Meer dan lezen P4 (2) - Feit, mening en argument

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 1 - Tekstslide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Wat weet je nog?
  • Nakijken opdr. 1 t/m 3
  • Opdrachten maken
Leerdoelen:
- Je kunt onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten in een tekst.

Slide 5 - Tekstslide

✍️ Startopdracht: Feit of mening?
'Huiswerk moet afgeschaft worden op middelbare scholen'

Slide 6 - Tekstslide

✍️ Startopdracht: Feit of mening?
'Huiswerk moet afgeschaft worden op middelbare scholen'

1. Kies een standpunt: 
  • Ik ben voor het afschaffen van huiswerk.
  • Ik ben tegen het afschaffen van huiswerk.

Slide 7 - Tekstslide

✍️ Startopdracht: Feit of mening?
'Huiswerk moet afgeschaft worden op middelbare scholen'

1. Kies een standpunt: 
  • Ik ben voor het afschaffen van huiswerk.
  • Ik ben tegen het afschaffen van huiswerk.

2. Bedenk:
  • twee feiten die je standpunt ondersteunen
  • twee meningen over dit onderwerp
  • twee argumenten om anderen te overtuigen

timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Feit vs. Mening

Slide 9 - Tekstslide

✍️ Startopdracht: Feit of mening?
'Huiswerk moet afgeschaft worden op middelbare scholen'

Werk in tweetallen:
  • Lees een uitspraak voor.
  • Je klasgenoot zegt of het gaat om een 'feit', 'mening' of 'argument'.
  • Daarna wissel je om.

timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Feit
  • Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
  • Een feit kun je controleren.

Voorbeeld: 'De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.'

Slide 11 - Tekstslide

mening/standpunt
  • Wat iemand ergens van vindt
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het eens of oneens zijn
  • Soms te herkennen aan signaalwoorden: ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen'

Slide 12 - Tekstslide

argument 
  • Je gebruikt argumenten om uit te leggen waaróm je een bepaalde mening hebt. 
  • Soms te herkennen aan signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers...

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument)'.

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken
We kijken samen opdr. 1 t/m 3 na.
Blz. 26/27.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
P4: opdr. 3, 4 en 6. 
Cursus 1 - Meer dan lezen - P4 Feit, mening, argument 

Klaar?
  • maak een samenvatting van de theorie van P1 t/m P4
  • bereid de presentatie voor;
  • lezen in je leesboek.


timer
25:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 19 mei:
  • C2, P4 - opdr. 1 t/m 4, 6


Slide 16 - Tekstslide