hv1 les 67 (23 mei)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Afmaken: écouter (10 minutes)
• Oefenen: apprendre 1 t/m 4 (30 minutes)

Aan het eind van de les heb je geoefend met luistervaardigheid.

Aan het eind van de les heb je alles herhaald voor het SO!

Écouter (10 minutes)

We gaan de laatste luistervaardigheid opdracht maken!

Prends ton livre à la page 89.

On fait l'exercice 14 !

Herhaling: appr. 1 t/m 4 (30 minutes)

On va faire des exercices en ligne.

Prends ton portable: lessonup.app 

Les jours de la semaine!
Vrijdag

1. jeudi
2. vendredi
3. mercredi
4. samedi

Les jours de la semaine!
Zaterdag

1. mardi
2. jeudi
3. samedi
4. lundi

Les jours de la semaine!
Woensdag

1. mercredi
2. jeudi
3. vendredi
4. samedi

Les jours de la semaine!
Maandag

1. mardi
2. mercredi
3. jeudi
4. lundi

Les jours de la semaine!
Zondag

1. lundi
2. samedi
3. mardi
4. dimanche

Les jours de la semaine!
Donderdag

1. lundi
2. vendredi
3. dimanche
4. jeudi

'les jours de la semaine'

Wat betekent 'semaine' ?

1. dag
2. week
3. maand
4. jaar

Wat zijn werkwoord op - er?

1. parler
2. avoir
3. manger
4. aimer

Werkwoorden op -er :
vragen

1. rester
2. demander
3. parler
4. habiter

Werkwoorden op -er:
hij vraagt

Werkwoorden op -er:
werken

1. travailler
2. regarder
3. terminer
4. commencer

Werkwoorden op -er:
jullie werken

Werkwoorden op -er:
donner

1. blijven
2. geven
3. best leuk vinden
4. blijven zitten

Werkwoorden op -er:
jij geeft

Werkwoorden op -er:
pratiquer

1. tekenen
2. liever hebben
3. doen aan
4. eindigen

werkwoorden op -er:
zij doen aan (m)

le sac à dos

l'ordinateur

difficile

facile

bientôt

le cahier

les élèves

l'entrainement

la géographie

les stylos

malade

désolé

gauw

aardrijkskunde

moeilijk

het schrift

de training

makkelijk

de computer

de pennen

ziek

de leerlingen

sorry

de rugzak

Vertaal de zin:
l'interro est facile

Vertaal de zin:
le prof est souvent malade

Vertaal de zin:
de leerling heeft een boek