4. de rol van de overheid

Massamedia

De rol van de overheid 


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Massamedia

De rol van de overheid 


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

- Vrijheid van meningsuiting

- Betrouwbaarheid en pluriformiteit

- Reclame

Slide 2 - Tekstslide

Wat is massamedia?


Slide 3 - Open vraag

Massamedia zijn manieren om informatie, nieuws of entertainment naar heel veel mensen tegelijk te brengen. 

Denk aan:

  • Televisie – zoals het journaal of een film op Netflix
  • Radio – zoals muziek op de radio of een praatprogramma
  • Kranten en tijdschriften – gedrukt of online
  • Internet en sociale media – zoals TikTok, YouTube, Instagram, of nieuwswebsites

Het woord massa betekent “veel mensen” en media zijn middelen om te communiceren. 
Dus massamedia zijn media die veel mensen tegelijk kunnen bereiken.

Waarom is het belangrijk?
Massamedia kunnen mensen informeren (bijv. over wat er in de wereld gebeurt), vermaken (zoals series of muziek), of beïnvloeden (zoals reclame of meningen).

Kort gezegd: massamedia zijn manieren om veel mensen tegelijk iets te laten weten, zien of horen.

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
'de rol van de overheid bij
massamedia'


Slide 5 - Open vraag

Vrijheid van meningsuiting
In Nederland hebben we veel vrijheid en veel rechten.
Rechten = alle dingen die je MAG doen of MAG hebben.

De rechten die iedereen in Nederland heeft, staan in de grondwet, de belangrijkste wet in ons land.

Een belangrijk recht = vrijheid van meningsuiting = dat iedereen mag zeggen en schrijven wat hij wil.

Slide 6 - Tekstslide

Persvrijheid
Dat dit artikel in de Grondwet staat is voor ons allemaal belangrijk, maar vooral voor journalisten.

Die hebben daardoor namelijk: persvrijheid..
Dit wil zeggen: de media in ons land mogen bijna alles schrijven en laten zien wat ze willen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Censuur
Persvrijheid en democratie horen bij elkaar. In een democratie is er altijd persvrijheid voor de media!
In een dictatuur is er géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde. 

Dit noem je censuur = Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd (door de machthebbers).
De regering wil dan niet dat de bevolking dingen te weten komt.

Slide 9 - Tekstslide

In Nederland is er sprake van...
A
Censuur
B
Persvrijheid

Slide 10 - Quizvraag

Vrijheid van meningsuiting en politiek hebben veel met elkaar te maken.
Een land waar CENSUUR is, noem je een....
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Vrij land

Slide 11 - Quizvraag

Mag de pers alles zeggen?
Persvrijheid betekent niet dat journalisten echt alles mogen schrijven of laten zien wat ze willen.
Ze mogen niet:
  • Discrimineren
  • Expres liegen
  • Oproepen tot geweld
  • schokkende of ongepaste beelden laten zien die tegen de morele normen van de samenleving ingaan (onzedelijke beelden)

Dit mag niet omdat er bijvoorbeeld ook in de grondwet staat dat je niet mag discrimineren.

Slide 12 - Tekstslide

Pluriformiteit van de media
In een democratie is het fijn dat je kan kiezen uit allerlei kranten, tijdschriften, websites en radio- en tv-zenders.
We noemen dit pluriformiteit van de media = we kunnen kiezen uit veel verschillende media.
De overheid regelt zelf een deel van de media om voor pluriformiteit te zorgen, dit doet de overheid omdat ze pluriformiteit belangrijk vindt! Het zorgt ervoor dat er media zijn voor alle groepen in de samenleving (jongeren, ouderen enz.)

Pluriformiteit betekent ook dat er veel verschillende nieuwsbronnen zijn. Mensen kiezen de nieuwsbron die bij hun mening past.

Slide 13 - Tekstslide


Controle
De journalisten die schrijven over het nieuws, controleren politici.
Bijvoorbeeld: als een minister belooft om geld te geven aan hulpverlening voor jongeren, doet hij dat dan ook? Zo niet, dan komt het in de krant of op tv en kunnen we dat allemaal lezen en zien.

Slide 14 - Tekstslide

Dus... Welke rol spelen de media in een democratie?



  1. In een democratie is er persvrijheid.
  2. In een democratie is er pluriformiteit van de media.
  3. In een democratie controleren journalisten de politici.

Slide 15 - Tekstslide

4.3 Reclame
Reclame zijn boodschappen van bedrijven om hun producten te verkopen.

Reclame zorgt voor een bepaald Imago
Het beeld dat je bij een bepaald product in je hoofd hebt.

Reclame is gericht op doelgroepen: Mensen die de producten kopen.

Internetreclame:
- nog meer gericht op doelgroepen.
- Influencers spelen een grote rol.

Slide 16 - Tekstslide

Reclame
 Makers van reclame moeten zich houden aan de Nederlandse reclame code: Regels voor reclame in Nederland.

'stiekem' reclame maken heet sluikreclame, bijvoorbeeld door:



Ideële reclame: Reclame die gericht is op het verbeteren van de samenleving.
Product placement: opzettelijk in een film, tv-show, videogame of ander media verschijnt, zonder dat het expliciet wordt
Advertorial: een soort reclame die eruitziet als een normaal artikel of inhoud, maar in werkelijkheid bedoeld is om een product, merk of dienst te promoten"advertentie" en "editorial")

Slide 17 - Tekstslide



Roddelbladen schrijven niet altijd de waarheid.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 18 - Quizvraag

In de grondwet staan alle rechten die
iedereen in Nederland heeft.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 19 - Quizvraag

Is er in Rusland sprake van persvrijheid of censuur?
motiveer je antwoord.

Slide 20 - Open vraag

Mogen journalisten in Nederland alles schrijven wat ze willen?
motiveer je antwoord.

Slide 21 - Open vraag



In een dictatuur is er vaak wel persvrijheid.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 22 - Quizvraag


Bij censuur worden berichten en artikelen van journalisten vooraf gecontroleerd.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 23 - Quizvraag



Rechten zijn alle dingen die je MOET doen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 24 - Quizvraag

Stelling: "Stel dat er op een internetsite staat dat de Nederlandse minister-president moet worden vermoord.
Dan moet deze site meteen worden gesloten."
Noem een argument VOOR deze stelling.

Slide 25 - Open vraag

Stelling: "Stel dat er op een internetsite staat dat de Nederlandse minister-president moet worden vermoord. Dan moet deze site meteen worden gesloten."
Noem een argument TEGEN deze stelling.

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk
Volgende week vrijdag af:
  • vraag 1 t/m 4 mag je overslaan (neem wel de tekst door!).
  • vraag 5 t/m 8 maken
  • vraag 9 t/m12 mag je overslaan (neem wel de tekst door!).
  • vraag 13 t/m 21 maken
  • Begrippen & samenvatting maken

Slide 27 - Tekstslide