Klas 1 H1 Zoeken in de Atlas vaardigheden _Schaal

Kaartlezen en schaal
Hoe werkt dat?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kaartlezen en schaal
Hoe werkt dat?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

maken: blz. 36  opdr 1 en 2

Tijdens het werken
fluisterstem
Weet je iets niet eerst lezen
Dan buurman/vrouw vragen
Dan vinger omhoog
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Kijken wat je nog weet van de vorige keer
Bevolkingsdichtheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen/ Aan eind van de les

  • Weet je het verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding
  • weet je verschil tussen overzichtskaart en thematische kaart
  • weet je wat een schaalgetal is
  • Kun je afstand op een kaart omrekenen naar werkelijke afstand

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

woorden
dun bevolkt
lage bevolkingsdichtheid

dichtbevolkt (niet dik)
hoge bevolkingsdichtheid

Thematische kaart 
of overzichtskaart

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Overzichtskaart
Waarom niet zo'n goede kaart wat mist?
Lastig want geen legenda/titel
Wat betekenen de kleuren?
Kaarten in klas

Slide 8 - Tekstslide

cHINA
Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsspreiding
Waarom?
Westen: natuurlijke omstandigheden ongunstig: te hoog koud en droog (gebergtes / woestijnen)
Oosten: zee handel 
Gevolg: daar ontstaan steden
Bijvoorbeeld 1:32 (spreek uit: 1 OP 32) wil zeggen:
1 cm is in werkelijkheid 32 cm
32 is het SCHAALGETAL


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Schaal = de verhouding tussen de afstand op de kaart en de afstand in werkelijkheid.

  • 1:100.000
  • Je spreekt uit 1 staat tot honderdduizend
  • 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 100.000 cm

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


schaal
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart 1:200.000 is.
1:200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 200.000 cm (=2km)
Hoe groter het schaalgetal hoe meer verkleind
berekenen schaal
Je meet met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. In dit geval: 1:200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 2 kilometer in het echt. 
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 2 km. = 10 kilometer.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergroten
Kan ook andersom
Schaal 4:1

= 4x zo groot als in de werkelijkheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1:1000.000
1 cm is in het echt
1.000.000 cm

Om van cm km te maken: 
5 nullen eraf.
Om van km cm te maken: 
5 nullen erbij.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaalrekenen
Voor berekenen van afstanden gebruik je de volgende formule:
AK x S = W

AK = De Afstand op de Kaart 
S= Schaalgetal
W = Werkelijkheid


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schaal is 1:22.000.000
Twee plaatsen liggen 1 cm uit elkaar.
Hoeveel km liggen ze uit elkaar?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • 1 cm is 20.000.000 cm.
  • 1 cm is 200 km (-5 nullen)

De schaal is 1:20.000.000
Twee plaatsen liggen 1 cm uit elkaar.
Hoeveel km liggen ze uit elkaar?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afstand tussen twee plaatsen op de kaart is 4 cm. De schaal is 1 : 250.000. Wat is de afstand in werkelijkheid? Zet de berekening erbij.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1 cm = 250.000 cm in werkelijkheid.
4 cm = 4 x250.000 cm
  = 1.000.000 cm 
  = 10 km in werkelijkheid


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afstand tussen twee plaatsen in werkelijkheid is 75 km. De schaal is 1 : 250.000. Wat is de afstand op de kaart?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1 cm = 250.000 cm in werkelijkheid 
  = 2.5 km (5 nullen eraf)

75 km in werkelijkheid 
 75 : 2.5
     = 30 cm op de kaart.



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk! Vaardigheden
maken: blz. 36+37  opdr 3 ,4, 5




Tijdens het werken

Chromebook dicht
Fluisterstem
Weet je het niet?
  • Eerst nog een keer lezen 
  • Dan buur vragen
  • Dan mij vragen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staatkundig overzichtskaart
Natuurkundige overzichtskaart

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1. Welke 4 dingen staan op een goede kaart?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je de schaal van de kaart. Een schaal geeft aan hoeveel een gebied op een kaart is verkleind.

Schaal is alleen maar een verhouding.
Sommige mensen denken dat "schaal" iets te maken heeft met centimeters, maar dat is onjuist. Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid.

Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid.
Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
En bij diezelfde schaal is de lengte van een gebouw in werkelijkheid 100 keer zo groot.

Een fietskaart met een schaal van 1:50.000
Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 50.000 keer zo groot.
1 cm op de kaart = 50.000 cm = 500 m = 0,5 km
2 cm op de kaart = 1 km
 


In een kaart staat soms een noordpijl. Als er geen noordpijl staat, is de bovenkant van de kaart het noorden.


Dit is de titel van de kaart. Deze vind je vaak in de legenda van een kaart terug. 
Alle symbolen en kleuren hiernaast zijn de legenda van de kaart. Dat is de uitleg van de betekenis van de kleuren en de symbolen op een kaart. In deze legenda zie je bijvoorbeeld dat een rode kleur op de kaart betekend dat het gebied een hoogteligging heeft van 3000m of meer. Dit betekend dat dat gebied dus hoger ligt dan 3000meter!! 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Ledoux-city wonen 500 inwoners. De oppervlakte is 10 km². Bereken de bevolkingsdichtheid. (2p)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Ledoux-city wonen 500 inwoners. De oppervlakte van Ledoux-city is 10 km². Bereken de bevolkingsdichtheid.
Aantal inwoners /  oppervlakte = bevolkingsdichtheid

Dus: 500 / 10 = 50

Er wonen gemiddeld 50 inwoners per km² in Ledoux-city. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1. Welke 4 dingen staan op een goede kaart?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2. Thematische kaart of overzichtskaart?



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies