Les 8.2 Toonhoogte en frequentie

Les 8.2 Toonhoogte en frequentie
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken opgave: 2 t/m 9 (vanaf blz 171)  
  • Paragraaf 2 Toonhoogte en frequentie
  • Maken opgaven

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken opgave: 2 t/m 9 
(vanaf blz 171)
Mavo klas: hoeft 8 niet te maken

Slide 3 - Tekstslide

2
  • a) conus
  • b) snaren
  • c) stembanden

Slide 4 - Tekstslide

3
  • a) Het trommelvlies
  • b) De zintuigcellen

Slide 5 - Tekstslide

4
  • a) snaren, vingers
  • b) vel, handen
  • c) snaren, strijkstok
  • d) snaren, hamertjes

Slide 6 - Tekstslide

5
  • Er is steeds minder tussenstof, en dat is nodig om geluid te horen. 

Slide 7 - Tekstslide

6
  • Door het staal van de rails

Slide 8 - Tekstslide

7

Slide 9 - Tekstslide

8

Slide 10 - Tekstslide

9

Slide 11 - Tekstslide

9

Slide 12 - Tekstslide

9

Slide 13 - Tekstslide

8.2 toonhoogte en frequentie

Slide 14 - Tekstslide

Snaarinstrumenten
  • Wat zijn snaarinstrumenten?
  • Gitaar, viool, piano, etc.
  • Snaar in trilling > geeft een toon > geluid in bepaalde toonhoogte
  • Hoogte van toon hangt af van:
  • - Hoe dik de snaar is: hoe dikker, hoe lager de toon
  • - Hoe lang de snaar is: hoe langer, hoe lager de toon
  • - Hoe strak de snaar is gespannen: hoe lager de spanning, hoe lager de toon


Slide 15 - Tekstslide

Frequentie
  • Stemmen van een snaarinstrument: de juiste toonhoogte geven. 
  • Stemmen doe je met een stemvork

  • Stemvork aanslaan -> benen trillen

  • Geluid meten? -> haakje aan carbon papier.
  • Golfspoor



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Frequentie
  • Frequentie: aantal trillingen per seconden
  • De eenheid van frequentie is hertz (Hz)

  • Frequentie van 128 Hz -> benen stemvork 128 x per seconde heen en weer.

  • Hoe hoger de frequentie --> hoe hoger de toon die je hoort
  • Stemvork 440 Hz hogere toon dan stemvorm 128 Hz





Slide 21 - Tekstslide

De oscilloscoop
  • Geluidstrillingen onderzoeken
  • Microfoon: vertaalt drukverschillen van geluid in elektrische trillingen
  • Oscilloscoop: geeft trillingen op scherm weer





Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Oefening 1
  • Aantal trillingen?
  • 4 trillingen 

  • Hoeveel is de frequentie in Hz?
  • 4 Hz

Slide 24 - Tekstslide

Oefening 2
  • Aantal trillingen?
  • 2 trillingen 

  • Hoeveel is de frequentie in Hz?
  • 1 Hz

Slide 25 - Tekstslide

Frequentie berekenen
  • Frequentie = aantal trillingen : aantal seconden
  • 3 verschillende tonen, de breedte van het scherm is steeds 0,1 s

Slide 26 - Tekstslide

Het frequentiebereik van je gehoor
Frequentiebereik: tonen liggen binnen een bereik welke je kan horen. 
  • Mens: 20 – 20.000 Hz 
  • Dieren andere frequentiebereik.
  • Ouder worden --> verandert frequentiebereik. 





Slide 27 - Tekstslide

De buurman heeft zijn radio hard aan staan.  Jij zit in je kamer in je eigen huis  en hoort het geluid. Door welke tussenstoffen  verplaatst het geluid zich?
Lucht
Muur
Lucht
geluid
trilling

Slide 28 - Sleepvraag

Er zijn veel verschillende soorten snaarinstrumenten. Zo is er naast de normale gitaar ook een altgitaar. Zo'n altgitaar geeft hogere tonen dan een normale gitaar.
Zijn de snaren van een altgitaar dikker of dunner dan die van een normale gitaar?
A
Dikker
B
Dunner

Slide 29 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding met de grafieken van vier soorten geluidstrillingen.

Sleep het juiste geluid naar de juiste trilling. 
 laag geluid
 hoog geluid
 hoog geluid
laag geluid

Slide 30 - Sleepvraag

Op de oscilloscoop is een toon afgebeeld. De tijd van het volledige beeld is 0,02 s.

Bepaal de tijd van één trilling.
A
0,005 s
B
0,01 s
C
0,02 s
D
0,04 s

Slide 31 - Quizvraag

Op de oscilloscoop is een toon afgebeeld. De tijd van het volledige beeld is 0,02 s.

Bepaal de tijd van één trilling.
A
0,01 s
B
0,02 s
C
0,005 s
D
0,0025 s

Slide 32 - Quizvraag

Marco slaat een stemvork aan. Daarna trekt hij de schrijfstift, die aan één van de beide benen vastzit, over een beroete plaat. Hij krijgt het spoor van de afbeelding.
Hoeveel trillingen zijn er in het golfspoor zichtbaar?
A
3
B
6
C
9
D
12

Slide 33 - Quizvraag

Maken: 3 t/m 6b, 7 t/m 10 
(vanaf blz 179)

Slide 34 - Tekstslide

3
  • a) Met de kortste snaar
  • b) Met de langste snaar





Slide 35 - Tekstslide

4
  • Als je het limonadeflesje leegdrinkt, wordt de kolom waarin de lucht trilt steeds langer, het geluid wordt dus steeds lager. 





Slide 36 - Tekstslide

5
  • a) de toonhoogte is te hoog: dus losser draaien
  • b) de toonhoogte is te laag: dus strakker draaien





Slide 37 - Tekstslide

6
  • De snaren zijn langer en dikker





Slide 38 - Tekstslide

7
  • Mug maakt het hoogste geluid, dus geeft de trillingen per seconde, dus beweegt de vleugels per seconde het vaakst op en neer. 





Slide 39 - Tekstslide

8
  • a) 0,1 : 5 = 0,02s
  • b) 0,01 : 4 = 0,0025 s
  • c) 0,001 : 10 = 0,0001 s 





Slide 40 - Tekstslide

9
  • a) B: meeste trillingen in 0,01 s
  • b) A: minste trillingen per 0,01 s





Slide 41 - Tekstslide

10
  • a) bruinvis & vleermuis
  • b) hond
  • c) tussen 20 000 en 55 000 
  • d) nee, de hond kan lagere tonen horen dan de mens. 





Slide 42 - Tekstslide