NN6 HV2 - H6: Zinsdeelzinnen herh.

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Ik kan onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.
  • Ik kan zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 29 november:
Zinsdelen H5: opdr. 1 t/m 4
Zinsdelen H6: opdr. 1 t/m 5






Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Terugblik 
  • Extra oefenen H6
  • Toets bespreken
  • Zelf aan de slag!

Slide 4 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Wat is het verschil?

Slide 5 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker. 


Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
Hoe herken je deze?

Slide 7 - Tekstslide

Samengevat
Hoofdzin:
Pv en ow naast elkaar
Pv staat vooraan

Bijzin:
Pv en ow niet naast elkaar
Pv staat achteraan.

Slide 8 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen

Slide 9 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin (HZ) en een bijzin (BZ), is de bijzin een onderdeel (een zinsdeel) van de hoofdzin. Je zet dan strepen om de bijzin. Dit is één zinsdeel.

Een zinsdeel is een zinsdeelzin als er een persoonsvorm in staat.

Slide 10 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
De meest voorkomende zinsdeelzinnen zijn:
  • onderwerpszin (ow-zin)
  • lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
  • meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
  • bijwoordelijke bepalingszin (bwb-zin), 'bijwoordelijke bijzin'

Slide 11 - Tekstslide

Zinsdeelzin: hoe pak je dit aan?
Stap 1: Zoek de persoonsvorm(en). Zet de zin in een andere tijd.
Stap 2: Bepaal of de zin enkelvoudig of samengesteld is.
Stap 3: Samengesteld? Zijn het twee hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin?
Stap 4: Is de zin een bijzin? Zet dan strepen om de zin, zodat het een zinsdeel wordt.
Stap 5: Begin met ontleden in de hoofdzin
Stap 6: Benoem de bijzin/zinsdeelzin (ow-zin, lv-zin, mv-zin, bwb-zin). 

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen!
Gebruik je schema bij de volgende opdrachten.

Slide 13 - Tekstslide

Dat zij geen zin heeft, is zeer begrijpelijk.

A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de functie van de bijzin?

Dat zij geen zin heeft, is zeer begrijpelijk.

A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 15 - Quizvraag

Hij besloot niet te gaan, omdat hij zich niet lekker voelde.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van de bijzin?

Hij besloot niet te gaan, omdat hij zich niet lekker voelde.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 17 - Quizvraag

We gaan niet op vakantie, want we willen geld besparen
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 18 - Quizvraag

Dat hij dat niet kan, weten we al een tijdje.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de functie van de bijzin?

Dat hij dat niet kan, weten we al een tijdje.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 20 - Quizvraag

Aan hen die niet luisteren, vertel ik mijn geheimen niet.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van de bijzin?

Aan hen die niet luisteren, vertel ik mijn geheimen niet.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak H6 Gram. Zinsdelen: opdr. 1 t/m 5.
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.
Werk uit het boek!

Klaar? 
Vat de theorie samen (H2, H3, H5, H6) of lees uit je leesboek.
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 29 november:
Zinsdelen H5: opdr. 1 t/m 4
Zinsdelen H6: opdr. 1 t/m 5






Slide 24 - Tekstslide