hoofdstuk 4 paragraaf 3 schakelingen

hoofdstuk 4 paragraaf 3 schakelingen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 4 paragraaf 3 schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Met een batterij kun je een lampje laten branden. Je sluit het lampje met koperdraden aan op de batterij. Als je het goed doet, geeft het lampje licht.

Slide 3 - Tekstslide

je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn.
Je kunt een voorbeeld geven van een geleider en van een isolator.
Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.
Je kunt uitleggen wat een schakelschema is.
Je kunt de belangrijkste symbolen toepassen in een schakelschema.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Een stroomdraad is van koper. Koper is een metaal. Alle metalen zijn goede geleiders voor elektrische stroom. Dat betekent dat elektrische stroom gemakkelijk door koper heen kan gaan. Je zegt: “Koper is een goede geleider voor elektriciteit.”

Rond de koperdraad zit een laagje kunststof (afbeelding 2). De stroom kan niet door kunststof heen. Kunststof is een isolator. Een isolator laat geen stroom door. Daardoor kan de stroom alleen de weg van de koperdraad volgen. De stroom kan nergens anders naartoe.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Een dichte schakelaar sluit de stroomkring.

Slide 8 - Tekstslide

Een open schakelaar onderbreekt de stroomkring.

Slide 9 - Tekstslide

Van een stroomkring kun je een tekening maken. Afbeelding 8a is een tekening van een stroomkring. Het kost veel tijd om deze tekening te maken. Daarom teken je een stroomkring eenvoudiger. De eenvoudige tekening van een stroomkring noem je een schakelschema. In afbeelding 8b zie je een schakelschema. In een schakelschema teken je alle onderdelen van de stroomkring. Je tekent ook de draden tussen de onderdelen.

Slide 10 - Tekstslide

Een schakelschema van een lampje dat is aangesloten op een batterij.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Onthoud
Elektrische stroom gaat lopen als je de plus (+) en de min (−) van een spanningsbron verbindt.
In een gesloten stroomkring loopt de stroom van de plus (+) naar de min (−) van de spanningsbron.
Een geleider laat stroom gemakkelijk door.
Een isolator laat geen stroom door.
Een lampje brandt alleen in een gesloten stroomkring.
In een onderbroken stroomkring kan de stroom niet rond gaan.
Met een schakelaar kun je de stroomkring onderbreken of sluiten.
Een schakelschema is een eenvoudige tekening van een stroomkring.
In een schakelschema teken je de onderdelen met symbolen:



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is een batterij?
A
Een energiebron voor apparaten
B
Een weerstand
C
Een soort schakelaar
D
Een kabel

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een serie schakeling?
A
De spanning wordt verdeeld
B
De batterijen zijn parallel
C
De stroom is gelijk
D
De energie verdwijnt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een parallel schakeling?
A
Batterijen zijn naast elkaar aangesloten
B
Er is geen spanning meer
C
Alle apparaten werken niet
D
Batterijen zijn achter elkaar aangesloten

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van een schakelaar?
A
Het verlagen van de weerstand
B
Het verhogen van de spanning
C
Het opslaan van energie
D
Het aan- en uitschakelen van stroom

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de eenheid van spanning?
A
Watt
B
Ampère
C
Joule
D
Volt

Slide 19 - Quizvraag