De laatste loodjes

Alles wat je nog moet weten, voordat je examen doet.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Alles wat je nog moet weten, voordat je examen doet.

Slide 1 - Tekstslide

Brief, e-mail of artikel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat zit er wel in het artikel en niet in de andere opdrachten?
A
titel
B
Middenstuk
C
Slot
D
Voornaam en achternaam

Slide 4 - Quizvraag

Wat zit er in alle drie de opdrachten?
A
Met vriendelijke groet,
B
Betreft
C
Eigen adres
D
Voornaam en achternaam

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel conventies heeft de zakelijke brief?
A
11
B
7
C
5

Slide 6 - Quizvraag

Winkler Prins
T.a.v. mevrouw Ridderbusch
Postbus 190
9640 AD  Veendam

Veendam, 3 oktober 2018
Linda Leerling
Basisstraat 26
6541 BG  Kaderdorp

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
Ontvanger- datum-afzender-Betreft
B
Betreft-verzender-datum-ontvanger
C
Verzender-datum-ontvanger-Betreft
D
Datum-Betreft-verzender-ontvanger

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het juiste vak. Is het goed of fout opschreven?
GOED
FOUT

Veendam, 10 oktober


Met vriendelijke groet,


Geachte heer/mevrouw,


Hoogachtend


Betreft: klacht

Slide 9 - Sleepvraag

Betreft: reservering
Geachte heer Van der Zon,
Adres van verzender
Adres van ontvanger
Veendam, 10 oktober 2021

Slide 10 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Betreft:
Aanhef
Adres verzender
Plaats, datum jaar
Adres ontvanger
Naam
Inleiding
Slotgroet
Handtekening
Middenstuk
Slotzin (slot)

Slide 11 - Sleepvraag

Interpunctie

Slide 12 - Tekstslide

Welk leesteken ontbreekt?

Ik wilde vragen of we bij u langs konden komen
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens

Slide 13 - Quizvraag

Welk leesteken ontbreekt?

Ik vind dit een goed idee want we leren er veel van.
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens

Slide 14 - Quizvraag

Welk leesteken ontbreekt?

Ik heb uw artikel Bloedgroepen gelezen.
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens

Slide 15 - Quizvraag

Welk leesteken ontbreekt?

We gingen in de klas hierover in gesprek en daarom schrijf ik u
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens

Slide 16 - Quizvraag

Welk leesteken ontbreekt?

Ik vroeg me af of u hier antwoord op kunt geven
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens

Slide 17 - Quizvraag

Welk leesteken ontbreekt?

Als de leerlingen antwoorden zitten ze heel stil.
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens

Slide 18 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij

Opsomming
A
Ten slotte
B
Echter
C
Net zo als
D
Dus

Slide 19 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij

Voorbeeld
A
Daarna
B
Zoals
C
Net zo als
D
Dus

Slide 20 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij

Doel - Middel
A
Eerst
B
Neem nou
C
Indien
D
Zodat

Slide 21 - Quizvraag

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Het thuisonderwijs is over het algemeen goed gegaan, daarentegen zijn er wel leerlingen met achterstanden.
A
Chronologie
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Tegenstelling

Slide 22 - Quizvraag

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Deze leerlingen waren over het algemeen minder vaak online aanwezig bij de lessen, dan de andere leerlingen.
A
Chronologie
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Tegenstelling

Slide 23 - Quizvraag

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Daardoor misten ze lesstof en kwamen ze niet opdagen voor online toetsmomenten.
A
Voorwaarde
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Oorzaak - gevolg

Slide 24 - Quizvraag

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Als een leerling dan nog over wilde gaan naar het volgende schooljaar, dan moest hij of zij naar de zomerschool.
A
Voorwaarde
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Oorzaak - gevolg

Slide 25 - Quizvraag

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Met behulp van docenten, konden de leerlingen zo hun achterstanden wegwerken.
A
Voorwaarde
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Oorzaak - gevolg

Slide 26 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband:

Opsomming
A
daardoor
B
Ook
C
en
D
bovendien

Slide 27 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband:

Tegenstelling
A
maar
B
echter
C
hoewel
D
indien

Slide 28 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband:

Conclusie
A
Kortom
B
Dat betekent
C
Tevens
D
Dus

Slide 29 - Quizvraag

Opsomming
Tegenstelling
Oorzaak - Gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Voorwaarde
Overig
echter
dus
daardoor
neem nou
meer dan
indien
hoewel
ook

Slide 30 - Sleepvraag

Welke verbanden staan in dit stukje tekst?

Terwijl ik dit schrijf, denk ik dat er misschien niet genoeg tijd is om dit allemaal uit te voeren. Echter ga ik ervan uit dat het lukt.
A
Opsomming en voorbeeld
B
Chronologie en tegenstelling
C
Opsomming en tegenstelling
D
Opsomming en chronologie

Slide 31 - Quizvraag

Einde

Slide 32 - Tekstslide