B/K2 H6. Par 6.1 getallen

H6 
Formules en grafieken
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 
Formules en grafieken

Slide 1 - Tekstslide

In deze les ga je leren:
  • het verschil tussen getallen en cijfers
  • hoe je grote getallen moet opschrijven
  • hoe je de delers van een geheel getal kunt vinden
  • hoe je de veelvouden van getallen kunt vinden
  • over machten
  • de volgorde van bewerkingen

Slide 2 - Tekstslide

Getallen en cijfers
Voorbeeld:
Het getal: 4293,68
Het cijfer 4 heeft in dit geval de meeste waarde
4 heeft de waarde van: 4 x 1000 = 4000 (ook wel duizendtal)
2 heeft de waarde van: 2 x 100 = 200 (ook wel honderdtal)
9 heeft de waarde van: 9 x 10 = 90 (ook wel tiental)
3 heeft de waarde van: 3 x 1 = 3 (ook wel eenheid)
6 heeft de waarde van: 6 x 0,1 = 0,6 (ook wel tienden)
8 heeft de waarde van: 8 x 0,01 = 0,08 (ook wel hondersten)

Slide 3 - Tekstslide

Getallen en cijfers
Het getal 38 bestaat uit de cijfers 3 en 8
Het getal 7 bestaat uit 1 cijfer, namelijk 7
Getallen bestaan vaak uit meerdere cijfers. Elk cijfer heeft een waarde.
De plaats van elk cijfer geeft de waarde aan

Slide 4 - Tekstslide

Welk getal is groter?
3,45 of 3,5
A
3,5
B
3,45
C
Beide even groot
D
Dit kun je niet weten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de waarde van 8 in het getal:
58.357,9

Slide 6 - Open vraag

Bereken zonder rekenmachine:
14,24 x 1000 =
Schrijf enkel een getal op.

Slide 7 - Open vraag

Grote getallen
Lees onderstaand stukje theorie goed door:

Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf ik 6,3 miljoen in cijfers?
A
6.300.000
B
630.000
C
6.300.000.000
D
6,300.000

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf alleen met cijfers (en punten)
122 miljard

Slide 10 - Open vraag

Schrijf met alleen cijfers (en punten)
0,9 miljard

Slide 11 - Open vraag

Deler
Wat is een deler?

Slide 12 - Tekstslide

Veelvoud
Wat is een velvoud?

Slide 13 - Tekstslide

De delers van 15 zijn:
A
1, 2, 3, 5, 15
B
1, 3, 5, 15
C
1, 3, 5
D
1, 3, 15

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf alle delers op van 40

Slide 15 - Open vraag

Veelvouden
Lees de onderstaande theorie goed door.

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf de eerste 4 veelvouden op van 9

Slide 17 - Open vraag

24 is een veelvoud van 8
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Machten

Slide 19 - Tekstslide

De theorie

Slide 20 - Tekstslide




Grondgetal en exponent

Slide 21 - Tekstslide

kwadraat: 3² ( 3 x 3) = 9
macht: 5³ (5 x 5 x 5) = 125

Slide 22 - Tekstslide

3 in het kwadraat = 3 x 3
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

8² is
A
2
B
4
C
16
D
64

Slide 24 - Quizvraag

3 tot de vierde macht is ....
A
24
B
124
C
36
D
144

Slide 25 - Quizvraag

3 tot de vierde macht is ....

Slide 26 - Open vraag

de wortel van 36 is?
A
4
B
4
C
6
D
7

Slide 27 - Quizvraag

Afronden
- kijk naar het getal die niet meer mee mag doen.
Is dit getal een 1,2,3 of 4 dan rond je naar beneden af
Is dit getal een 5,6,7,8 of 9 dan rond je naar boven af

Slide 28 - Tekstslide

Rond 231,45198 af op één decimaal.
A
231,4
B
231,5

Slide 29 - Quizvraag

Rond 8,9342 af op twee decimalen.

Slide 30 - Open vraag

Als ik een decimaal getal op schrijf, gebruik ik hiervoor in Nederland een...
A
komma
B
punt

Slide 31 - Quizvraag

formule:

Een formule bestaat meestal uit een begingetal een stijg/dalingsgetal en een onbekende

Slide 32 - Tekstslide

bedrag in euro's = 5 + 3 x tijd in uren
Wat is het bedrag bij 0 uren?
A
0
B
5
C
8
D
3

Slide 33 - Quizvraag

bedrag in euro's = 5 + 3 x tijd in uren
Wat is het bedrag bij 5 uren?
A
40
B
20

Slide 34 - Quizvraag

Rekenvolgorde

1) haakjes                                          

2) machten en wortels                

3) x en : (van links naar rechts)

4) + en - (van links naar rechts)

Slide 35 - Tekstslide

Wat gaat voor bij een berekening?
A
Haakjes wegwerken
B
optellen en aftrekken
C
vermenigvuldigen en delen
D
machtsverheffen en worteltrekken

Slide 36 - Quizvraag

Huiswerk
  • 6.1 moet helemaal af zijn en ingeleverd
  • Lees par 6.2 goed door voor de volgende les
  • Zorg dat alles helemaal bij is:
H5 alles
H6: voorkennis en par 6.1

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide