Les 8: Rekenen met eenheden - deel 1

Les 8: Rekenen met eenheden 1
Leerdoelen: Ik weet het verschil tussen een grootheid en eenheid. 
Ik kan rekenen met eenheden van lengte. 

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 8: Rekenen met eenheden 1
Leerdoelen: Ik weet het verschil tussen een grootheid en eenheid. 
Ik kan rekenen met eenheden van lengte. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
Laptop met geluid of oortjes
Rekenmachine
Schrift en etui (aantekeningen)

Slide 2 - Tekstslide

Test vooraf: wat is een grootheid en wat een eenheid?
Grootheid
Eenheid
cm
Lengte
Tijd
Gewicht
kg
Uur

Slide 3 - Sleepvraag

Grootheid vs eenheid
Grootheden zijn dingen die je meet 


Slide 4 - Tekstslide

Grootheid vs eenheid
Grootheden zijn dingen die je meet 


En in eenheden meten we de grootheden 

Slide 5 - Tekstslide

Grootheid vs eenheid
Grootheden zijn dingen die je meet 
Lengte, tijd of snelheid

En in eenheden meten we de grootheden 
meter, uren of km/u

Slide 6 - Tekstslide

Grootheid vs eenheid
Sleepvraag
Grootheid
Eenheid
Tijd
Uur
Gewicht
kg
Lengte
cm

Slide 7 - Tekstslide

Grootheid vs eenheid
IJsdikte in cm

Slide 8 - Tekstslide

Grootheid vs eenheid
IJsdikte in cm

IJsdikte = grootheid
 
cm = eenheid

Slide 9 - Tekstslide

Welk woord uit het volgende rijtje is een eenheid?
Lengte, snelheid, meter en temperatuur
A
Lengte
B
Snelheid
C
Meter
D
Temperatuur

Slide 10 - Quizvraag

Lengte eenheden
Naar rechts wordt het getal 
steeds groter ( x 10)
1 m = 10 dm = 100 cm = 1000 mm



Slide 11 - Tekstslide

Lengte eenheden
Naar rechts wordt het getal 
steeds groter ( x 10)
1 m = 10 dm = 100 cm = 1000 mm

Naar links wordt het getal steeds kleiner (: 10)
1000 m = 100 dam = 10 hm = 1 km


Ezelsbruggetje

Slide 12 - Tekstslide

Lengte eenheden
Afspraak:
- elke stap naar rechts x 10
- elke stap naar links : 10

Slide 13 - Tekstslide

Bereken:
3,4 km = .. dam
27 hm = .. cm
567 mm = .. m
1275 m = .. hm

Slide 14 - Open vraag

Bereken
8,2 m + 32 dm + 12 cm = .. m
820 mm - 7 cm + 3 dm = .. m
5,2 dam + 24 hm +3 km = .. km
93 m + 122 dam + 4 km = hm

Slide 15 - Open vraag

De Hanzelijn (Lelystad-Zwolle) is een dubbelsporige spoorlijn van 45 km met 1600 masten. Wat is de onderlinge afstand tussen deze masten?

Slide 16 - Open vraag

Tussen Flevoland en Overijssel rijdt een trein met een snelheid van 100 km/uur door de Drontermeertunnel. Dat duurt 47 seconden. Hoe lang is de tunnel? Rond af op tientallen meters

Slide 17 - Open vraag

De Hanzelijn (Lelystad-Zwolle) is een dubbelsporige spoorlijn van 45 km met 13000 staven. Bereken in cm de lengte van een spoorstaaf. Rond af op gehelen

Slide 18 - Open vraag

Ik weet het verschil tussen grootheid en eenheid
05

Slide 19 - Poll

Ik kan rekenen met de eenheden van lengte
05

Slide 20 - Poll