Verpleegkunde DSM

Psychiatrie 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Psychiatrie 

Slide 1 - Tekstslide

Nu 
Les psychiatrie 
Organisatie GGZ
Uitleg DSM-5
- Persoonlijkheidsstoornis + eetstoornissen
- Observeren

Slide 2 - Tekstslide

Psychiatrie?

Slide 3 - Woordweb

Psychiatrie
= Medisch specialisme
Psychiater is, net als een internist of een gynaecoloog, een gespecialiseerde arts
Diagnostiek en behandeling van zorgvragers  
Een op de vier mensen krijgt in zijn leven een psychiatrische diagnose gedurende een korte of langere tijd

Slide 4 - Tekstslide

Organisatie van zorg
1.POH-GGZ 
2. Basis-GGZ
3.Specialistische GGZ (ambulante (FACT/IHT), klinische en langdurige zorg)

3. 

Slide 5 - Tekstslide

Vier categorieen
1. Acute psychiatrie
2. Langdurige psychiatrie
3. Ouderenpsychiatrie 
4. Kinder- en jeugdpsychiatrie

Slide 6 - Tekstslide

WVGGZ
Gevaar voor zichzelf of ander? Verplichte zorg 

Wie geeft een crisismaatregel af?

Slide 7 - Tekstslide

DSM-5
- Wat is de DSM?
- Hoe ziet dit eruit?
- Wie mogen diagnoses stellen? 
- 20 categorieën 

classificatie, géén diagnose 

Slide 8 - Tekstslide

20 

1 neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
2 schizofrenie + andere psychotische stoornis.
3 bipolaire stemmingsstoornissen
4 depressieve stemmingsstoornissen
5 angststoornissen
6 obsessieve-compulsieve en verwante st.
7 trauma- en stressgerelateerde stoornissen
8 dissociatieve stoornissen
9 somatisch-symptoomstoornis en verwante..
10 voedings- en eetstoornissen

 
categorieën

11 stoornissen in de zindelijkheid
12 slaap- en waakstoornissen
13 seksuele disfuncties
14 genderdysforie
15 disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
16 middelgerelateerde en verslavings-stoornissen
17 neurocognitieve stoornissen
18  persoonlijkheidsstoornissen
19 parafiele stoornissen 
20 overige psychische stoornissen 

Slide 9 - Tekstslide

Persoonlijkheidsstoornissen 
Cluster A, B en C
A= vreemde, excentrieke cluster (paranoide bijv.)
B=dramatische, emotionele cluster (borderlinde bijv.)
C= angstige cluster (ontwijkend bijv.)

Slide 10 - Tekstslide

Iemand die narcistisch is heeft een persoonlijkheidsstoornis
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist
Cluster B persoonlijkheidsstoornis

Vindt zichzelf geweldig
Manipulerend gedrag 
Theatraal 

Slide 12 - Tekstslide

Observeren 

- Kun je een psychiatrisch patiënt herkennen?

Benieuwd naar reacties van de klas 

Slide 13 - Tekstslide

Observeren
Algemene indruk ->
Contact en houding ->
-Bewustzijn -> 
- Hoe is het geheugen en realiteitsbesef -->
- ziekte-inzicht -->
- Motoriek -->
- Denken -->

- Hoe is de stemming -->
Voorbeelden:
Hoe is het uiterlijk / bijzonderheden 
Maakt iemand (oog)contact 
Is iemand helder / aandacht te krijg.
Is dit intact of bijv. sprake van confabulaties
wel / geen besef, behandeling?
Is iemand druk / onrustig?
Traag of normaal en inhoud gedachtes, wanen? 
somber, eufoor of angstig 

Slide 14 - Tekstslide

Anorexia nervosa

Verstoord lichaamsbeeld en intense angst om dik te worden 

Weigering normale hoeveelheid eten
Vaak jonge meiden






Boulimia nervosa 

Herhaaldelijke episoden van eetbuien (binge eating) +
vervolgens braken, of vasten of overmatige lichaamsbeweging

Slide 15 - Tekstslide

Soorten voedings- en eetstoornissen 
PICA = oneetbare dingen (zand/klei/verf/etc.)
Ruminatiestoornis = voedsel braken / herkauwen / doorslikken of uitspugen
Vermijdende / restrictieve voedselinnamestoornis = vermijden van (bepaald) voedsel. Met name bij kinderen
Eetbuistoornis = in heel korte tijd ontzettend veel eten + stopt niet als je vol bent 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Woordweb