BOA hoofdstuk 3.1 t/m 3.3 BOA

BOA HOOFDSTUK 3.1 T/M 3/3
(DE BUITENGEWOON) OPSPORINGSAMBTENAAR 


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BOA HOOFDSTUK 3.1 T/M 3/3
(DE BUITENGEWOON) OPSPORINGSAMBTENAAR 


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van de les.
  • Herhaling → Nog vragen over hoofdstuk 2?
  • Leerdoelen.
  • Nut & belang.
  • Voorkennis.
  • Vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld van attributie
=
lokale verordeningen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vastgesteld door de minister, wettelijk voorschrift, kan feiten bevatten die strafbaar zijn gesteld in een bovenliggende wet
=
ministeriële verantwoordelijkheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoofd van de gemeente, gekozen volksvertegenwoordiging en vormt de wetgevende macht in de gemeente
=
gemeenteraad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aanvallende partij die aanklaagt, bewijs levert en straf eist
=
Openbaar Ministerie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN:

- algemeen opsporingsambtenaar
- buitengewoon opsporingsambtenaar
- wie is als boa belast met de opsporing van strafbare feiten
- welke taken de boa toe bevoegd is
- de begrippen akte van opsporingsbevoegdheid en akte van
  beëdiging omschrijven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN VORIGE KEER
1. Wie is opsporingsambtenaar volgens artikel 127 van het Wetboek van Strafvordering?
2. Kan iemand die geen ambtenaar is wel opsporingsambtenaar zijn?
3. Wat betekent “belast met HET strafbare feit”?
4. Welke twee soorten opsporingsambtenaren bestaan er en wat is daarin het belangrijkste
verschil?
5. Wie zijn opsporingsambtenaar volgens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering?
6. Wie zijn opsporingsambtenaar volgens artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering?
7. Welke drie categorieën van BOA’s kent het Wetboek van Strafvordering?
8. Waar vindt de BOA de strafbare feiten waarvoor hij opsporingsbevoegd is?
9. Is de BOA bevoegd om alle strafbare feiten op zijn domeinlijst op te sporen?
10. Wat betekent het leefbaarheidscriterium voor de BOA in domein 1?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VAN STADSWACHT TOT 
HANDHAVER

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nut &
Belang

Slide 12 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
Wie zijn opsporingsambtenaar?
ALLE PERSONEN MET DE OPSPORING VAN :
       HET STRAFBARE FEIT BELAST
141 WvSv Algemeen opsporingsambtenaar
Bevoegd voor alle strafbare feiten
Bevoegd in heel NL (wel gebied van tewerkstelling)
142 WvSv Buitengewoon opsporingsambtenaar
Bevoegd voor de strafbare feiten uit zijn domein + taak gerelateerd
Bevoegd in heel NL + beperkt tot gebied tewerkstelling
Taak 141 en 142: Opsporingsonderzoek
Beperking 142 in de feiten/taak en grondgebied niet in de opsporingsbevoegdheden





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk artikel is de wettelijke basis voor de benoeming van een buitengewoon opsporingsambtenaar?
A
artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering
B
artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering
C
artikel 3 van de Politiewet 2012
D
artikel 1 van de Ambtsinstructie voor de politie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaat het Wetboek van Strafvordering onder opsporingsambtenaren?
A
alle ambtenaren tot de opsporing van het strafbare feit bevoegd
B
alle ambtenaren aangesteld voor de uitoefening van de politietaak alsmede alle ambtenaren van het Openbaar Ministerie
C
alle personen met de opsporing van het strafbare feit belast
D
alle personen die onder omstandigheden bevoegd zijn tot het toepassen van dwangmiddelen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen opsporingsambtenaar 141 WvSv
  • Officieren van justitie
  • Ambtenaren van politie aangesteld voor de politietaak
  • executieve ambtenaren van politie/ politietaak
  • vrijwillige ambtenaren van politie/ politietaak
  • politieambtenaren van de rijksrecherche/politietaak
  • Officieren + onderofficieren + aangewezen militairen Kmar
  • Opsporingsambtenaren van de BOD’n
Alle feiten (m.u.v. enkele feiten zoals uit de Douanewet)
In heel NL bevoegd (wel grondgebied tewerkstelling)



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden verkrijgen opsporingsbevoegdheid BOA (art. 2 Besluit BOA)

TITEL:
a. Akte van opsporingsbevoegdheid
verleend door de minister van J&V of PG
b. Categoriaal aangewezen
door de minister van J&V
c. In bijzondere wet of verordening aangewezen
Bijvoorbeeld in de APV



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERVOLG VOORWAARDEN
BEKWAAM
BETROUWBAAR
BEEIDIGD


TOEZICHT
MIN. VAN J&V
TOEZICHTHOUDER
HOOFDOFFICIER V JUSTITIE
DIRECT TOEZICHTHOUDER
REGIONALE KORPS (POLITIE) CHEF

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AKTE VAN OPSPORING, AKTE VAN BEEIDING
1. Voor welke wetten /feiten hij bevoegd is
Domeinlijst (1- 6) + beperking: aan functie gerelateerd
Domeinlijst 1 + beperking: leefbaarheidscriterium
2. Het grondgebied waar hij bevoegd is
‘NL’/ maar = beperkt tot gebied tewerkstelling / + e.v.t. samenwerkingsconvenant
3. OF hij de politiebevoegdheden* uit mag oefenen
Politiewet - art. 7, lid 1 = geweldsbevoegdheid
Politiewet - art. 7, lid 3 = veiligheidsfouillering
Politiewet – art. 7, lid 4 = vervoersfouillering
* Politiebevoegdheden 1-3-4
NEE, tenzij verleend door minister + op akte van beëdiging
Zo ja, dan eventuele geweldsmiddelen op de akte
+ Jaarlijkse toetsing (RTGB) = voorwaarde!
4. Geldigheidsdatum en (direct)toezichthouder

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De buitengewoon opsporingsambtenaar mag in principe geen.........
A
ambtsedig proces-verbaal opmaken
B
bevoegdheden aanwenden
C
geweld aanwenden
D
strafbare feiten opsporen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke strafbare feiten mag een buitengewoon opsporingsambtenaar opsporen?
A
Alle strafbare feiten
B
Alle strafbare feiten die in zijn akte van beëdiging staan
C
Alle strafbare feiten uit bijzondere wetten
D
Alle strafbare feiten uit gemeentelijke verordingen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn buitengewoon opsporingsambtenaar?
A
Bijzondere ambtenaren van politie
B
Personen aan wie een akte van beëdiging is verleend
C
Personen aan wie een akte van opsporingsbevoegdheid is verleend
D
Personen belast met de uitvoering van bijzondere politietaken

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevoegdheid voor de feiten 
De BOA is opsporingsbevoegd voor die strafbare feiten die:
  • Genoemd zijn in de domeinlijst van zijn domein (Domein I t/m IV)
  • Domeinlijsten vastgesteld in Regeling domeinlijsten BOA
  • En die aan zijn functie gerelateerd zijn (Art. 25-1 BBOA)
  • Voor de BOA in domein 1 geldt de nadere beperking
  • Feit = binnen leefbaarheidscriterium (Beleidsregels BOA)
  • Leefbaarheidsfeiten in de openbare ruimte
  • Geen gevaarzetting/ geweld/criminaliteit
  • Et cetera
Zie volgende dia t.a.v. leefbaarheidscriterium



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BOA in domein 1                  
Leefbaarheidscriterium:
Beleidsregels BOA
  • Overtredingen die de leefbaarheid aantasten
  • Overlast, verloedering, kleine ergernis
  • Geen duplicering van handhaving op grond van formele wetgeving
  • Feit is direct (geen foto/film te constateren tijdens de surveillance
  • Feit is in beginsel feit gecodeerd af te handelen
  • Feit is anders eenvoudig bewijsbaar en heeft geen betrekking op geweld, veelplegers, medepleging en/of aanzienlijke schade
  • Feit vraagt geen specifieke opleiding/apparatuur
  • Geen gevaarlijke of gewelddadige setting

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgangspunten operationele regie en informatiedeling
Beleidsregels BOA
1. Politie voert de regie vanuit haar bijzondere positie
Continue aanwezigheid (24/7) in de frontlinie
Hierop toegespitste professionaliteit
Hiermee samenhangende informatiepositie
Ervaring uitoefening van opsporingsbevoegdheden/dwangmiddelen/geweld
2. Landelijke uitgangspunten dagelijkse samenwerking
Handhaving is een gezamenlijke verantwoordelijkheid/ 1 overheid
3-hoek bepaalt prio/ en lokale handhavingsarrangementen
Operationele regie vanuit basisteam politie
Samen briefen/debriefen indien nodig
C-2000
Wederzijdse informatie-uitwisseling

BOA DOMEIN 1 EN DE POLITIE
Uitgangspunten operationele regie en informatiedeling
Beleidsregels BOA
1. Politie voert de regie vanuit haar bijzondere positie
Continue aanwezigheid (24/7) in de frontlinie
Hierop toegespitste professionaliteit
Hiermee samenhangende informatiepositie
Ervaring uitoefening van opsporingsbevoegdheden/dwangmiddelen/geweld
2. Landelijke uitgangspunten dagelijkse samenwerking
Handhaving is een gezamenlijke verantwoordelijkheid/ 1 overheid
3-hoek bepaalt prio/ en lokale handhavingsarrangementen
Operationele regie vanuit basisteam politie
Samen briefen/debriefen indien nodig
C-2000
Wederzijdse informatie-uitwisseling



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE DOMEINEN
1.Milieu, Openbare Ruimte
(parkeren, brede handhaving et cetera zoals bij gemeenten en provincie)
2.Welzijn en Infrastructuur
(groen/grijs/ blauw milieu, deel ISZW (arbo), ILT, NVWA et cetera)
3.Onderwijs (leerplicht)
4.Openbaar Vervoer (OV bedrijven)
5.Werk inkomen en zorg
(Sociale recherche, deel ISZW (arbeidsmarkt), UWV et cetera)
6.Generieke Opsporing
BOA bij politie of Kmar

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                  Artikel 142 WvSv = basisartikel BOA

                  Lid 4 artikel 142: “Bij AMvB nadere regels omtrent……”

Besluit BOA (AMvB op basis van 142 lid 4) daarin:
 Verlening akte/ beëindiging bevoegdheid
 Beëdiging
 Hoofdstuk 5 = instructie aan de BOA (Toezicht op de BOA)
 

Regeling domeinlijsten BOA (Min.Reg. op basis van 142 lid 2) daarin:
 Domeinlijsten 1 t/m 6

“Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar 2022”
Jaarlijks vastgesteld BOA-beleid van de minister en bevat O.A.:
Leefbaarheidscriterium,Bekwaamheidseisen,Informatie over betrouwbaarheid 

Van wet naar AMvB en min.reg. tot Beleidsregels BOA

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eisen van bekwaamheid en betrouwbaarheid waaraan de buitengewoon opsporingsambtenaar dient te voldoen zijn nader uitgewerkt in................?
A
De ambtsinstructie voor politie, Kmar en de buitengewoon opsporingsambtenaar
B
Het Wetboek van Strafvordering
C
Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
D
De Politiewet 2012

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geweld
Wat is geweld?
Elke dwangmatige kracht van meer dan geringe betekenis uitgeoefend op personen of zaken.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fouillering
Veiligheidsfouillering
 bij personen en voorwerpen alleen bij aanwezig gevaar ter afwending van het gevaar.
Vervoersfouillering
 bij personen en voorwerpen bij te vervoeren personen ter afwending van gevaar.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wordt in het besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar genoemd als direct toezichthouder over het optreden van de buitengewoon opsporingsambtenaar.
A
De burgemeester
B
De hulpofficier van justitie
C
De Korpschef van de Nationale Politie
D
De Officier van Justitie

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaalt of een buitengewoon opsporingsambtenaar geweld mag aanwenden of een veiligheidsfouillering mag toepassen?
A
Hulpofficier van justitie
B
Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrekaties
C
Officier van Justitie
D
Minister van Veiligheid en Justitie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De drie titels van opsporingsbevoegdheid zijn:
A
De voorwaarde waaronder de buitengewoon opsporingsambtenaar kan worden benoemd, te weten betrouwbaarheid, bekwaamheid en beëdiging.
B
Akte van aanstelling, categoriale aanwijzing en aanwijzing in de wet of verordening.
C
Het College van Procureurs-Generaal, de hoofdofficieren van justitie en de Korpschef van politie
D
Algemene opsporingsbevoegdheid, buitengewone opsporingsbevoegdheid en bijzondere opsporingsbevoegdheid

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding voor de volgende les.
  • Lees de stof van vandaag nogmaals door
  • Als je iets niet snapt noteer het en vraag het de volgende   les
  • Doorlezen Hoofdstuk 3.4 t/m 3.5
  • Noteer de lastige woorden.
  • Maak de vragen van de volgende dia

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN
11. Hoe zit het met de bevoegdheid van de BOA als het gaat om de strafbare feiten ten aanzien van agressie en geweld zoals bedreiging, mishandeling (van een ambtenaar), wederspannigheid en belediging (van een ambtenaar)?
12. Wie heeft de regie als het gaat om de handhaving in de openbare ruimte zoals dat bijvoorbeeld gebeurt door de BOA in domein 1?
13. Hoe zit het met het grondgebied waarbinnen de BOA als opsporingsambtenaar mag optreden?
14. Wat zijn de politiebevoegdheden?
15. Wie is bevoegd om de politiebevoegdheden toe te passen en wat is de voorwaarde daarbij?
16. In welk wettelijk voorschrift staan de belangrijkste regels ten aanzien van het verkrijgen van de BOA bevoegdheid (titel, bekwaamheid, betrouwbaarheid, beëdiging, toezicht op de BOA en instructies aan de BOA)?
17. In welk wettelijk voorschrift staan de domeinlijsten?
18. Wat betekent het noodzaakcriterium voor de opsporingsbevoegdheid van de BOA?
19. Wat betekent het noodzaakcriterium voor de eventuele politiebevoegdheden van de BOA?
20. Op welke drie manieren kan de BOA een titel (rechtsgrond) verkrijgen om BOA te kunnen worden?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies