epilepsie en diabetes

epilepsie en diabetes
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

epilepsie en diabetes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
Wat is epilepsie?
Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. 
Aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen.
Wat gebeurt er tijdens een aanval?
Alles wat we doen, denken, voelen en waarnemen gebeurt in onze hersenen. 
In de hersenen bevinden zich een paar miljard grijze cellen. 
Deze cellen hebben zich georganiseerd in allerlei netwerken. 
Elk netwerk heeft zijn eigen taak. 
Zo is er een netwerk dat zich bezighoudt met het bewegen van de hand, een netwerk voor het zien en een voor taal, enzovoort. 
De cellen in de netwerken wisselen voortdurend boodschappen uit door middel van elektrische pulsjes. 
Bij epilepsie ontstaat er kortsluiting in een of meer van de netwerken. 
De verschijnselen bij een aanval hangen af van welke netwerken meedoen en kunnen per type aanval verschillen. 
Iemand kan vallen, schokken, vreemde bewegingen maken, iets vreemds ruiken, even afwezig zijn of buiten bewustzijn raken.
Epilepsie: Aanvallen in Beeld 7:15 min

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
Oorzaken:
Epilepsie ontstaat als een optelsom van factoren. Vaak spelen erfelijke factoren een rol, in combinatie met omgevingsfactoren. Iemand die door een ongeval serieuze hersenbeschadiging heeft opgelopen, kan epilepsie krijgen, ook als er geen epilepsie voorkomt in de familie. Als er wel veel epilepsie voorkomt in de familie, kan iemand opeens epilepsie krijgen, of kan een lichtere vorm van hersenbeschadiging al leiden tot epilepsie.
Bekende uitlokkers van aanvallen kunnen zijn:
overmatig alcoholgebruik;
bepaalde vormen van drugs;
slaaptekort;
de periode voor of na spanningen/emoties/stress;de periode voor en tijdens de menstruatie (hormonale veranderingen);
lichtflitsen (bij 3-5% van de mensen met epilepsie);
temperatuurwisseling zoals bij koorts;
het niet innemen van de medicatie.
Sommige mensen krijgen eenmalig een aanval in hun leven door een uitlokker.
Eerste hulp: Bij de meeste soorten aanvallen is eerste hulp niet nodig. 
De aanval houdt immers vanzelf weer op binnen enkele minuten. 
Het is wel belangrijk om gevaarlijke situaties die tijdens een aanval kunnen ontstaan, 
te vermijden en de persoon niet alleen te laten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
Wat te doen bij een complex partiële aanval? 0:40 min
Bijten op de tong

In de eerste fase van de aanval (de tonische fase) spannen de kaakspieren zich plotseling aan. 
Dit kan tot gevolg hebben dat iemand op de tong bijt. 
Dit wordt een tongbeet genoemd. 
Het voorkomen van de tongbeet is in principe niet mogelijk. 
De kaken zijn zo sterk op elkaar geklemd, dat het niet lukt om nog iets tussen de kiezen te krijgen. 
Harde voorwerpen zijn gevaarlijk omdat hierdoor gemakkelijk kiezen of tanden kunnen breken. 
De wonden aan de tong die door de tongbeet ontstaan, zijn enkele dagen pijnlijk, maar genezen meestal snel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
Wat te doen tijdens een grote aanval? 1:06 min
Na de tonisch-clonische aanval

Na een tonisch-clonische aanval komt de ademhaling snel weer op gang, en is de ademhaling meestal diep en rochelend door extra speeksel. 
Tijdens de aanval is het niet mogelijk om de persoon in stabiele zijligging te leggen. 
Na de aanval moet iemand wel in stabiele zijlegging worden gebracht. 
Dit om te voorkomen dat er speeksel in de luchtpijp komt. 
Onmiddellijk na de aanval is de persoon vaak nog niet in staat om te hoesten, pas enkele minuten na de aanval komen dergelijke reacties weer terug.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
Als een aanval langer duurt:

Wanneer een aanval langer duurt dan 5 minuten, dan is het nodig om medicatie te geven die de aanval stopt. 
Er kan anders een status epilepticus optreden. 
Bij sommige mensen volgen er na een aanval nog 1 of meerdere aanvallen. 
Ook dan moet medicatie worden toegediend. 
De behandelend arts moet het middel hebben voorgeschreven. 
Iemand in de omgeving mag dergelijke medicatie toedienen, mits hij/zij de juiste instructies heeft gekregen.

Het effect van de aanvalsonderbrekende medicatie zal meestal na enkele minuten optreden. 
Is dit niet het geval dan moet de hulp van een arts worden ingeroepen of 112 worden gebeld. 
Het heeft geen zin om te proberen de persoon door aanspreken uit de aanval te halen. 
Hij of zij hoort, ziet en voelt immers niets; de normale reacties op prikkels van buiten zijn tijdelijk uitgevallen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astma
Wat is astma?

Astma is een ontsteking van de longen. 
De ontsteking is bij astma blijvend. 
Dit betekent dat er altijd kleine ontstekingen zijn in de longen. 
Dit kan veel klachten veroorzaken.

Astma geeft niet elke dag klachten. 
Toch is het een ziekte die niet over gaat. 
Dit komt doordat de longen bij astma altijd een beetje ontstoken zijn. 
Dat is niet hetzelfde als een longontsteking: bij een longontsteking zijn de longen meestal ontstoken door een bacterie. Een behandeling met medicijnen geneest de longontsteking vrij snel. 
Astma klachten kunnen soms weken tot maanden aanhouden. 
Bijvoorbeeld na griep. Soms zijn er periodes waarin u weinig tot niets merkt van uw astma. 
Dan lijkt astma genezen, maar is het niet.
Astma - wat gebeurt er in je longen? 1:58 min

Slide 7 - Tekstslide

Astma is een nog ongeneeslijke chronische ontsteking in de longen. Chronisch betekent dat het blijvend is. 
Bij astma zijn de slijmvliezen in de longen altijd geïrriteerd, wat veel klachten kan veroorzaken. 
Als u astma heeft, zijn uw longen extra gevoelig voor prikkels waar andere mensen helemaal geen last van hebben. Denk maar eens aan rook, uitlaatgassen, huisstofmijt of huisdieren. 

Bij astma reageren de longen heftig op die prikkels, waardoor u benauwd kunt worden of moet hoesten. Benauwd zijn is misschien wel een van de bekendste symptomen van astma. Sommige mensen met astma hoesten veel. Piepend ademhalen is ook een van de veel voorkomende symptomen van astma. Als u astma heeft, kunt u wel eens kortademig zijn. Kortademig zijn betekent dat u snel buiten adem bent en dan de neiging heeft om naar lucht te happen. Astma geeft niet de hele tijd klachten, maar toch is het een chronische ziekte. Dat komt omdat de longen bij astma altijd een beetje ontstoken zijn. 

Astma kan op elke leeftijd ontstaan, al begint de ziekte bij veel mensen als kind. Onderzoek heeft uitgewezen dat erfelijke aanleg een oorzaak van astma is. In Nederland hebben meer dan een half miljoen mensen de diagnose astma. Er zijn verschillende soorten astma. Zo is er allergisch astma, intrinsiek astma en ernstig astma. Vaak heeft iemand meerdere vormen van astma tegelijk. Astma is niet te genezen, maar meestal goed onder controle te houden. De meeste mensen met astma krijgen medicatie voorgeschreven door de huisarts of de longarts. Meer informatie over astma, de klachten, de behandeling en wat u zelf kunt doen vindt u op www.longfonds.nl/astma
Diabetes: Wat is het?
Suikerziekte
1 op de 14 Nederlanders
Bloedsuiker
Insuline. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Types
Type 1: 10% --> Aanval op insuline producerende cellen
Type 2: 90% --> te weinig insuline, niet goed op reageren. 

Ontstaan is nog onduidelijk

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Benoem een aantal symptomen waaraan je diabetes kunt herkennen.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hypo's en Hypers
Wie kent ze?
Even kletsen hierover. 
Ervaringen?
Hierna weer een Diederik filmpje

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes
Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. 
Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. 
En ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline. 
Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. 
Verschillende soorten diabetes

Diabetes heet ook wel suikerziekte. De meest voorkomende soort is diabetes type 2: negen van de tien mensen met diabetes hebben diabetes type 2. Zij hebben te weinig insuline in het lichaam en reageren daar ook niet meer goed op.
Er zijn ook mensen bij wie het afweersysteem de cellen aanvalt die insuline aanmaken. Dit komt door een fout in de cellen die insuline maken. Dan heb je diabetes type 1. Mensen met diabetes type 1 moeten elke dag bloedsuiker meten, insuline spuiten of een pompje dragen. Ze kunnen geen hap eten zonder te berekenen hoeveel insuline ervoor nodig is
Wat is diabetes? 1:20 min
Symptomen van diabetes
Veel symptomen lijken op dingen die iedereen wel eens heeft, 
zoals vermoeidheid en futloos zijn. 
Vaak hebben mensen jarenlang niet door dat ze diabetes hebben. 
Want niet iedereen heeft duidelijke klachten die horen bij diabetes.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herken je wat van deze symptomen? Ga dan naar de huisarts. 
Diabetes
Symptomen van diabetes type 2

Diabetes type 2 komt het meest voor en is het moeilijkst te herkennen. Aanwijzingen kunnen zijn:
  • vaak dorst en veel 
  • plassen veel moe zijn
  • last van ogen, zoals rode en branderige ogen, wazig zien, dubbel zien of slecht zien
  • slecht genezende wondjes 
  • kortademigheid of pijn in de benen bij het lopen infecties die vaak terugkomen, zoals blaasontsteking
Symptomen van diabetes type 1

Diabetes type 1 wordt meestal snel ontdekt. 
Iemand met onbehandelde diabetes type 1 drinkt heel veel, valt af en voelt zich in korte tijd zo ziek dat hij wel naar de huisarts gaat. 
Bij diabetes type 1 zijn mogelijke klachten:

  • veel dorst en veel plassen
  • afvallen zonder dat daar een reden voor is
  • ziek en beroerd voelen 
  • veel honger hebben, of juist helemaal niet
  • wazig zien misselijk zijn of overgeven
Hoe herken je diabetes? 1:24 min

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies