mavo 2 grammar 5

2 Mavo Theme 2 Grammar 
Gadgets and Gizmos
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2 Mavo Theme 2 Grammar 
Gadgets and Gizmos

Slide 1 - Tekstslide

Lesson plan
- Lesson Goal 
- Discuss exercise 21-24 on page 41- 43 AB
- Together study grammar 5 on page 29 TB 
- Do exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Discuss exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Look back and  look forward

Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goal
At the end of this lesson you will know how to use many, much, lots of, a lot of, (a) little and (a) few in English.  

check: zit je op de goede plaats? 
heb je je spullen op tafel?
heb je je aantekenschrift bij de hand 
ok start! 

Slide 3 - Tekstslide

Lesson plan
- Lesson Goal 
- Discuss exercise 21 - 24 on page 41- 43 AB
- Together study grammar 5 on page 29 TB 
- Do exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Discuss exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Look back and  look forward

Slide 4 - Tekstslide

Lesson plan
- Lesson Goal 
- Discuss exercise 21-24 on page 41- 43 AB
- Together study grammar 5 on page 29 TB 
- Do exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Discuss exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Look back and  look forward

Slide 5 - Tekstslide

Grammar 5 Veel/Weinig
  • Er zijn in het Engels 4 vertalingen voor het woord VEEL:
  • a lot of
  • lots of
  • much 
  • many
  • Er zijn in het Engels 2 vertalingen voor het woord WEINIG:
  • little
  • few

Slide 6 - Tekstslide

VEEL
Bevestigende zinnen:                     a lot of / lots of

VB.                 She has a lot of friends / She has lots of friends

Een bevestigende zin is geen vraag en ook geen ontkenning.

Slide 7 - Tekstslide

VEEL
In vragen en ontkenningen gebruik je much of many

Much: woorden in het enkelvoud die je niet kunt tellen
               Do you have much sand?

Many: woorden in het meervoud die je wel kun tellen
               Do you have many apples?

Slide 8 - Tekstslide

WEINIG
Bij het woord weinig maakt het niet uit wat voor soort zin het is.

Little:       woorden in het enkelvoud die je niet kunt tellen
                     We have little sand.

Few:        woorden in het meervoud die je wel kun tellen
                       My sister has few apples.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Grammar 5: veel en weinig 
Een woord dat niet telbaar is, staat altijd in het enkelvoud als er veel voor staat.

Do you have much water?

Slide 11 - Tekstslide

Grammar 5: veel en weinig 
Let op!

Niet verwarren met a few of a little
few = weinig       a few = een paar
little = weinig     a little = een beetje

Slide 12 - Tekstslide

Grammar 5: veel en weinig 
Een woord dat telbaar is, staat altijd in het meervoud als er veel voor staat.

Do you have many apples?

Slide 13 - Tekstslide

LITTLE/FEW weeks ago
I gave a party.

Slide 14 - Open vraag

I have A LOT OF / MANY questions about Africa.

Slide 15 - Open vraag

Lesson plan
- Lesson Goal 
- Discuss exercise 21-24 on page 41- 43 AB
- Together study grammar 5 on page 29 TB 
- Do exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Discuss exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Look back and  look forward

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Lesson plan
- Lesson Goal 
- Discuss exercise 21-24 on page 41- 43 AB
- Together study grammar 5 on page 29 TB 
- Do exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Discuss exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Look back and  look forward

Slide 19 - Tekstslide

Exercise 25 - 1
A
much
B
many

Slide 20 - Quizvraag

Exercise 25 -2
A
few
B
little

Slide 21 - Quizvraag

Exercise 25 - 3
A
lots of
B
much

Slide 22 - Quizvraag

Exercise 25 - 4
A
much
B
many

Slide 23 - Quizvraag

Exercise 25 - 5
A
much
B
many

Slide 24 - Quizvraag

Exercise 25 - 6
A
a few
B
a little

Slide 25 - Quizvraag

Exercise 25 - 7
A
much
B
many

Slide 26 - Quizvraag

Exercise 25 - 8
A
few
B
little

Slide 27 - Quizvraag

Lesson plan
- Lesson Goal 
- Discuss exercise 21-24 on page 41- 43 AB
- Together study grammar 5 on page 29 TB 
- Do exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Discuss exercise 25 and 26 on page 43/44 AB
- Look back and  look forward

Slide 28 - Tekstslide

Lesson Goal
At the end of this lesson you know when to use 
many, much, lots of, a lot of, (a) little and (a) few in English

Slide 29 - Tekstslide

Do you have ....... cars?
A
much
B
many

Slide 30 - Quizvraag

I don't have ....... friends.
A
much
B
many

Slide 31 - Quizvraag

There is ...... sand on the beach.
A
little
B
few

Slide 32 - Quizvraag

Does she have.......friends?
A
a lot of
B
many

Slide 33 - Quizvraag

Homework
Planner lesson 6:
Learn
Words of A, B, C, D, G and H on page 31-33 TB 
Stone 4, 5 and 6on page 24 and 28 TB / your planner 
Grammar 4, p 25 TB
Grammar 5, p 29 TB

Slide 34 - Tekstslide