4.2 Lezen _ activerende teksten

Vandaag
hoofdstuk 5.4:  activerende teksten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
hoofdstuk 5.4:  activerende teksten

Slide 1 - Tekstslide

Activerende teksten
Doel:    lezer tot actie aanzetten
               (+ informatie geven  -  om lezer over te halen)

activerende teksten:  
*  reclame (lezer overhalen, bijv om iets te kopen)
* oproep (lezer uitnodigen iets te doen, bijv geld doneren, lid                              worden)

Slide 2 - Tekstslide

Beeld en opmaak  (= lay-out)

middel om aandacht te trekken

opmaak:   verdeling over pagina, keuze van lettertype en                                       lettergrootte, gebruik van kleur

beeld:         afbeeldingen bij tekst

Slide 3 - Tekstslide

Welke tekstdoelen ken je?

Slide 4 - Woordweb

De volgende tekstdoelen kennen we:

  • informeren
  • overtuigen
  • activeren/tot handelen aansporen
  • amuseren

Slide 5 - Tekstslide

De volgende tekstsoorten kennen we:

  • informatieve teksten
  • betogende teksten
  • activerende teksten
  • amuserende teksten

Slide 6 - Tekstslide

Tekstvormen

Tekstvormen zijn voorbeelden die bij de verschillende tekstsoorten horen.

Even oefenen...

Slide 7 - Tekstslide

Een nieuwsbericht is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 8 - Quizvraag

Een column is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 9 - Quizvraag

Een oproep is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 10 - Quizvraag

Een handleiding is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 11 - Quizvraag

Een boekbespreking is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 12 - Quizvraag

Een folder is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 13 - Quizvraag

Welk merk hoort bij de volgende slogan?

'Er is geen betere.'
A
Philips
B
Miele
C
Samsung
D
Zanussi

Slide 14 - Quizvraag

Welk merk hoort er bij de volgende slogan?
'Wast een berg, kost een beetje.'

Slide 15 - Open vraag

Wat is de woordgrap?



'We hebben je hart nodig ' (Hartstichting)

Slide 16 - Tekstslide

Slogans

Slide 17 - Woordweb

Slagzinnen (slogans)
  • aantrekkelijke belofte doen: Direct verzekeren, direct resultaat  (Ohra)
  • belangrijke eigenschap noemen: Het zuiverende water  (bronwater)
  • gebruik maken van rijm: Duyvis, als er een fuif is!
  • woordgrap maken
  • tegenstelling: Veel voor weinig  (Hema)
  • humor gebruiken: Lijkt nergens op  (VPRO)

Slide 18 - Tekstslide

Activerend taalgebruik
  • Spreek de lezer direct aan (jij of u)
  • Gebruik zo weinig mogelijk de lijdende vorm (De muur wordt geschilderd)
  • Schijf in de tegenwoordige tijd
  • Gebruik positieve of overtuigende woorden zoals voordeel, winst, goed, ja, slim, makkelijk, nieuw
  • Stel een vraag: Verlang jij ook zo naar de zon?
  • Gebruik de gebiedende wijs: Koop nu! Bestel vandaag nog! Kom langs voor meer informatie!

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!


Opdracht 1 t/m 6 blz  75 t/m78

Klaar? Ga verder met de Leestaak. 


Slide 20 - Tekstslide