klas 4+ softbal uitleg/ oefenvragen

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Softbal BSM
leerjaar 4


Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen slag en loopspel
  1. gericht het veld in slaan van een geworpen bal & keuze maken voor stootslag/verre slag
  2. afstemmen van de loopacties op huidige spelsituatie
  3. zodanig verdelen van verdedigende taken dat de veldposities optimaal bezet zijn
  4. kunnen bezetten van minimaal een positie in het binnenveld en één in het buitenveld
  5. positie kiezen in het veld en een geslagen bal vangen of fielden
  6. De juiste loper eerst uitmaken, rekening houdende met de huidige spelpositie
  7. keuze maken om de loper uittikken of uitbranden, rekening houdende met de spelsituatie.

Slide 3 - Tekstslide


Beweegvaardigheid:
  • actieve deelname
  • gooien
  • slaan
  • honklopen en inblijven
  • vangen en uitmaken
  • positie kiezen en overnemen 

Bewegen en regelen:

  • softbalspel leiden
  • punten tellen
  • spelregelkennis
  • het spelen van een toernooi
hoe word je beoordeeld?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

wanneer is de bal goed/fout geslagen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een wijdbal?
A
De bal gaat naast de plaat
B
De bal gaat boven schouders slagman
C
de bal gaat onder de knieën slagman
D
alle antwoorden zijn goed.

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel wijd mag je hebben als slagman voordat je een "vrije loop" krijgt?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Een bal is "slag" opgeworpen door de pitcher als:
A
De bal over de plaat gaat
B
Deze tussen knie en okselhoogte gegooid is
C
Beide (antwoord A + B)
D
De bal naast de plaat wordt gegooid

Slide 10 - Quizvraag

De slagman slaat de 2e bal fout.
A
Dit telt als een slag
B
Dit telt niet als een slag
C
hij is uit
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

De slagman slaat de 3e bal mis, wat moet hij doen?
A
Hij is uit
B
Nog een keer slaan
C
Lopen naar honk 1
D
Wisselen van team

Slide 12 - Quizvraag

De slagman slaat de 3e bal fout. Wat moet hij doen?
A
Niets, de slagman is uit
B
Lopen naar honk 1
C
Nog een keer slaan
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer mag je als honkloper lopen?
Wat is het beste antwoord?
A
Als de slagman de bal slaat
B
Als de pitcher de opgeworpen bal loslaat
C
Als de veld partij de bal vangt
D
Als de slagman fout slaat

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een vangbal?
A
De slagman mag lopen naar honk 1
B
De slagman mag opnieuw slaan
C
Slagman is uit, de lopers moeten terug
D
Slagman is uit, het spel stopt

Slide 15 - Quizvraag

Bij een 'loop op eigen risico' mag de loper:
A
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
B
Alleen worden uitgebrand
C
Alleen worden uitgetikt
D
niks

Slide 16 - Quizvraag

Bij een 'gedwongen loop' mag de loper:
A
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
B
Alleen worden uitgebrand
C
Alleen worden uitgetikt
D
niks

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het als je een 'gedwongen loop' hebt?
A
Als je op een honk staat en achter jou zijn alle honken leeg
B
Dat je met twee mensen op een honk staat en jij moet gaan lopen
C
Dat je op een honk staat en achter jou zijn alle honken bezet waardoor je moet lopen omdat je niet met twee mensen op een honk mag staan
D
Alle antwoorden (A,B,C) zijn fout

Slide 18 - Quizvraag

Als je een andere honkloper inhaalt dan:
A
Moet je terug
B
Krijg je een extra punt
C
Ben je uit
D
niks

Slide 19 - Quizvraag

Honk 2 en 3 zijn bezet, de slagman slaat de bal. Hoeveel lopers hebben een 'gedwongen loop'?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 20 - Quizvraag

Honk 1, 2 en 3 zijn bezet, de slagman slaat de bal. Hoeveel lopers hebben een 'gedwongen loop'?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag

De slagman slaat de bal, rent richting honk 1 en probeert honk 2 te halen. Hoe kan hij uitgemaakt worden?
A
Branden op honk 2
B
Branden op honk 2 of door hem te tikken
C
Tikken

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer is de slagman NIET uit?
A
De catcher vangt de 3e slag (een misslag)
B
Als een foutslag gevangen wordt
C
De bal wordt buiten de foutlijnen gevangen
D
Als de pitcher de slagman raakt

Slide 23 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de pitcher 4 keer een wijdbal heeft gegooid?
A
De slagman mag nog een keer slaan
B
De slagman mag 'gratis' naar honk 1
C
Slagman mag lopen en kan uitgemaakt worden
D
De slagpartij krijgt een punt

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer stopt het spel?
A
Als de pitcher de bal in de lucht houdt
B
Als er een uitje wordt gemaakt
C
Bij een vangbal
D
Als de lopers niet meer lopen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video