Rekenen D5 Paragraaf 5.3 en 5.4 nieuw

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1-4

Vak: Rekenen mbo niveau 4

Blok 3 les 7

Hoofdstuk 5 Omgaan met kwantitatieve informatie

Examentraining

Domein 1

Toets 1

Domein 2

Toets 2

Domein 3

Toets 3

Domein 4

   Toets 4

 Domein 5

Examen

Lezen H1

Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

	Wat gaan we doen?
Starten	Opstarten van de les
Kennis toetsen	Start en uitleg online examentraining
Afronden	Beantwoorden van individuele vragen

Les 1	Les 2	Les 3	Les 4	Les 5	Les 6	Les 7	Les 8	Les 9	Les 10
P4.1 + 4.2	P4.3 + 4.4	P4.5 + GO	OEFEN- EXAMEN I	EXAMEN TRAINING	EXAMEN TRAINING	EXAMEN TRAINING	OEFEN- EXAMEN II	EXAMEN	EXAMEN

Wat doen we bij de online examentraining?

Bij de examentraining behandelen we de lesstof van domein 5
én oefenen we drie weken intensief met examenopdrachten.
We bereiden de opdrachten stap voor stap voor en we 

kijken ze als een examinator na.

              

Opdracht 1 

Dana eet iedere dag een kom magere yoghurt
met een kiwi. Die leveren samen 120 kcal.
Ze voegt aan haar ontbijt ook 130 gram
cruesli toe.

Wat is de voedingswaarde van 10 gram 

cruesli?

Wat is de voedingswaarde van 10 gram cruesli?

1. 12,85 kcal
2. 21,9 kcal
3. 25,7 kcal
4. 43,8 kcal

D [1p]

Lees aantal kcal van cruesli af

50 gram cruesli = 219 kcal

Bereken aantal kcal van 10 gram 

219 : 5 = 43,8 kcal

Opdracht 2

Nordin eet ook iedere dag een kom magere

yoghurt met een kiwi. Hij voegt aan zijn
ontbijt 130 gram muesli toe. 

Bereken het verschil in calorieën tussen
het ontbijt van Dana en dat van Nordin.

Bereken het verschil in calorieën tussen het ontbijt van
Dana en dat van Nordin. Rond af op een heel getal.

Bereken de kcal van Dana´s ontbijt

438 + 131,4 = 569,4 kcal

569,4 + 120 = 689,4 kcal [1p]

Bereken de kcal van Nordins ontbijt

130 gram = 257 + 77,1 = 334,1 kcal

334,1 + 120 = 454,1 kcal [1p]

Bereken het verschil

689,4 - 454,1 = 235,3 kcal [1p]

Rond af op een heel getal

235,3 kcal = 235 kcal [1p]

Pauze

Opdracht 3

Bij de versnelde opleiding tot sociaal werker is een onderzoek
gedaan naar de studenttevredenheid. Op de opleiding zitten in
totaal 400 studenten verdeeld over vier gebouwen. Een deel
van die studenten heeft een vragenlijst ingevuld.

Hoeveel studenten uit gebouw B hebben de vragenlijst

ingevuld? 

Hoeveel studenten uit gebouw B hebben de vragenlijst ingevuld?

1. 42 studenten
2. 44 studenten
3. 46 studenten
4. 48 studenten

A [1p]

Bereken aantal studenten gebouw B

400 : 100 x 12 = 48 studenten

Bereken aantal studenten dat de vragenlijst heeft ingevuld

48 : 8 x 7 = 42 studenten 

Opdracht 4

De onderwijsmanager van gebouw A heeft als doel dat
75% van haar studenten de vragenlijst invult.

Bereken hoeveel studenten de vragenlijst nog moeten

invullen om dat doel te bereiken.

Bereken hoeveel studenten de vragenlijst nog moeten invullen om dat doel te bereiken.

Bepaal totaal aantal studenten

400 : 100 x 30 = 120 studenten [1p]

Bereken 75% van totaal aantal

120 : 100 x 75 = 90 studenten [1p]

Bereken huidig aantal invullers

120 : 5 x 3 = 72 studenten [1p]

Bereken benodigd aantal

90 - 72 = 18 studenten [1p]

Pauze

Opdracht 5

Mounir wil een televisie op zijn slaapkamer met

een doorsnede van minimaal 70 centimeter.

Dit exemplaar is in de aanbieding.  

1 inch is 2,54 centimeter. Voldoet deze televisie

aan de afmetingseisen van Mounir? Maak dit 

duidelijk met een berekening.

1 inch is 2,54 centimeter. Voldoet deze televisie aan de afmetingseisen van Mounir? Maak dit duidelijk met een berekening.

Bereken de afmeting in cm

27 x 2,54 = 68,58 cm [1p]

Beantwoord de vraag

Deze televisie voldoet niet aan de afmetingseisen van Mounir. [1p]

Opdracht 6

Mounir koopt de televisie van 27 inch. De verkoper 

adviseert hem om een kijkafstand te hanteren die 2
tot 2,5 keer de schermdiagonaal bedraagt. De
ideale afstand ligt precies in het midden.

Bereken op welke afstand Mounir moet gaan
zitten gaan zitten voor een ideale kijkervaring.

Bereken op welke afstand Mounir moet gaan zitten voor een ideale kijkervaring. Rond je antwoord af op een heel getal.

Bereken de minimale kijkafstand

68,58 x 2 = 137,16 cm [1p]

Bereken de maximale kijkafstand

68,58 x 2,5 = 171,45 cm [1p]

Bereken de ideale kijkafstand

137,16 + 171,45 : 2 = 154,305 cm [1p]

Rond je antwoord af op een heel getal

154,305 = 154 cm [1p]

Pauze

Opdracht 7

Bij de supermarkt kan je kiezen uit drie merken
antikalk. Mural is een geconcentreerd middel. Je
hebt er per schoonmaakbeurt 12 ml van nodig.
Bij Slim en Wegkal is dat 16 ml.

Bereken met welk merk je per verpakking de
meeste schoonmaakbeurten kan geven.
Rond je antwoord af op een heel getal.

Bereken met welk merk je per verpakking de meeste
schoonmaakbeurten kan geven. Rond je antwoord af
op een heel getal.

1. Bereken aantal beurten Mural

    500 : 12 = 41,6... = 42 beurten [1p]

2. Bereken aantal beurten Slim

    650 : 16 = 40,6... = 41 beurten [1p]

3. Bereken aantal beurten Wegkal

    750 : 16 = 46,8... = 47 beurten [1p]

Opdracht 8

Welk antikalkmiddel is het goedkoopste per 

schoonmaakbeurt? Rond je antwoord af

op twee decimalen.

Welk antikalkmiddel is het goedkoopste per
schoonmaakbeurt? Rond je antwoord af
op twee decimalen.

Bereken kosten per beurt Mural

2,19 : 42 = 0,052... = 0,05 per beurt

Bereken kosten per beurt Slim

2,78 : 41 = 0,067... = 0,07 per beurt

Bereken kosten per beurt Wegkal

2,99 : 47 =0,063... = 0,06 per beurt

Pauze

Opdracht 9

Lisa rijdt momenteel in een benzineauto die
gemiddeld 7,5 liter brandstof per 100 km verbruikt.
Ze overweegt de aanschaf van een hybride auto.

Met hoeveel procent daalt het brandstofverbruik
als Lisa overstapt van haar huidige auto naar
de hybride auto?

Met hoeveel procent daalt het brandstofverbruik als Lisa overstapt van haar huidige auto naar de hybride auto?

1. 30%
2. 33%
3. 40%
4. 43%

C [1p]

Bereken de daling in gebruik

7,5 - 4,5 = 3 liter

Bereken 1% van het huidige gebruik

7,5 : 100 = 0,075

Bereken de daling in procenten

3 : 0,075 = 40%

Opdracht 10

Lisa rijdt per jaar 15.000 kilometer rijdt.

Bereken hoeveel liter brandstof ze jaarlijks bespaart 

als ze zou overstappen naar de hybride auto.

Bereken hoeveel liter brandstof ze jaarlijks bespaart als ze zou overstappen naar de hybride auto.

Bereken 1% van jaarlijks verbruik

15000 ÷ 100 = 150 liter [1p]

Bereken jaarlijks verbruik oude auto

150 × 7,5 = 1125 liter [1p]

Bereken jaarlijks verbruik nieuwe auto

150 × 4,5 = 675 liter [1p]

Bereken besparing

1125 − 675 = 450 liter [1p]

Pauze

Heb je nog vragen of opmerkingen?

Stel die dan NU!