H1 en H2 woordenschat herhalen 2e les
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen, noem je synoniemen.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Als je een synoniem zoekt, kijk je alleen in dezelfde zin.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het synoniem van absent? Het antwoord staat in de zin.
De docent vraagt wie er absent is, maar er is niemand afwezig.
De docent vraagt wie er absent is, maar er is niemand afwezig.
A
De docent
B
maar
C
niemand
D
afwezig
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het synoniem van imiteren? Het antwoord staat in de zin.
Eva kan dierengeluiden imiteren. Ze kan bijvoorbeeld heel goed een kip nadoen.
Eva kan dierengeluiden imiteren. Ze kan bijvoorbeeld heel goed een kip nadoen.
A
dierengeluiden
B
imiteren
C
bijvoorbeeld
D
nadoen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het synoniem van besmetten? Het antwoord staat in de zin.
Je kunt iemand besmetten met griep zonder dat je het weet. Vooral jonge kinderen kunnen elkaar gemakkelijk met het griepvirus aansteken.
Je kunt iemand besmetten met griep zonder dat je het weet. Vooral jonge kinderen kunnen elkaar gemakkelijk met het griepvirus aansteken.
A
griep
B
zonder dat je het weet
C
jonge kinderen
D
aansteken
Slide 14 - Quizvraag
Welke woorden zijn synoniemen van elkaar?
de gevoelens
de relatie
absent
intelligent
versnellen
afwezig
het verband
slim
de emoties
toenemen
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Tekstslide
Als je een woord niet kent, kun je de betekenis (omschrijving) vaak in de tekst vinden. Waar in de tekst zoek je?
A
Tussen haakjes of komma's in dezelfde zin
B
In de volgende zin
C
In de vorige zin
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de betekenis van letterlijk? Haal de betekenis uit de zin en schrijf precies dat stuk over.
Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven.
Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven.
Slide 18 - Open vraag
Wat is de betekenis van coach? Haal de betekenis uit de zin en schrijf precies dat stuk over.
Iedere nieuwe leerling op onze school heeft een vaste begeleider uit een hogere klas. Zo'n coach helpt met allerlei schoolzaken.
Iedere nieuwe leerling op onze school heeft een vaste begeleider uit een hogere klas. Zo'n coach helpt met allerlei schoolzaken.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Welke woorden zijn synoniemen van elkaar?
iets nieuws dat tijdelijk de aandacht trekt
de vernielers
pas gebeurd
vanaf het tijdstip van
de beloning
recent
de vandalen
sinds
de hype
het salaris
