Objectief - subjectief taalgebruik

P. 35
Objectief en subjectief taalgebruik
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

P. 35
Objectief en subjectief taalgebruik

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zou je deze zin vertalen? 'Ende sy waren beyde naeckt, Adam ende sijn wijf'

Slide 2 - Open vraag

Denotatie - Connotatie
Woorden hebben een concrete en objectieve betekenis = DENOTATIE

Daarnaast hebben woorden ook een subjectieve gevoelswaarde = CONNOTATIE

Slide 3 - Tekstslide

Subjectief
Objectief
De leerkracht Nederlands is heel streng.
Angelina Jolie is een mooie vrouw.
Op campus Overpelt zijn er ASO, TSO en BSO richtingen
Koning Filip is de koning van België
1 bol ijs kost 1,20 euro.
Mc Donalds is beter dan Burger King

Slide 4 - Sleepvraag

Denotatie - Connotatie
Een connotatie kan POSITIEF en NEGATIEF zijn.

                
Positief
Neutraal
Negatief
Proeven
Eten
Vreten

Slide 5 - Tekstslide

Positief
Negatief
Neutraal
beeld
neerstorten
verplicht
hoofdstad
luchtvaart
zwaar
modern
avontuur
geïnvesteerd

Slide 6 - Sleepvraag

positief
neutraal
negatief
geïnvesteerd
beeld
neerstorten
avontuur
luchtvaart
zwaar
modern
hoofdstad
verplicht

Slide 7 - Tekstslide

Hyperbool of understatement?
- Ik verveel me dood tijdens de les.
A
hyperbool
B
understatement

Slide 8 - Quizvraag

Hyperbool of understatement?
- Erica scoorde 99% op haar proefwerk. Vrij oké.
A
Hyperbool
B
Understatement

Slide 9 - Quizvraag

Hyperbool of understatement?
- Je hebt mijn hart gebroken.
A
Hyperbool
B
Understatement

Slide 10 - Quizvraag

Hyperbool of understatement?
- De miljonair kocht een mooi stulpje met 16 badkamers.
A
hyperbool
B
understatement

Slide 11 - Quizvraag

Hyperbool of understatement?
- Ik was wel enigszins ontgoocheld na mijn onterechte strafstudie, ja!
A
Hyperbool
B
Understatement

Slide 12 - Quizvraag

Hyperbool
Understatement
Ik verveel me dood tijdens de les.
X
Erica scoorde 99% procent op haar proefwerk.
X
Je hebt mijn hart gebroken.
X
De miljonair kocht een stulpje met 16 badkamers.
X
Ik was wel enigszins ontgoocheld na mijn onterechte strafstudie, ja!
X

Slide 13 - Tekstslide

1. Verzachten - Interieurhygiëniste

Slide 14 - Tekstslide

1. Verzachten 
- Interieurhygiëniste
2. Verzachten 
- Teraardebestelling, uitvaart

Slide 15 - Tekstslide

1. Verzachten 
- Interieurhygiëniste
2. Verzachten 
- Teraardebestelling, uitvaart
3. Verruwen
- Rommelzolder, beschimmelen, oud papier

Slide 16 - Tekstslide

1. Verzachten 
- Interieurhygiëniste
2. Verzachten 
- Teraardebestelling, uitvaart
3. Verruwen
- Rommelzolder, beschimmelen, oud papier
4. Verzachten
- Een visuele beperking, assistentiehond

Slide 17 - Tekstslide

5. Verruwen
- hondenweer

Slide 18 - Tekstslide

5. Verruwen
- hondenweer
6. Verzachten
- auto-expert

Slide 19 - Tekstslide

5. Verruwen
- hondenweer
6. Verzachten
- auto-expert
7. Verzachten
- creatief omspringen met belastingbrief

Slide 20 - Tekstslide

5. Verruwen
- hondenweer
6. Verzachten
- auto-expert
7. Verzachten
- creatief omspringen met belastingbrief
8. Verzachten
- ongewenst bezoek

Slide 21 - Tekstslide

Geef een eufemisme voor 'Je weet er de ballen van.'

Slide 22 - Open vraag

Geef een eufemisme voor 'onuitstaanbaar wicht.'

Slide 23 - Open vraag

Geef een dysfemisme voor 'niet fris ruiken'

Slide 24 - Open vraag

Geef een dysfemisme voor 'niet zuiver zingen'

Slide 25 - Open vraag

Geef een dysfemisme voor 'gezicht.'

Slide 26 - Open vraag

Geef een eufemisme voor 'zweten.'

Slide 27 - Open vraag

Geef een dysfemisme voor 'lelijk.'

Slide 28 - Open vraag

Geef een eufemisme voor 'dom.'

Slide 29 - Open vraag

Je hoeft geen eufemismen te gebruiken. Je kan beter altijd gewoon eerlijk en rechtuit zijn.
A
Mee eens
B
Niet mee eens

Slide 30 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een situatie waarin jij wel een eufemisme zou gebruiken.

Slide 31 - Open vraag

Wanneer/tegen wie zou jij wel een dysfemisme (durven) gebruiken?

Slide 32 - Open vraag