4.5 Buurtprofiel


4.5 Het buurtprofiel








H4 stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
V5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


4.5 Het buurtprofiel








H4 stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
V5

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet wat de vier woningkenmerken zijn en met welke termen je deze kunt omschrijven.
  • Je weet wat de vijf bewonerskenmerken zijn en met welke termen je deze kunt omschrijven.
  • Je begrijpt hoe kenmerken van woningen en bewoners samenhangen.
  • Je kunt onderzoek doen naar stedelijke vraagstukken op buurt- of wijkniveau.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Goede wijk

Slide 5 - Woordweb

"slechte" wijk

Slide 6 - Woordweb

Stad -> wijk -> buurt

Slide 7 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten in een buurtprofiel?

Slide 8 - Tekstslide

1. Woningkenmerken:
  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud
2. Bewonerskenmerken:
  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners
3. Kenmerken van de woonomgeving

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de samenhang tussen woning- en bewonerskenmerken?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Welk buurtprofiel hoort bij welke wijk?
Buurtprofiel B
bouwperiode vanaf 1880
Buurtprofiel A bouwperiode vanaf 1880
Buurtprofiel Rotterdam

Slide 12 - Tekstslide








                       (volgende les)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het voordeel van een wijk met vooral koopwoningen?

Slide 17 - Open vraag

Bewoners
kenmerken

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 18 - Tekstslide

Woningkenmerken:
±1910, woningbouwcorporatie, etagewoningen, goed onderhouden.

Bewonerskenmerken:
Kleine huishoudens, veel allochtonen, laag inkomen, veel alleenstaanden.

Slide 19 - Tekstslide

Woningkenmerken:
Jaren 60, corporatie, galerijflat, vaak redelijk goed onderhouden.

Bewonerskenmerken:
Ruime flats: grotere huishoudens met kinderen, veel allochtonen, laag-midden inkomen.

Slide 20 - Tekstslide

Woningkenmerken:
Na 1990, koop en ± 30% sociale huur, rijtjes / appartementen, vrijstaand, goed onderhouden, want nieuw. 

Bewonerskenmerken:
Gemiddeld grotere huishoudens, hogere inkomens, autochtonen, gezinnen met kinderen.


Slide 21 - Tekstslide

Woningkenmerken/bewonerskenmerken
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> arme mensen (niet-westerse allochtonen, alleenstaande ouders, ouderen)

duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en autochtonen)


Slide 22 - Tekstslide