GGZ inleiding depressie

Wat gaan we vandaag doen?
  • Inleiding/ theorie en P.P over Depressie 
  • Huiswerk maken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
verpleegkunde ghzMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  • Inleiding/ theorie en P.P over Depressie 
  • Huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord 'depressie'?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is depressie? 

  • Je hebt geen zin meer om dingen te ondernemen en er is niets wat je kan opvrolijken. De ene depressie is ernstiger dan de andere, maar over het algemeen geldt dat de vitale kenmerken van een depressie toenemen als de depressie langer duurt. 
Depressies komen veel voor. 
  • De kans dat je ooit een ernstige depressie krijgt is zelfs 1 op 20 en in het algemeen hebben vrouwen vaker last van een depressie dan mannen. Ook kinderen en ouderen kunnen een depressie krijgen. Een depressie kan kort duren, maar ook maanden of zelfs jaren duren. Als je minstens twee jaar depressief bent spreken we van een chronische depressie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten depressies? Welke ken jij?

Slide 7 - Woordweb

 Er bestaan verschillende soorten depressies. De een ontstaat bijvoorbeeld tijdens of na de zwangerschap en de ander in het najaar, wanneer de dagen korter en kouder zijn
  • 'Gewone' depressie 
  • Winterdepressie 
  • Zwangerschaps- of postpartum depressie 
  • PMS(S) = premenstrueel spanningssyndroom

Slide 8 - Tekstslide

Unipolair= Letterlijk: éénpolig. 
Bij stemmingsstoornissen gebruikt om aan te geven dat het ziektebeeld alleen (eventueel meermalen terugkerende) depressies omvat. Staat tegenover bipolair, waarbij naast episoden met depressie ook manische episoden voorkomen.
Kernsymptomen
• intense sombere (depressieve) stemming

• duidelijk verminderde interesse of plezier in bijna alle activiteiten 

Naast de kernsymptomen moet er sprake zijn van minimaal drie extra symptomen=  diagnose
depressieve stemmingsstoornis vast te kunnen stellen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Insomnia =
Slapeloosheid 
Zorgvragers vallen moeilijk in slaap en wordt vaak in het midden van de nacht of vroeg in de ochtend wakker. Gaat vaak overdag gepaard met vermoeidheid, irritatie, hoofdpijn en concentratiestoornissen. 
Insomnia (slapeloosheid) is een slaap-waakstoornis waarbij iemand veel moeite heeft met in- en doorslapen. Bij hypersomnia is het tegenoverstelde aan de hand: dan is er sprake van extreme slaperigheid, ondanks genoeg uren slaap. Door slapeloosheid voelt iemand zich zelden tevreden over zijn slaap.


Hypersomnia=  een slaap-waak stoornis waarbij iemand last heeft van extreme slaperigheid, ondanks genoeg uren slaap  
 
Er is sprake van hypersomnia als er minstens 3 keer per week, 3 maanden lang, sprake is van één van de volgende kenmerken:  
  1. meerdere keren per dag slapen of in slaap vallen  
  2. zich niet uitgeslapen voelen ondanks 9 uur slaap of langer 
  3. na plotseling ontwaken veel moeite met volledig wakker worden  
  4. Ook moet de persoon last ondervinden in het dagelijks functioneren   
Ongeveer 1 op de 20 mensen heeft last van hypersomnia  

 Bij insomnia is het tegenoverstelde aan de hand: dan is er sprake van slapeloosheid, en lukt het maar niet om te slapen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

De hippocampus heeft normaliter ook een remmende werking op de zogenaamde hormonale stressas (HPA-as). Wanneer de hippocampus minder functioneert, werkt de rem op je stress dus ook nog eens minder.

De amygdala is een amandelvormige structuur die betrokken is bij het aansturen en verwerken van verschillende emoties

Prefrontale cortex (vooraan in het hoofd) 
Verminderde activiteit. Dit hersendeel is o.a. betrokken bij het regelen van cognitieve en emotionele functies. Vooral de cortex cingularis, die de brug slaat tussen aandacht en emotionele functies, werkt bij depressie minder goed. Dat komt tot uiting in symptomen zoals denkstoornissen, gebrek aan interesse, gevoel van diepe droefheid, concentratiestoornissen.


Slide 13 - Tekstslide

  • Omega-3 vetzuren. Omega-3 vetzuren hebben talloze gezondheidsvoordelen. ...
  • Vitamine D. Een vitamine D tekort wordt gelinkt aan depressie, maar ook aan dementie en autisme. ...
  • Magnesium. ...
  • Vitamine B. ...
  • Ijzer. ...
  • Aminozuren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Acceptance and Commitment Therapie (ACT)* is een vorm van therapie waarbij het aanvaarden van jouw (onverkaarde) klachten centraal staat (acceptatie). Je leert om het zinloze gevecht met (vervelende) emoties, gedachten en lichamelijke sensaties waar mogelijk te stoppen.

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Je leest in je LWP de inleiding op Depressie + Je leest van GGZ Deel 1: blz 174 t/m 190.
  2. Maak (evt. in tweetallen) de verwerkingsopdrachten opdr 1 t/m 3 (1c niet)
  3.  Je bedenkt voor jezelf een vraag over depressie, die jij aan het eind van week 5 beantwoordt wil hebben. Deze schrijf je op in je logboek. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies