Leereenheid 1.6 - Veredelen
1 / 7
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Ook na het confectioneren kunnen textielartikelen hun uitstraling of gebruikseigenschappen
krijgen.
Voorbeelden zijn een opdruk van een logo of een wassing bij spijkerbroeken, het
aanbrengen van applicaties of borduursels.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Artikelverf
Er kan worden geverfd als het artikel kant-en-klaar
is. Dat wordt ook garment-dyeing genoemd.
Stukverf en cross dyeing
Als rollen stof worden geverfd voordat er een
artikel van wordt gemaakt, dan heet dat stukverf
of piece-dyeing.
Garenverf
Als een stof is gemaakt van meerdere kleuren
garens zoals ruiten, strepen of ingebreide dessins,
dan worden de garens apart geverfd.
Vezelverf
Als een artikel uit één grondstof melange-effecten
moet krijgen, is het mogelijk om de vezels te
verven in lontvorm, dus voordat er een garen van
getwist wordt. W
Slide 5 - Tekstslide
Vlakzeefdruk en rotatiezeefdruk
Bij zeefdruk wordt gebruik gemaakt van een gaas,
waarop het patroon niet is dichtgemaakt, de rest
van de gaatjes
wel. Het gaas
ligt op de stof
en bovenop
wordt verf
verdeeld,Rouleaudruk
Rouleau is een solide wals waarbij in het oppervlak
motieven zijn gemaakt. De verf wordt in de
motieven gesmeerd, het wals-oppervlak blijft
hierbij schoon. Voor elke kleur is een aparte wals
nodig.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
