HA3: Schrijven: betoog

Schrijven
Betoog
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Schrijven
Betoog

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
je kunt een betoog schrijven met een duidelijke indeling
je kunt een goede stelling formuleren 
je kunt zowel voor- als tegenargumenten schrijven bij je stelling
Je kunt het tegenargument weerleggen
je weet wat er in de inleiding, het middenstuk en het slot geschreven moet worden
je kunt van een klasgenoot de kladversie lezen en feedback geven

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een betoog?
In een betoog probeert een schrijver zijn lezer te overtuigen van zijn mening. Door middel van argumenten zal hij zijn standpunt onderbouwen. Deze argumenten kunnen zowel feitelijk als meningvormend zijn.
De hoofdgedachte van een betoog is de mening die de schrijver heeft over een bepaald onderwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw betoog


inleiding: vraag/stelling over onderwerp
middenstuk:  Alinea argument 1
                             Alinea argument 2
                             (eventueel alinea argument 3)
                             Alinea tegenargument met weerlegging
slot: conclusie





Slide 4 - Tekstslide

inleiding
Bij een betoog zal je in de inleiding een stelling over je onderwerp formuleren (=standpunt). Je standpunt kun je ook als een vraag formuleren. 


Slide 5 - Tekstslide

middenstuk
In het middenstuk kom je met argumenten voor de stelling. Behandel ieder hoofdargument in een nieuwe alinea. Voorbeelden en feiten verlevendigen je betoog. Denk na over mogelijke tegenargumenten en weerleg ze in je betoog. Hiermee versterk je je betoog.

Slide 6 - Tekstslide

slot

In je slot herhaal je nadrukkelijk je je stelling met je belangrijkste argumenten en geef je een korte samenvatting. Als je nadelen hebt genoemd, kom je met een afweging en een conclusie.

Slide 7 - Tekstslide

Stelling/standpunt
Je bedenkt een onderwerp voor je betoog.

Als je een onderwerp hebt, formuleer je een stelling.
Denk erom dat je bij je stelling voor-en tegenargumenten kunt bedenken!

http://www.schooldebatteren.nl/stellingen/ 

Slide 8 - Tekstslide

Artikelen
Je gaat op zoek naar artikelen voor je betoog. 
De informatie uit de artikelen kun je gebruiken als ondersteuning voor je argumenten
Gebruik betrouwbare bronnen:
www.ad.nl
www.trouw.nl
www.nrc.nl
www.telegraaf.nl

Slide 9 - Tekstslide

opbouwschema
Voordat je je kladversie gaat schrijven, maak je een opbouwschema. 
Vul daarvoor het schema in.  Je benoemt kort wat je in welke alinea gaat neerzetten (in bijvoorbeeld steekwoorden)

Slide 10 - Tekstslide

kladversie
Als je je opbouwschema gemaakt hebt, kun je beginnen met de kladversie van je betoog.
Schrijf de inleiding, het middenstuk en het slot. 
Zorg ervoor dat je tekst 1 geheel is en niet uit losse stukken bestaat. 
Denk om je spelling en de formulering van zinnen.

Slide 11 - Tekstslide

Feedback medeleerling
Zorg ervoor dat je een tekst van een klasgenoot voor je hebt. 

We gaan elkaars teksten lezen en beoordelen. 

Lees de gehele tekst door.
Zie je spellingfouten of bijvoorbeeld foutjes in de grammatica?
Verbeter ze/streep ze aan. 

Slide 12 - Tekstslide

Feedback medeleerling
Inleiding:
1. staat de stelling genoemd in de inleiding?
2. staat er een anekdote/voorbeeld o.i.d. in de inleiding om de stelling te introduceren?
3. is de inleiding "pakkend" genoeg?

Slide 13 - Tekstslide

Feedback medeleerling
middenstuk:
- bestaat het middenstuk uit meerdere alinea's?
- staat ieder argument in een nieuwe alinea?
- is er een tegenargument met weerlegging?
- worden de argumenten ondersteunt met bijvoorbeeld voorbeelden/feiten etc.?

Slide 14 - Tekstslide

Feedback medeleerling
slot:
- staat er een conclusie in?
- is er een korte samenvatting van de belangrijkste argumenten?
- wordt er nieuwe informatie gegeven? (dit mag niet in het slot!)
- is er een "einde" of stopt de tekst plotseling?

Slide 15 - Tekstslide

Feedback medeleerling
algemeen:
- staan er spellingfouten of formuleringsfouten in de tekst?
- is de tekst 1 geheel?
- heeft de tekst een duidelijke indeling (inleiding/middenstuk/slot)?

Slide 16 - Tekstslide

netversie
Je hebt feedback gekregen van 1 of meerdere klasgenoten.
Bekijk de feedback die je hebt gekregen en verbeter je tekst/pas je tekst aan. 

Doe zelf ook nog even een spellingcheck en een formuleringscheck.
Leest je tekst als 1 geheel?

Slide 17 - Tekstslide

dossier
- voorblad
- inhoudsopgave
- stap 1 tot stap 9
- samen netjes in 1 word-document

Plaatje op de voorkant mag 

Slide 18 - Tekstslide