2-4-2025

DEUTSCH
 Willkommen im Deutschunterricht     
- Handy  in der Tasche
- Kauwgummi  ausspucken
- Bücher auf dem Tisch
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DEUTSCH
 Willkommen im Deutschunterricht     
- Handy  in der Tasche
- Kauwgummi  ausspucken
- Bücher auf dem Tisch

Slide 1 - Tekstslide

der Unterrichtsplan   Wort des Tages: (sich) aufregen                                               =  zich opwinden

- voorbereiding examen: leesvaardigheid
- Examentraining Kapitel 5 Lektion 5 kontrollieren.
- uitleg gebruik 'woordenboek'






 

Slide 2 - Tekstslide

die  Lernziele

- Je kunt benoemen wat citeervragen en combineervragen zijn.

- Je kunt het stappenplan van deze strategieën toepassen op examenvragen. 

- je weet hoe je woorden in een woordenboek moet opzoeken. 

Slide 3 - Tekstslide

Wörterbuch

Slide 4 - Tekstslide

MEERDERE BETEKENISSEN

  • Sommige woorden hebben meerdere betekenissen: gebruik niet de eerste betekenis die in het woordenboek staat, maar kijk of het past in de zin!




Slide 5 - Tekstslide

Moet je alles opzoeken?
Je hoeft niet altijd direct een woord op te zoeken:
Soms kun je het woord 'herkennen', bijvoorbeeld aan: de klank of omdat het op een Nederlands woord lijkt
Soms kun je de betekenis van een woord uit de context halen: Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden, sie hatten sich verirrt.



Slide 6 - Tekstslide

Wie funktioniert das Wörterbuch?
1. Alfabet
2. Werkwoordsvormen
3. Meervoudsvormen
4. Samengestelde woorden 
5. Meerdere betekenissen



Slide 7 - Tekstslide

Das Wörterbuch: werkwoorden
Het woordenboek laat nooit vervoegingen van werkwoorden zien!
 
Hoe vind je dan de juiste vertaling en vorm van een werkwoord?
  • Je zoekt het hele werkwoord op in het woordenboek en past dan de werkwoordregels toe. (esttenten-regel en voltooid deelwoordregels)
  • Voorbeeld 'hij loopt': In het woordenboek vind je het hele werkwoord 'lopen' (= 'laufen').

Slide 8 - Tekstslide

Das Wörterbuch: zelfstandige naamwoorden
Het woordenboek kan op verschillende manieren laten zien of een woord een der, die, of das-woord is.
(Check vooraf goed hoe jouw woordenboek het doet!)

3 Opties:
Achter het woord staat m, v, of o  (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig).
Achter het woord staat m, w, of s (männlich, weiblich, sächlich).
Achter het woord staat der, die of das.



Slide 9 - Tekstslide

Das Wörterbuch: zelfstandige naamwoorden
In het woordenboek staan géén meervoudsvormen. Je zoekt dus altijd naar een woord in het enkelvoud! 

bv: Väter     zoek je bij     Vater
      Menschen     zoek je bij     Mensch

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Das Wörterbuch: samengestelde woorden
De meesten samengestelde woorden staan niet in het woordenboek.
 
Hoe vind je dan de juiste vertaling van een woord?
  • Het is belangrijk dat je de woorden waaruit het woord is opgebouwd uit elkaar kunt halen. Je zoekt dan de betekenissen van de losse woorden op en je vindt de betekenis van het samengestelde woord.
  • Haustür -> Haus + Tür = huisdeur of voordeur
  • Hundenrasse -> Hund + Rasse = hondenras (soort hond)

Slide 12 - Tekstslide

Das Wörterbuch: meerdere betekenissen 

Sommige woorden hebben meerdere betekenissen: gebruik niet de eerste betekenis die in het woordenboek staat, maar kijk of het past in de zin/context!

Slide 13 - Tekstslide

Zusammengefasst...
In het woordenboek vind je:
  1. of een woord een der, die of das woord is
  2. alleen hele werkwoorden, geen vormen van een werkwoord
  3. alleen enkelvoud, geen meervoud
  4. alleen losse woorden, geen samengestelde woorden

Slide 14 - Tekstslide

Hoe zoek je Großstädte op in het woordenboek?
A
Großstädte
B
Groß en Städte
C
Groß en Stadt
D
Groß en Stad

Slide 15 - Quizvraag

Hoe zoek je Entwicklungsländer op in het woordenboek
A
Entwicklungs Länder
B
Entwicklung en Land
C
Entwicklungsländer

Slide 16 - Quizvraag

Uit welke twee woorden bestaan het volgende samengestelde zelfstandig naamwoord: Polizeipraktikum

Slide 17 - Open vraag

Zet in de goede alfabetische volgorde
Freispruch - freundlich - Frechheit - fressen freisprechen - freuen

Slide 18 - Open vraag

Pak het woordenboek en zoek de eerste betekenis van dit woord op:
Einflüsse

Slide 19 - Open vraag

Pak het woordenboek en zoek de eerste betekenis van dit woord op:
Gegenstand

Slide 20 - Open vraag


                                 Hausaufgaben
                                 Leer de signaalwoorden en hun                                     functies in de Reader Examenidioom of                               kijk bij de Examentrainingen in je boek 
                         Na Klar (Lernbox Lektion 5) . 












Slide 21 - Tekstslide

Zoek een Tekst uit, bijv. op:

neuneinhalb 

of Logo Nachrichten 
Scroll naar: Endlich verständlich mit den logo!-Themenseiten
* lees een tekst naar keuze
* markeer de onbekende/moeilijke woorden
* maak een woordenlijst van minimaal 15  onbekende woorden en zoek de betekenis op in een woordenboek of op  www. uitmuntend.de 
* probeer nu in eigen woorden een korte samenvatting van de tekst te schrijven. 
 Sla deze woordenlijst /samenvatting met tekst op in je mapje Duits op je laptop.

Slide 22 - Tekstslide

28-3-2025

Slide 23 - Tekstslide

2-4-2025

Slide 24 - Tekstslide