn vrienden.
Leila en de gek
Blz. 36, Melk bij de water

Slide 22 - Tekstslide

Je bent groot.
Leila en de gek 
Blz. 36 Water bij de melk.
trouwen
gek

Slide 23 - Tekstslide

Bal

Slide 24 - Tekstslide

Drinken is het hele werkwoord.

Drink is de ik-vorm
  • ik     ik- vorm           drink
  • jij     ik-vorm + t      drinkt  ..
  • drink  jij/je
  • u     ik-vorm+t         drinkt
  • hij   ik-vorm+ t        drinkt
  • zij   ik-vorm+ t         drinkt
  • wij     hele werkwoord       drinken
  • jullie hele werkwoord       drinken
  • zij      hele werkwoord       drinken

Slide 25 - Tekstslide

Jij (lopen) naar school.
A
lopen
B
loop
C
loopt

Slide 26 - Quizvraag

Jullie (pakken) je tas.
A
pakken
B
pak
C
pakt

Slide 27 - Quizvraag

Selma (eten) een appel.
A
eten
B
eet
C
et

Slide 28 - Quizvraag

Rachid en Tim (drinken) cola.

Slide 29 - Open vraag

Ik (wonen) in Dronten.

Slide 30 - Open vraag

Maak de opdrachten.
Ik (komen) naar de supermarkt. Ik kom naar de supermarkt.
1. Achmed (lopen) naar huis. 
2. Wij (drinken) koffie en water.
3. Ik (pakken) mijn koffer en ik (lopen) naar de bus.
4. Hoe laat (worden) jij wakker?
5. Jij (staan) bij de slager en jij (kopen) vlees.

Slide 31 - Tekstslide

Maak een
zin met een
werkwoord.

Slide 32 - Tekstslide

Welkom bij drama
Beeld een beroep uit.

Slide 33 - Tekstslide

Tot morgen
Welk beroep?

Slide 34 - Tekstslide