3.2

H3: Warmte en energie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, g, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3: Warmte en energie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik paragraaf 3.1                           10 min
  • Afmaken 3.1                                                 10 min
  • Nakijken 3.1                                                  5 min
  • LessonUp  terugblik vorig jaar           10 min
  • Uitleg paragraaf 3.2                                 10 min
  • Maken 3.2                                                     20 min
  • Introductie lesopdracht 2+3                5 min

Slide 2 - Tekstslide

Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 
Het rendement is nooit 100%

Slide 3 - Tekstslide

Duurzaam energieverbruik
Rendement geeft aan hoeveel van de toegevoerde energie gebruikt wordt voor een nuttige energiesoort.

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.1 opdracht 16 t/m 24
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 10 min
  • Klaar? Lees blz. 167 t/m 169 en maak opdracht 25 t/m 31

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Pak erbij:
Bladzijde 167 in je boek

Slide 6 - Tekstslide

warmtetransport
Warmte gaat altijd van een warm gebied naar een koud gebied.
Dat kan op 3 manieren:
stroming
straling
geleiding

Slide 7 - Tekstslide

Wat is geleiding?
Geleiding is wanneer een stof warmte makkelijk doorlaat.
Een voorbeeld hiervan is een radiator die nadat de binnenkant warm wordt, bijna direct ook van buiten warm wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een geleider?
Een geleider is een stof waar warmte (en elektriciteit) makkelijk doorheen gevoerd wordt. Een voorbeeld hiervan zijn alle metalen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ga je geleiding tegen?
Geleiding kun je, bijvoorbeeld in de muren van je huis, tegengaan door een slechte geleider tussen de binnen- en buitenmuur te stoppen. Dit noemen we isolatiemateriaal. 

Slide 10 - Tekstslide

Een stof die warmte makkelijk vervoerd noem je een ......
A
metaal
B
isolator
C
geleider
D
ijzer

Slide 11 - Quizvraag

Welke van deze stoffen is een geleider?
A
koper
B
papier
C
hout
D
lucht

Slide 12 - Quizvraag

Welke van deze stoffen is een slechte geleider?
A
aluminium
B
koper
C
ijzer
D
lucht

Slide 13 - Quizvraag

Waarmee zorgen we dat er minder warmte ontsnapt uit ons huis?
A
een trui aantrekken
B
dikkere muren
C
isolatiemateriaal tussen de muren
D
lucht tussen de muren

Slide 14 - Quizvraag

Wat is isoleren?
A
Zorgen dat geleding, stroming en straling beter gaat.
B
Zorgen dat geleiding en stroming beter gaat.
C
Zorgen dat stroming en straling wordt tegengegaan.
D
Zorgen dat stroming, geleiding en straling wordt tegengegaan.

Slide 15 - Quizvraag

Stroming
Warmte stijgt altijd, kou daalt altijd?
  • warme lucht en warm water hebben een kleinere dichtheid dan koude  
       lucht of koud water.
      (warm: de moleculen bewegen sneller en hebben meer ruimte nodig.) 
  • de koude lucht of het koude water zakt  daardoor naar beneden
  • hierdoor ontstaat stroming
  • hoe groter het verschil in temperatuur hoe sneller de stroming

Slide 16 - Tekstslide

Stroming
Energie stroomt met een vloeistof of gas mee.

Slide 17 - Tekstslide

Filmpje convectie

Het volgende filmpje is al eeeeeeeuwen oud. Maar nog steeds leuk :-D 


Als je denkt, onze ketels staan in Nederland allemaal op zolder? Ja, dat klopt.  Onze ketels maken gebruik van een pomp op elektriciteit om het water rond te pompen.

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Straling 
Als je bij een kachel staat voel je de warmte. Als je in de zomer buiten in de zon loopt voel je haar branden. 

Dit is de infrarode straling, de warmte straling. 

je voelt alleen daar de straling waar het rechtstreeks naar toe gaat, 
bijvoorbeeld in de zon: als die in je gezicht schijnt voel je het daar, maar je rug is koud

Slide 21 - Tekstslide

Straling
alle voorwerpen stralen warmte uit
bij hogere temperatuur voorwerp: meer warmtestraling

Straling heeft geen tussenstof nodig
de warmte-energie van de zon komt door de ruimte naar de aarde

Slide 22 - Tekstslide

Thermoskan

Slide 23 - Tekstslide

Welke manieren van warmtetransport zijn er?
A
Straling, stroming, isolatie
B
Stroming, straling, vermogen
C
Straling, stroming, geleiding
D
Isolatie, geleiding, stroming

Slide 24 - Quizvraag

Welke vormen van warmtetransport komen wij tegen bij een radiator?
A
Geleiding en straling
B
Geleiding en stroming
C
Stroming en straling
D
Geleiding, straling en stroming

Slide 25 - Quizvraag

Welke vorm van warmtetransport gebruikt de zon om de aarde te verwarmen?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 26 - Quizvraag

Je zit naast een kampvuur en voelt de warmte op je gezicht.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 27 - Quizvraag

De tegels van de badkamer voelen koud aan als je er met je blote voeten op gaat staan.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.2 opdracht 25 t/m 31 + 36 t/m 40 + 42 t/m 46
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 25 min
  • Klaar? Lees blz. 167 t/m 169 en maak opdracht 25 t/m 31

timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide