Recap H3 Prijsbeleid

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
Op basis waarvan kun
je prijs bepalen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examentermen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de juiste prijsstrategie
timer
2:00
De prijs is gebaseerd op de prijs die de concurrent voor hetzelfde product vaststelt.
De prijs is gebaseerd op de reactie van de consument.
De kosten die je gemaakt hebt om het product te produceren en op de markt te brengen, is de basis van de prijs.
Bij het vaststellen van de prijs wordt naar de samenhang van het assortiment gekeken.
assortimentsprijsstrategie
consument- of afnemergeoriënteerde prijsstrategie
concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie
kostengeoriënteerde prijsstrategie

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijf berekent de verkoopprijs van een productgroep met behulp van de gemiddelde prijs in de markt. Welke prijsstellingsmethode past dit bedrijf toe?
A
Vraaggeoriënteerde prijsstelling
B
Kostengeoriënteerde prijsstelling
C
Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De omzet van een bedrijf is
A
De winst die het bedrijf maakt
B
Alle inkomsten van het bedrijf
C
De kosten die het bedrijf maakt
D
De inkomsten min de kosten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afzet van het bedrijf is
A
Het geld dat zij voor de producten vragen
B
Het aantal producten dat zij over houden
C
Het aantal producten dat zij weg moeten gooien
D
Het aantal producten dat zij verkopen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een break even afzet/omzet
A
Maak je geen winst en ook geen verlies
B
Maak je verlies
C
Heb je alle totale kosten terug verdiend
D
Maak je winst

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor een retailer zijn de vaste kosten voor product B235 € 6.000.
De verkoopprijs van dit product is € 35.
De variabele kosten zijn € 15.

Bereken het break-evenpunt voor product B235. Laat jouw berekening zien!
timer
3:00

Slide 19 - Open vraag

€ 6.000 / (€ 35 – € 15) = 300 stuks
J&J verkoopt een artikel voor een verkoopprijs van € 225.
De vaste kosten zijn € 3.000.
De inkoopkosten zijn € 48 en de overige variabele kosten zijn € 2,30.

Wat is de break-evenomzet van dit artikel? Laat jouw berekening zien!
timer
3:00

Slide 20 - Open vraag

€ 3.000 / (€ 225 – € 50,30 ) = 17, 17 = 18 artikelen
18 × € 225 = € 4.050
Wie kan er nog meer voorbeelden geven?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concurrentiegeoriënteerd
Prijs aanpassen aan de hand van prijzen concurrenten.
  • Stay-out pricing (beschermen markt)
  • Put-out pricing (concurrent verdrijven)
  • Me-too pricing (passief)
  • Discount pricing (onder normale prijs)
  • Premium pricing (boven normale prijs)
  • Dumping (voorraad kwijtraken).

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loodgietersbedrijf Vlamings staat bekend om de goede kwaliteit die wordt geleverd. Om het kwaliteitsverschil met de concurrentie te benadrukken, hanteert Vlamings een relatief hoge prijs.

Welke methode van prijszetting past Vlamings toe?

A
Stay-out pricing
B
Me-too pricing
C
Premium pricing
D
Put-out pricing

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een fabrikant van heftrucks hanteert extreem lage prijzen om de concurrentie uit de markt te verdrijven.

Welke methode van prijszetting past deze fabrikant toe?


A
Me-too pricing
B
Discount pricing
C
Put-out pricing
D
Stay-out pricing

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Hoe kunnen prijzen
voor hetzelfde product
verschillen?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Loss leader-> onder inkoopprijs
Bait pricing - boven de inkoopprijs
Lees H3.6 & maak opr 17 t/m 20
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afnemersgeoriënteerd
Wat de consument er voor over heeft! (consumentensuplus)

  • Psychologische prijsstelling
  • Prijsdiscriminatie 
  • Promotionele prijsstelling 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Hoe lijkt een prijs lager?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld





Prijsdifferentiatie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaartjes voor een familievoorstelling in schouwburg Bellevue kosten € 9,50. Kinderen tot 12 jaar hoeven slechts € 4,25 te betalen.

Welke methode van prijszetting past de organisatie van het evenement toe?

A
Prijsdiscriminatie naar product
B
Prijsdiscriminatie naar plaats
C
Prijsdiscriminatie naar type afnemer

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Psychologische prijsstelling

  • Niet-afgeronde bedragen.
  • (emotionele) drempels
  • Taalgebruik!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Promotionele prijsstelling 
Tijdelijke prijsverlaging, bijv.: 
  • "Deze week maar €5,99"
  • van-voor-prijzen "van € 139 voor € 119,90"
  • "nu €100 retour" (refund actie)
  • Op basis van adviesprijs:



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Promotionele prijsstelling 
Kosten-baten analyse:
  • Bereken extra benodigde afzet.
  • Meet extra omzet (breed).
  • Meet extra klanten.
  • Meet effect op imago.
  • Etc.




Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.11

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van een afroomprijsstrategie of penetratieprijsstrategie?
A
afroomprijsstrategie
B
penetratieprijsstrategie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een fabrikant wil een nieuw product op de markt brengen. Uit recent verricht haalbaarheidsonderzoek blijkt dat hiervoor veel belangstelling bestaat. Snelheid is echter geboden, want enkele concurrenten hebben dezelfde plannen.

Welke prijsstrategie kan de fabrikant het beste toepassen?
A
Afroomprijsstrategie
B
Penetratieprijsstrategie

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb nog vragen?
Weten wij alles nog?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Een 65+’er krijgt korting op vertoon van zijn identificatiebewijs bij toegang tot een museum. Isa hier sprake van prijsdiscriminatie of prijsdifferentiatie?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies