Lezen als een expert Deel 4

Lezen als een expert!

-Deel 4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lezen als een expert!

-Deel 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Even terugblikken
  • Lesdoelen
  • Lezen: Blok 3 
  • Tekstdoelen--> Activeren, Mening geven & Overtuigen (van een mening)

  • Opbouw in alinea's --> Signaalwoorden & Verwijswoorden
  • Zelf aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Even terugblikken
Wat weten jullie nog van lezen?
Maak je klaar!
.
.
.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn tekstdoelen?
A
Inleiding, middenstuk en slot
B
Uitleg geven, informeren, mening geven
C
Verkennend lezen
D
Samenvatten

Slide 4 - Quizvraag

Als ik een examentekst lees, dan gebruik ik de leesmanier...
A
Verkennend lezen
B
Grondig lezen
C
Zoekend lezen
D
Actief lezen

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn verwijswoorden?
A
Woorden die naar een ander woord verwijzen.
B
Woorden die op zichzelf staan.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het doel van een signaalwoord?
A
Ze verbeteren de spelling van de tekst
B
Ze maken een tekst langer
C
Ze zorgen ervoor dat de tekst moeilijker te begrijpen is
D
Ze geven aan welk verband er is tussen zinnen of alinea's

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De kernzin is de zin die uitleg geeft over het onderwerp
B
De kernzin is de zin die voorbeelden geeft over het onderwerp
C
De kernzin is de zin die het deelonderwerp uitlegt
D
De kernzin is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat

Slide 8 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • herken je teksten met een mening;
  • kun je feiten en meningen herkennen;
  • herken je signaalwoorden en de verbanden die ze laten zien.

Slide 9 - Tekstslide

Teksten samenvatten
Hoe vat jij een tekst samen?

Welke strategie gebruik je?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je een samenvatting?
  • In blok 2 heb je geleerd dat je de hoofdzaken van een tekst vindt in de kernzinnen
  • Je kunt de kernzinnen gebruiken om een samenvatting te maken van de belangrijkste informatie in een tekst.

Slide 11 - Tekstslide

Samenvattingsopdracht: hoe doe ik dit?


  • Nummer de punten uit de opdracht.
  • Zoek de gevraagde punten een voor een in de tekst. Onderstreep de zinnen en zet het nummer van het punt in de kantlijn.
  • Lees alle onderstreepte zinnen nog eens door.
  • Maak van de onderstreepte zinnen een goed lopend verhaaltje. Dit doe je door zinnen in te korten of samen te voegen. Maar gebruik GEEN telegramstijl (zinnen zonder onderwerp of persoonsvorm), maak complete zinnen.
  • Tel het aantal woorden. Streep woorden weg als je te veel woorden hebt of voeg nog iets toe als je samenvatting kort is. 
  • Schrijf de samenvatting in het net.
  • Zet het aantal woorden onder de samenvatting. 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Zinnen in telegramstijl
Eten ongezond. Schoolkantinelunches steeds beter.

Goede zinnen: 
Scholieren eten ongezond. Schoolkantinelunches worden steeds beter.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een kernzin?

Slide 14 - Open vraag

Je kan ook...
Samenvatten in hoofdgedachte
Dat is één zin waarin staat wat de schrijver zegt over het onderwerp van de tekst.
 De hoofdgedachte is nooit een vraag. 
Een vraag over de hoofdgedachte van de tekst is vaak een meerkeuzevraag.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 16 - Open vraag

Zo pak je deze vraag aan:
  • Onderstreep alle kernzinnen in de tekst.
  • Lees de kernzinnen nog eens goed door.
  • Bedenk zelf een zin die de hoofdgedachte van de tekst vertelt.
  • Lees de zinnen waaruit je kunt kiezen in de opdracht.
  • Kies de zin die het best past bij de hoofdgedachte die je zelf hebt geschreven.
  • Lijkt geen enkel antwoord op jouw zin? Ga dan terug naar de tekst, kijk opnieuw naar de kernzinnen. Vergelijk daarna de antwoorden in de opdracht met de kernzinnen. Kies het antwoord dat het best de informatie uit alle kernzinnen weergeeft.

Slide 17 - Tekstslide

Tip!
In alle antwoorden herken je wel iets dat in de tekst staat. 
Vaak gaat een antwoord maar over een deel van de tekst. 
Het goede antwoord gaat over de hele tekst. 

Slide 18 - Tekstslide

Zijn er nog vragen???

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!




We gaan aan de slag met de opdrachten van blok  4: Lezen
Ben je klaar? Mag je wat voor jezelf doen!

Slide 20 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende week:



Slide 21 - Tekstslide