Schaarste M4

Leerdoelen
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften;
  • je kunt uitleggen wat schaarste is en wat prioriteiten stellen betekent;
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart en welzijn;
  • je kunt voorbeelden noemen van vrije goederen;
  • je kunt uitleggen wat zelfvoorziening betekent, en voorbeelden geven.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare school

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften;
  • je kunt uitleggen wat schaarste is en wat prioriteiten stellen betekent;
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart en welzijn;
  • je kunt voorbeelden noemen van vrije goederen;
  • je kunt uitleggen wat zelfvoorziening betekent, en voorbeelden geven.

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij economie?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften;
  • je kunt uitleggen wat schaarste is en wat prioriteiten stellen betekent;
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart en welzijn;
  • je kunt voorbeelden noemen van vrije goederen;
  • je kunt uitleggen wat zelfvoorziening betekent, en voorbeelden geven.

Slide 3 - Tekstslide

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 4 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 5 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee, zoals een fiets.
Verbruiksgoederen raken op, zoals voedsel of shampoo.

Slide 6 - Tekstslide

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Slide 7 - Tekstslide

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 8 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 9 - Tekstslide

In je behoeften voorzien
  • Middelen nodig!
  • Maar middelen zijn niet onbeperkt:
  1. Tijd
  2. Geld
  3. Energie
  4. Bezittingen
  • We moeten keuzes maken!

Slide 10 - Tekstslide

Schaarste
  • Middelen zijn beperkt
  • Behoeften zijn oneindig
  • Gevolg: schaarste = je hebt niet genoeg middelen om in je behoeften te voorzien
  • Een schaars product = je hebt voor het maken van het product middelen nodig

Slide 11 - Tekstslide

In je behoeften voorzien
Consumeren
Zelfvoorziening

Slide 12 - Tekstslide

Behoeften 
Primaire behoeften
Secundaire behoeften

Slide 13 - Tekstslide

Waar heb jij behoefte aan?
Basis behoefte = noodzakelijke levensbehoeften (primaire)
  • Voeding
  • Kleding
  • Woonruimte
Overige behoefte = secundaire behoeften
  • Die heb je om je leven beter of prettiger te maken 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les ken je de verschillende soorten reclames en kun je ze herkennen. Je weet wat je kunt doen als consument als je vindt dat een reclame beledigend, respectloos, misleidend of bijvoorbeeld discriminerend is.

Slide 15 - Tekstslide

Verschillende soorten reclame:
  • ideële reclame;
  • commerciële reclame;
  • merkreclame;
  • informatieve reclame;
  • sluikreclame.

Slide 16 - Tekstslide

Ideële reclame
Heeft als doel de mentaliteit en het gedrag van mensen te veranderen.
Ideële reclame gaat vaak over maatschappelijke problemen.

Slide 17 - Tekstslide

Commerciële reclame
Bedoeld om te verleiden tot een aankoop.

Dit kan zijn:
- een informatieve reclame (info over het product);
- een merkreclame (vergroten naamsbekendheid).

Slide 18 - Tekstslide

merkreclame

Slide 19 - Tekstslide

informatieve reclame

Slide 20 - Tekstslide

Wat doet de reclamecodecommissie?
De Reclame Code Commissie is een orgaan dat beoordeelt of reclame voldoet aan de Nederlandse Reclame Code. Iedereen die meent dat reclame in strijd is met de Reclame Code, kan bij de Reclame Code Commissie een klacht indienen.

Slide 21 - Tekstslide