10.5 (2)

Huiswerk
SO over 4.4 en 4.5 en 4.6 en 10.5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk
SO over 4.4 en 4.5 en 4.6 en 10.5

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Huiswerk
  • Doel
  • Vragen
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van de les kun je...

... in een verhaaltje herkennen of er sprake is van een recht
   evenredig verband, een omgekeerd evenredig verband of
   geen van beide.
... kun je berekeningen uitvoeren met recht evenredig en
   omgekeerd evenredig verband.

Slide 3 - Tekstslide

Vragen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe herken je...
  1. een rechtevenredig verband
        in de grafiek
        in de tabel
        in de formule
  2. een omgekeerd evenredig verband
       in de grafiek
       in de tabel
       in de formule

Slide 5 - Tekstslide

Eerst zelf in stilte...

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken

Slide 9 - Tekstslide

In tweetallen

Slide 10 - Tekstslide

a
Twee keer zoveel pompen, twee keer zo weinig tijd nodig, dus omgekeerd evenredig.

6 x 3 = 18 pompen
8 : 3 = 2⅔ uur
Er zijn 2⅔ uur nodig met 18 pompen

Slide 11 - Tekstslide

b
Twee keer zoveel mensen, twee keer zo weinig tijd nodig, dus omgekeerd evenredig.

15 : 1,25 = 12 weken
8 x 1,25 = 10 vakmensen
Er zijn 10 vakmensen nodig om de klus in 12 dagen af te hebben.

Slide 12 - Tekstslide

c
Twee keer zoveel tegels, twee keer zo veel geld nodig, dus recht evenredig.

8 x 4,5 = 36 tegels
€19,20 x 4,5 = €86,40
Er zijn €86,40 nodig voor 36 tegels.

Slide 13 - Tekstslide

d
Tegels hebben een twee keer zo kleine oppervlakte, dus twee keer zo veel tegels nodig, dus omgekeerd evenredig.

1200cm2 : 6 = 200 cm2
150 x 6 = 900 tegels
Er zijn dus 900 tegels nodig van 10 x 20 cm.

Slide 14 - Tekstslide

e
Traptreden twee keer zo groot, dan aantal treden twee keer zo klein. Omgekeerd evenredig.

12cm x 1,25 = 15cm
20 : 1,25 = 16 treden
Er zijn dus 16 treden nodig van 15 cm.

Slide 15 - Tekstslide

f
Een ei of meerdere eieren kost steeds 5 minuten.

Slide 16 - Tekstslide

Oefen nog met 46 en 47

Slide 17 - Tekstslide

Terugblik
Aan het eind van de les kun je...

... in een verhaaltje herkennen of er sprake is van een recht
   evenredig verband, een omgekeerd evenredig verband of
   geen van beide.
... kun je berekeningen uitvoeren met recht evenredig en
   omgekeerd evenredig verband.

Slide 18 - Tekstslide